5.1 Aansturen
Op deze pagina
- Het belang van aansturen
1.1 Wel aansturen
1.2 Niet aansturen
1.3 Starten met aansturen - Aansturen met lichaamstaal
2.1 Aansturen met lichaamstaal in de praktijk
2.2 Verschillen aansturen met lichaamstaal bij frontaal lesgeven en bij zelfstandig werken - Aansturen met tip
3.1 Toepassingen tips
3.2 Tip als stap van de handelingsladder
3.3 Wie geef je een tip?
3.4 Tot wie richt je je met een tip?
3.5 Het tellen van tips
3.6 Zorgvuldig omgaan met tips
3.7 Leerling gaat door met verstoren van de les
3.8 Verschillen PO en VO
3.9 Collectieve verstoring - Samenvatting
- Video
- Credits
Verstoringen van de les lossen docenten op door eerst aan te sturen met lichaamstaal en Tips. De meeste problemen lossen zij daarmee op. Aansturen kost de leerling geen tijd en vraagt van docenten weinig inspanning.
Een leerling die de les verstoort, stuur ik eerst aan met lichaamstaal en daarna met een Tip. Door de Tips die ik geef te tellen, geef ik duidelijk mijn grens aan. Dit doe ik op een vriendelijke en ontspannen manier. Het gevolg hiervan is een les met weinig verstoringen.
Huidige aanpak:
Hoe stuur ik nu storend gedrag van een leerling aan?
Toekomstige aanpak:
Hoe stuur ik in de toekomst storend gedrag van een leerling aan?
nieuwsberichten
Introductievideo
link naar drie introductievideo’s
Bekijk ter introductie ook onze tekenfilm
Inleiding
‘Aansturen’ één van de twee modules van de invalshoek ‘Aansturen en bijsturen’ van Vriendelijk Orde Houden (VOH).
Afbeelding 57: Aansturen (overzicht)
Door ‘Aan te sturen met lichaamstaal’ en door ‘Tips te geven’ is het niet meer nodig om leerlingen verbaal te waarschuwen. Aansturen vervangt waarschuwen.
Met deze module stuur je gedrag van een leerling die de les verstoort aan. De manier van aansturen van Vriendelijk Orde Houden heeft een preventief karakter. Door aan te sturen, voorkom je dat je te vaak moet bijsturen: Het te vaak uitdelen van een een Tijdrovende opdracht vermindert de werkzaamheid ervan (Bijsturen).
Aansturen doe je eerst met lichaamstaal en dan met Tips. Je telt de Tips met het Telraam waarbij de afbeeldingen van kleur veranderende: groen oranje rood, net als bij een stoplicht.
Aansturen in twee stappen.
Eerst stuur je aan met lichaamstaal en daarna stuur je aan met het geven van een Tip. Dit zijn de onderste twee stappen van de Handelingsladder. De Handelingsladder in zijn geheel geeft een overzicht van zowel aansturen als bijsturen.
Bekijk bij het overzicht een inschatting hoe vaak het nodig zal zijn om aan te sturen.
1 Het belang aansturen
1.1 Aansturen
Aansturen met lichaamstaal en Tips kost leerlingen en ook jezelf weinig tijd en energie. Door aan te sturen, laat je je les soepel verlopen. Aansturen is niet vrijblijvend: na aansturen, stuur je bij. Het moment dat je gaat bijsturen, maak je duidelijk door de Tips die je geeft te tellen met de telraam. Als je leerlingen zien dat je de laatste Tip hebt gegeven, zullen zij zich goed gedragen om zo een Tijdrovende opdracht te vermijden. Met de combinatie van aan- en bijsturen maak je orde.
1.2 Niet aansturen
Als je niet aanstuurt, heb je de keuze uit direct (impulsief) bijsturen of alles op zijn beloop laten. Direct bijsturen (bijvoorbeeld een leerling uit de les sturen) komt ruw over. Alles op zijn beloop laten heeft een rommelige les tot gevolg.
1.3 Starten met aansturen
Kader vaststellen
Eerst bespreek je het kader met je leerlingen en stel je dit vast. Nu weten je leerlingen hoe jij wilt dat zij zich gedragen. Uiteraard toon je zelf gedrag dat past bij het kader. Alleen dan heb je het recht om het kader te bewaken. Je bewaakt het kader eerst door aan te sturen met lichaamstaal en daarna door aan te sturen met een Tip.
