5. Aansturen en bijsturen
‘Orde Houden’ bestaat bij Vriendelijk Orde Houden (VOH) uit twee componenten: ‘Aansturen en Bijsturen’. Met ‘Aansturen’ voorkomt een docent dat een verstoring de les gaat beïnvloeden (Preventief). Met ‘Bijsturen’ lost een docent een verstoring effectief op, zodat deze zich niet herhaalt (Curatief).
Aansturen en bijsturen: Inleiding
Vanaf ‘Oefenperiode 1’ spreek ik iedere leerling afzonderlijk aan op gedrag en inzet (Aansturen en Bijsturen). Vanaf ‘Oefenperiode 2’ spreek ik ook de groep als geheel aan op gedrag en inzet. Door aan- en bij te sturen, geef ik duidelijk mijn grens aan, los ik verstoringen van de les vriendelijk en duidelijk op en zorg ik ervoor dat mijn leerlingen aan het werk gaan. Met deze manier van ‘Orde Houden’ gaat alle aandacht naar de les en laat ik mij zich niet verleiden tot discussie.
5.1 Aansturen
Als ik een leerling aanspreek op gedrag of inzet, stuur ik eerst aan met lichaamstaal. Indien nodig stuur ik daarna aan met een Tip. De Tips die ik geef, noteer ik en tel ik. Hiermee geef ik op een vriendelijke en duidelijke manier mijn grens aan. Ik maak duidelijk dat ik niet het kind afwijs maar het gedrag. Het resultaat is een les met weinig verstoringen.
5.2 Bijsturen
Ik geef duidelijk mijn grenzen aan met een beperkt aantal Tips. Daardoor weet elke leerling wanneer ik een ‘Brief over toekomstig gedrag’ laat schrijven. Door goed op te letten, of door goed aan het werk te gaan, vermijdt een leerling het schrijven van een brief.
5.3 Aansturen en bijsturen: introductievideo’s
Deze video’s gebruik ik als ik start met ‘Aansturen en Bijsturen’.
5.4 Oefenperiode 1
Met klassen die nog nooit met deze aanpak hebben gewerkt introduceer ik de drie stappen van de Handelingsladder in drie lessen. Met klassen die de aanpak al kennen begin ik direct in met de gebruikelijke volgorde: Gebaren, Tips, Brief.
5.5 Oefenperiode 2
Met het telraam geef ik een maximum aantal Tips per les aan. Met het telraam beperk ik de mogelijkheid voor leerlingen om de les te verstoren en kan ik eerder een (iedere) leerling een ‘Brief over toekomstig gedrag’ laten schrijven.
5.6 Handelingsladder
Als ik een leerling aanspreek op gedrag en inzet ga ik planmatig te werk. Ik neem vier stappen van de Handelingsladder steeds in dezelfde volgorde.