Verwachtingsmanagement
Tijdens mijn uitleg wil ik graag dat jullie opletten. Eventueel voeg je hieraan toe: Als mijn uitleg voor jou te lang duurt, heb je drie escapes:
- Kijk uit het raam.
- Maak in stilte een puzzel.
- Lees een boek in de leeshoek.
Aansturen is effectief als:
- je dit vooraf bespreekt met je leerlingen.
- je voorspelbaar handelt.
- je de grens (het maximum aantal Tips) hebt aangegeven.
- je bij het passeren van de grens een Tijdrovende maatregel uitdeelt (Zie Bijsturen).
Bij de inleiding van ‘Aansturen en bijsturen’ staan vier opties beschreven met elk een andere manier van starten met aan- en bijsturen. Uiteindelijk komen alle opties uit op hetzelfde punt.
2 Aansturen met lichaamstaal
Als je lesgeeft, iets uitlegt, kun je op twee manieren communiceren:
- Verbaal geef je uitleg
- Non-verbaal, stuur je storend gedrag aan én geef je non-verbaal aanwijzingen.
Door zowel verbaal als non-verbaal te communiceren, spreek je als het ware twee talen. Je leerlingen zijn dan genoodzaakt op jou te blijven letten, anders missen ze jouw aanwijzingen met lichaamstaal.
Als je iets frontaal iets uitlegt (verbaal) verwacht je van je leerlingen dat zij allemaal opletten. Als je ziet dat een leerling de les verstoort, onderbreekt je je uitleg om de verstoring met lichaamstaal aan te sturen (non-verbaal). Meestal stopt de leerling dan met het verstoren van de les. Als een leerling stopt met storen, geef een compliment (duim omhoog ten teken dat je tevreden bent) en ga je weer verder met je uitleg. Doet de leerling niet wat jij vraagt, dan geef je een Tip.
N.b. Als je gewend bent om leerlingen verbaal te waarschuwen, kun je dat vervangen door aansturen met lichaamstaal.
2.1 Aansturen met lichaamstaal in de praktijk
Afbeelding 59: aansturen met lichaamstaal
‘Aansturen met lichaamtaal’ is de eerste van vier stappen van de Handelingsladder. Met deze twee handelingen: ‘Aansturen met lichaamstaal’ en ‘Tips’ stel je het geven van een ‘Tijdrovende opdracht’ (de derde stap) uit. Lees ook deze uitgebreide handleiding.
Van ‘Aansturen met lichaamstaal’ houd je geen administratie bij en dit doe je zo vaak als nodig is. Dit in tegenstelling tot het geven van Tips en een Tijdrovende opdracht. Zowel Tips als Tijdrovende opdrachten geef je zo min mogelijk.
2.2 Verschillen aansturen met lichaamstaal bij frontaal lesgeven en bij zelfstandig werken
Hieronder zie je de verschillen in aanpak wat betreft het aansturen met lichaamstaal bij frontaal lesgeven en bij zelfstandig werken in twee kolommen.
Aansturen met lichaamstaal bij docent gestuurd onderwijs – frontaal lesgeven
- Onderbreek je uitleg, sta stil, kijk de leerling die stoort ontspannen aan (wacht even).
Stopt de leerling met storen, geef dan een knikje met je hoofd en ga je verder met je uitleg. - Zet één stap in de richting van de leerling en sluit het andere been aan (wacht even).
Stopt de leerling met storen, geef dan een knikje met je hoofd en ga je verder met je uitleg. - Maak deze gebaren: attentie en stop.
Stopt de leerling, dan bedank je met het gebaar duim omhoog. Je gaat verder met je uitleg. - Zet het Telraam één afbeelding verder, pak het Tipboek en loop naar de leerling.
Spreek de tip uit: “graag opletten” en schrijf die in je Tipboek.
Stopt de leerling met storen, geef dan een knikje met je hoofd en ga je verder met je uitleg.
Tot zover het aansturen zie ook de gehele handleiding.
Aansturen met lichaamstaal bij leerling gestuurd onderwijs – zelfstandig werken
Terwijl je leerlingen zelfstandig werken, observeer je je leerlingen en loop je rond. Als een leerling tijdens zelfstandig werken één of meer andere leerlingen stoort, handel je als volgt: Je loopt (langzaam en ontspannen) naar de leerling die stoort toe en kijkt de leerling aan. Als je oogcontact hebt, en de stopt met storen (doordat jij er heen bent gelopen) geef je een knikje.
Stopt een leerling niet, dan gebruik je deze gebaren:
- Attentie – stil (dit gebruik je als iemand stoort door te praten)
- Attentie – stop (dit gebruik je als iemand stoort door iets te doen)
Stopt de leerling dan met storen, dan geef je een compliment (duim omhoog)
Advies:
- Ga naast een leerling staan en niet tegenover een leerling.
- Pas ervoor op om niet te dicht bij de leerling te gaan staan,
Tot zover het aansturen zie ook de gehele handleiding.
3 Aansturen met tip
Afbeelding 60: tip 1 en 2
Hoe geef je Tip? Dat verschilt per werkvorm. Je laat je een Tip aansluiten bij de aanwijzingen die je geeft met de map verwachtingsmanagement. Daarmee geef je per werkvorm één boodschap af en dat zorgt voor duidelijkheid. Zie ook de overige informatie van 5.1.1 Toepassingen tip)
Met een Tip bedoelt VOH een positief geformuleerde aanwijzing. Omdat je de Tips positief formuleert, blijft de goede sfeer behouden. Meestal reageert een leerling goed op een Tip. Door de Tips te noteren, geef je impliciet aan dat je een vervolgstap kunt nemen. Door de Tips met de telraam te tellen geef je de grens aan en voorkom je dat de Tips hun signaalfunctie verliezen.
Tips geef je op de manier van een steekproef. Een leerling weet niet wanneer de steekproef hem of haar betreft. Dit zorgt ervoor dat iedere leerling de kans heeft door jou ‘aangestuurd’ te worden. Als leerlingen weten dat jij Tips geeft op de manier van een steekproef, zetten zij zich allemaal goed in want de meeste leerlingen willen geen Tip krijgen.
Tip met hoofdletter
Waarom schrijft VOH het woord Tip op deze site met een hoofdletter? Bij VOH is een Tip (met hoofdletter) een niet vrijblijvende en telbare stap waarmee je gedrag aanstuurt. De stap leidt indien nodig tot een maatregel. Daardoor is Tip een belangrijke term bij VOH. De hoofdletter maakt dat duidelijk. Een cursist heeft voor het eerst het woord Tip op deze manier gebruikt. Jargon VOH
Toepassingen Tips in verschillende situaties
VOH onderscheidt drie situaties waarbij je Tips kunt inzetten.
- Frontaal lesgeven
- Zelfstandig werken
- Huiswerk maken
Het advies van VOH is om te beginnen met toepassen van Tips bij één van de drie genoemde situaties: Bij succes pas je Tips ook toe in een van de andere situaties.
Waarschuwing vervangen door Tip
Waarom vervangt VOH een waarschuwing door een Tip? Als je storend gedrag laat stoppen met een waarschuwing, zend je een negatieve boodschap uit. Je benoemt het negatieve gedrag en je komt dreigend over. Die dreiging maak je effectiever als je er ook dreigend uitziet! Je fronst en/of je maakt je groot. Als je vaak waarschuwt zonder een maatregel te nemen heeft de waarschuwing steeds minder effect.
Negatief effect waarschuwing
Door te dreigen, is het mogelijk om tijdelijk iets voor elkaar te krijgen maar de kans is groot dat leerlingen dit dreigen onaangenaam vinden. Als je vaak dreigt, vinden de leerlingen je al snel een nare docent. Ze voelen zich door jou klem gezet en ervaren jouw dreigementen als hinderlijke machtsuitoefening. Met een waarschuwing spiegel je negatief gedrag van een leerling die jou stoort en daarmee versterk je onbewust negatief gedrag. Door te dreigen stel je je leerlingen (misschien wel onbewust) in staat om jouw gedrag op een negatieve manier te beïnvloeden. Bovendien haal je met een waarschuwing leerlingen die wel willen opletten uit hun concentratie.
VOH raadt iedere docent daarom aan om waarschuwingen te vervangen door ‘Aanwijzingen met lichaamstaal’ en het geven van positief geformuleerde Tips. Daarmee blijf je vriendelijk.
Tips noteren en tellen:
Met het noteren en tellen van Tips krijgt een Tip meer gewicht in de ogen van de leerlingen. Het nut van noteren blijkt ook uit deze spreuk:
Verba volent, scripta manent! (gesproken woorden vliegen weg, geschreven woorden blijven).
- Bij frontaal lesgeven noteer je Tips eerst in je Tipboek. Na de les noteer je deze op een lijst. Ook de term Tipboek schrijft VOH met een hoofdletter. Zowel de naam ‘Tip’ als de naam Tipboek zijn bedacht door een cursisten.
- Bij zelfstandig werken en bij huiswerk maken noteer je Tips direct op lijsten.
Via deze lijsten (Je kunt ook een lijst voor huiswerk maken) waarop je Tips noteert, krijg je inzicht in hoeveel Tips je aan welke leerling hebt gegeven en zie je hoe de klas als geheel functioneert. Met dit overzicht bepaal je weloverwogen wanneer het nodig is om een leerling bij te sturen. Daarmee ben je voor de leerlingen voorspelbaar en voorkom je dat je impulsief reageert. Doordat je Tips op lijsten noteert, zie je hoeveel Tips je in een periode hebt gegeven aan een leerling. Je ziet dan wanneer een leerling het maximaal toegestane aantal Tips heeft gekregen en weet dan dat het tijd is om als volgende stap een Tijdrovende opdracht te geven (bijsturen).
Grens van het aantal Tips
Je spreekt met je leerlingen een maximum aantal Tips. Deze grens verschilt voor frontaal lesgeven en zelfstandig werken. Zonder maatregel heeft een Tip geen effect!
Maximaal 1 Tip per leerling per les
VOH adviseert om per les aan dezelfde leerling slechts één tip te geven. Wat doe je als een leerling, nadat je al een Tip hebt gegeven, toch nog blijft storen?
3.1 Toepassingen tips
Hoe maak je door Tips te tellen en te noteren je leerlingen individueel én collectief verantwoordelijk voor het goede verloop van de les?
Lees meer bij Toepassingen Tip.
3.2 Tip als stap van de handelingsladder
Lees bij de inleiding van ‘Aansturen en bijsturen’ de handleiding die hoort bij de Handelingsladder uitgesplitst in frontaal lesgeven en zelfstandig werken. Daar is de Tip de tweede stap.
3.3 Wie geef je een tip?
Bij frontaal lesgeven:
Tijdens frontaal lesgeven geef je een Tip aan een leerling die:
- de les verstoort.
- die een medeleerling stoort.
Bij zelfstandig werken:
Als kijkt naar de leerlingen zie je wie wel en niet aan het werk is. Je ziet ook welke leerling een andere leerling stoort of de hele groep stoort. Dat laatste kun je niet toelaten, dus loop je naar de leerling die stoort en die geef je een Tip.
N.B. Als een leerling het eerste deel van een rapportperiode niets doet tijdens zelfstandig werken én niemand stoort, kun je deze leerling met rust laten. Dit lijkt in tegenspraak met jouw aanwijzing met de map voor Verwachtingsmanagement waarbij je vraagt om de tijd goed te gebruiken. Pas aan het einde van een rapportperiode ga je het gesprek aan met een leerling die niet aan het werk gaat. Het niet aan het werk gaan, kan een fundamenteel oriënteren zijn. Door iedereen aan het werk te houden, beperk je de mogelijkheid van leerlingen om een eigen koers te vinden. De tijd die ‘verloren’ gaat haalt de leerling ruimschoots in als de leerling gemotiveerd raakt.
Voor het niet maken van huiswerk:
Overweeg om bij de controle van huiswerk een app te laten bepalen wie je controleert. Het voordeel hiervan is dat de app onpartijdig is en dat een leerling wanneer jij het huiswerk controleert. Bij het controleren van het huiswerk beperk je je tot de met de app geselecteerde leerlingen. Hoe minder je controleert, hoe meer tijd je hebt om les te geven. Tijdens het geven van een Tip spreek je zacht, alleen hoorbaar voor de leerling.
3.4 Tot wie richt je je met een tip?
De manier waarop je een Tip uitspreekt, het volume waarmee je de Tip uitspreekt, verschilt bij Frontaal lesgeven en bij Zelfstandig werken:
Omdat je tijdens frontaal lesgeven met verwachtingsmanagement aangeeft dat je graag wilt dat leerlingen opletten, is de Tip ‘Graag opletten’ altijd van toepassing.
Enerzijds is de Tip bedoeld voor de leerling die je de Tip geeft. Je maakt deze leerling duidelijk hoe je wilt dat de les verloopt. Tegelijkertijd horen de andere leerlingen jouw Tip en is die Tip ook voor hen een positieve aanwijzing voor gewenst gedrag. De Tip is bij frontaal lesgeven bedoeld voor iedereen. Daarom spreek je een Tip voor iedereen hoorbaar uit.
Omdat je tijdens zelfstandig werken met verwachtingsmanagement aangeeft dat je graag wilt dat leerlingen aan de slag gaan met de opdracht, is de Tip ‘Graag werken aan de opdracht’ altijd van toepassing.
Tijdens zelfstandig werken loop je voordat je de Tip geeft naar de leerling toe en spreek je de Tip zacht uit. De Tip is dan alleen bedoeld voor de betreffende leerling. De rest van de groep heeft hier niets mee te maken. Om de andere leerlingen niet te storen, spreek je de Tip uit met zachte stem.
3.5 Tellen van tips
Je telt het aantal Tips dat je geeft zowel bij frontaal lesgeven als bij zelfstandig werken met het telraam. Daarmee geef je een jouw grens aan.
3.6 Zorgvuldig omgaan met tips
Stel dat je zowel Tips geeft tijdens frontaal lesgeven als bij zelfstandig werken, dan zou je in totaal zes Tips (2 + 4) kunnen geven zonder dat je een Tijdrovende opdracht uitdeelt. In deze optelsom zijn Tips voor het niet maken van huiswerk buiten beschouwing gelaten.
Als je ook nog vier Tips zou geven binnen een les voor het niet maken van huiswerk, dan kom je al op maximaal 10 Tips.
Je zou dan één leerling binnen één les drie verschillende Tips kunnen geven, één voor het storen tijdens frontaal lesgeven, één voor het storen van een medeleerling tijdens zelfstandig werken en één voor het niet maken van huiswerk.
Advies van VOH: Geef een leerling per een les maximaal één tip (Uitzonderingen daargelaten). Geef Tips zorgvuldig. Daarmee vermijd je conflicten met leerlingen.
Je telt het aantal Tips dat je geeft zowel bij frontaal lesgeven als bij zelfstandig werken met het telraam. Daarmee geef je een jouw grens aan.
3.7 Leerling gaat na tip door met het verstoren van de les
Als je een leerling al een Tip hebt gegeven en deze leerling gaat door met het verstoren van de les, probeer dan deze leerling zoveel mogelijk te negeren. Is de leerling zeer storend, overweeg dan om je Tipboek te pakken en zonder iets te zeggen het gedrag van de leerling daarin te beschrijven. De leerling verkeert nu in onzekerheid: heeft dit consequenties? Of het wel of niet consequenties heeft hangt nu af van de leerling. Blijft de leerling storen dan geef je aan dat je wat je opschrijft besproken kan worden met de schoolleiding.
Met deze aanpak voorkom je dat je een leerling binnen een les twee Tips geeft.
3.8 Verschillen PO en VO
Primair onderwijs
In het PO heb je de hele dag dezelfde klas. Verdeel de dag daarom in delen en bepaal per deel het maximum aan Tips. Bijvoorbeeld per les (taal/rekenen/Engels etc.) of per dagdeel (voor de kleine pauze, na de kleine pauze en de middag). Sluit de periode duidelijk af, bijvoorbeeld door een compliment te geven als je leerlingen eerst druk waren en daarna weer goed aan het werk gingen. Zet bij elk dagdeel de visuele aanwijzing van het aantal Tips (telraam) weer in startpositie en vraag je leerlingen of zij mee willen helpen de ‘Tips in het groen’ te houden.
Voortgezet onderwijs
In het voortgezet onderwijs heb je iedere klas doorgaans één lesuur of een blokuur. Na iedere les neem je even afstand van elkaar. Een lesuur op een andere dag begin je dan weer positief met het telraam in de startpositie (groen).
3.8 Collectieve verstoring door de hele groep
Een collectieve verstoring kan voorkomen tijdens frontaal lesgeven, bij zelfstandig werken ligt een collectieve verstoring minder voor de hand.
Als meerdere leerlingen bij frontaal lesgeven besluiten om gezamenlijk jouw les te verstoren, kun je dit als volgt pareren. Eerst vraag je met een gebaar om stilte. Dan schrijf op het bord: ‘Algemene Tip: graag opletten’. Daarmee geef je aan dat je de hele groep een Tip geeft. Met het telraam laat je zien dat er nu een Tip is gegeven door de volgende afbeelding te tonen. Vervolgens vraag je opnieuw om stilte met een gebaar. Als de klas volhardt in het storen, schrijf je op het bord: ‘Tweede Algemene Tip: graag opletten’. Het telraam zet je nu naar de volgende afbeelding, die is rood. Voor de derde keer vraag je om stilte. Blijft de groep onrustig, dan kies je een willekeurige leerling uit en zeg je tegen deze leerling: “Helaas moet ik je nu een Tijdrovende opdracht geven. Als een leerling protesteert bij het krijgen van de opdracht, geef je aan dat hij of zij nu kan stoppen met dit gedrag, en dat je anders helaas een grotere opdracht moet geven.
De leerling overweegt nu of het nog loont om door te gaan met het verstoren van de les. Uit ervaring blijkt dat een leerling gesteld voor die vraag er meestal voor kiest de korte opdracht te accepteren.
4 Samenvatting
Aansturen doe je met een glimlach. Zowel met lichaamstaal als met Tips stuur je op een vriendelijk en duidelijke manier storend gedrag van een leerling aan. Tips zijn effectief als:
- vooraf een maximum aantal Tips met de klas is afgesproken,
- je de Tips zowel noteert én telt.
- Wacht niet te lang met het geven van Tips. Een Tip heeft meer gewicht dan het aansturen met een gebaar. Als je nooit Tips geeft, loop je de kans dat je toch weer boos wordt of gaat waarschuwen.
- Een oorzaak van storend gedrag die je over het hoofd kunt zien, is bijziendheid. Sommige leerlingen schamen zich voor hun bril en zetten deze daarom niet op. Zonder bril kunnen ze niet lezen wat er op het bord staat. Als je de indruk krijgt dat een leerling de informatie van het bord niet kan lezen, test dan tijdens een persoonlijk gesprek in hoeverre een leerling iets van het bord kan oplezen. Als je merkt dat de leerling niet scherp genoeg ziet om het bord te kunnen lezen, zet de leerling dan vooraan. Stel de mentor en de schoolleiding ervan op de hoogte dat de leerling niet goed ziet.
5 Video
Het effect van een tip gefilmd in een niet geregisseerde setting
Bij dit fragment zitten een aantal leerlingen klaar om te gaan optreden. De leerlingen die gaan optreden zijn onrustig. Maar niet alleen zij, ook de hele klas deelt in de onrust. Meer info over deze video hieronder.
Bij 2.17 vraagt de docent aandacht met het vuurtorengebaar (Een gebaar dat vraagt om stilte). Dat heeft niet het gewenste effect.
Bij 2.32 pakt de docent het telraam en vertelt dat hij nogmaals het stiltegebaar gaat tonen en dat wie dan doorpraat een Tip krijgt.
Bij 2.46 maakt de docent voor de tweede keer het stiltegebaar. Nu is het helemaal stil.
Het effect van deze drie handelingen is dat leerlingen stoppen met onderling praten en aandacht geven aan de presentatie van hun medeleerlingen. De onrust van de drie artiesten resoneert in de klas. Niemand valt hier iets te verwijten. Het is gewoon spannend om op te treden.
Merk op dat de docent nog geen Tip heeft gegeven maar dat het effect dat hij beoogde, aandacht voor de les, wel tot stand komt mede door het telraam. Het telraam heeft hier de werking van een assistent van de docent op het gebied van orde houden.
6 Credits
Stephanie Heeren – Docent Nederlands
Herkomst Tip
Stephanie gaf les op dezelfde school waar Johan ’t Hart in die tijd werkte. Bij hem in de les zag zij dat hij met een beperkt aantal Tips werkte. Stephanie ging hier ook mee werken. De leerlingen die zij lesgaf hadden al bij Johan al ervaring opgedaan met ‘positieve aanwijzingen’ (Tips) en met de consequenties van het negeren van aanwijzingen. Stephanie besloot de positieve aanwijzingen Tips te noemen. Bovenaan deze pagina vertelt Stephanie hoe zij Tips introduceert bij haar leerlingen.
Dit maakte zij als volgt duidelijk aan haar leerlingen: Jongens en meisjes: Ik ga dit jaar werken met Tips! De eerste twee zijn gratis, de derde gaat je tijd kosten! De leerlingen vroegen haar of ze ging werken op de manier van Johan ’t Hart. Nadat zij dit bevestigde, kon zij ongestoord lesgeven.
Haar manier van introduceren Tips en Tijdrovende opdracht is kort en effectief.
Linda Timmermans – Linda volgde de cursus en geeft muziekles op het VO
Herkomst Tipboek
Tijdens frontaal lesgeven schrijf je in een notitieboekje wie je een Tip geeft en omschrijf je de Tip. Linda gaf dit notitieboekje de naam Tipboek. Het noteren van Tips in een Tipboek bij frontaal lesgeven oogt vriendelijker dan het direct noteren op een lijst. Bij zelfstandig werken noteer je Tips wel direct op een lijst.