2.3 Verwachtingsmanagement
Op deze pagina
- Belang van verwachtingsmanagement
1.1 Verwachtingsmanagement
1.2 Geen verwachtingsmanagement
1.3 Starten met verwachtingsmanagement - Driehoek of map verwachtingsmanagement
- Nadere instructie over zelfstandig werken
- Toezien op uitvoering van verwachtingsmanagement
- Complimenten
5.1 Valkuil complimenten - Intentieverklaring docent
- Samenvatting
- Credits
Met ‘Verwachtingsmanagement’ maken docenten duidelijk wat leerlingen te doen staat bij de start van een nieuwe werkvorm. Bij het voorbereiden van een les hebben zij een beeld voor ogen van wat de leerlingen in de les gaan doen, zij verwachten iets van de leerlingen. Deze verwachtingen maken zij efficiënt en effectief aan de leerlingen duidelijk. De leerlingen weten dan bijvoorbeeld welke spullen ze moeten pakken en wat ze daar mee gaan doen of dat de docent verwacht dat zij opletten.
Met verwachtingsmanagement maak ik duidelijkheid aan mijn leerlingen of ik verwacht dat ze opletten of dat ik verwacht dat zij aan de slag te gaan met opdrachten.
Introductievideo
Voor meer informatie bekijk hier onze overige introductievideo’s.
Huidige aanpak:
Hoe maak ik tot op heden mijn verwachtingen duidelijk? Welke informatie toon ik op het bord, welke geef ik mondeling?
Toekomstige aanpak:
Hoe maak ik in de toekomst mijn verwachtingen aan de klas duidelijk?
Voorbeelden
Voorbeelden verwachtingsmanagement PO
Zie hieronder ‘Map verwachtingsmanagement‘
Op digiborden van het PO zitten allerlei handige tools die je in kan zetten voor je verwachtingsmanagement:
- Als je wilt dat de groep sneller reageert op jouw verwachtingsmanagement, stuur je dit als volgt aan: “Als ik straks ga zitten, verwacht ik dat je alles in orde hebt” Ondertussen bereid je zelf ook iets voor zodat het er niet uitziet alsof jij zit wachten. Daarmee bepaal jij de timing. Er kunnen nu twee dingen gebeuren. De leerlingen maken snel alles in orde óf jij vindt dat het niet snel genoeg gaat. In dat laatste geval ga je zitten, kijk je rond en loop je vervolgens naar een leerling. Als de leerling dan niet direct alles in orde maakt, geef je hem of haar een Tip.
- Op het Prowise digibord zitten geluiden van verschillende muziekinstrumenten. Deze kun je inzetten om een signaal af te geven zonder dat je daar iets bij hoeft te zeggen. Bijvoorbeeld: als het drumstel klinkt, wil de juf met de les beginnen. In de 10 seconden dat dit geluidsfragment duurt, stop je met praten, kijk je naar het bord en wacht je rustig totdat het geluidsfragment is geëindigd.
- Kies met elkaar een liedje dat je aanzet tijdens het opruimen. In de minuten dat dit liedje duurt, maken de leerlingen hun werk af en beginnen met opruimen. Spreek van tevoren duidelijk af wat er van ze verwacht wordt als dit liedje is afgelopen. Bijvoorbeeld: je tafeltje is leeg, je zit op je plek en je bent stil. Eventueel kan je nog extra aanwijzingen op het bord typen.
- Als de leerlingen ’s ochtends of na de pauze binnenkomen is het handig om de leerlingen meteen aan het werk te zetten. Dan heb je minder kans op drukte en leerlingen die door de klas gaan zwerven. Bijvoorbeeld: pak je tablet en maak alvast som …. Pak je leesboek en zoek alvast een plekje om te (chill) lezen etc.
Voorbeelden verwachtingsmanagement VO
Zie hieronder ‘Map verwachtingsmanagement‘
Bij onderstaande voorbeelden zien de leerlingen instructie op het bord:
- Als de leerlingen ’s ochtends of na de pauze binnenkomen is het handig om de leerlingen meteen aan het werk te zetten. Dan heb je minder kans op drukte en leerlingen die door de klas gaan zwerven. Bijvoorbeeld: ‘pak je tablet en maak alvast som ….’ of ‘Pak je leesboek en zoek alvast een plekje om te lezen’ etc.
- Pak de spullen die horen bij het onderwerp dat je hebt gekozen in de vorige les en ga de eerste vijf minuten stil zelf aan het werk. Als je een vraag hebt, schrijf die dan op en leg die naast je neer.
- Een andere uitgebreidere vorm van verwachtingsmanagement: Drie magneten om aankondigingen op te hangen: 1) Agenda, 2) Doe direct, 3) Leerdoelen.
- Als jij van leerlingen vraagt in een andere opstelling te gaan zitten en het wisselen gaat naar jou idee te langzaam, vraag dan aan de groep: “Hoe snel denken jullie dat jullie deze wisseling kunnen maken?” De klas maakt dan vermoedelijk een zeer scherpe inschatting. Vraag je leerlingen dan weer terug te gaan naar de vorige opstelling en dan test je met een timer of de inschatting van de klas in de praktijk klopt. Het spelelement maakt dat de leerlingen zich doorgaans maximaal inzetten voor deze race.
Inleiding verwachtingsmanagement
‘Verwachtingsmanagement’ is één van de drie modules van de invalshoek ‘Duidelijk’ van Vriendelijk Orde Houden (VOH).
Afbeelding 27: Duidelijk (overzicht)
Niet alleen jij hebt verwachtingen van je leerlingen, ook je leerlingen hebben verwachtingen van jou. Het hebben van verwachtingen is iets wederzijds. In het eerste deel van deze module behandelen we hoe je met de driehoek het initiatief neemt wat betreft de gebeurtenissen die binnenkort plaatsvinden in de les, hoe je per werkvorm duidelijk maakt aan je leerlingen wat jij van ze vraagt. Door duidelijk te zijn over je wat je van je leerlingen verwacht, maak je orde. In het laatste deel van deze module ‘Intentieverklaring docent‘ maak je aan je leerlingen duidelijk wat zij van jou kunnen verwachten.
Net als de start van een les zijn overgangen van frontaal lesgeven naar zelfstandig werken een potentiële bron van onrust. Daarom is het belangrijk dat je verwachtingen juist op die momenten goed en efficiënt over brengt. Met de ‘driehoek’ (of met de map verwachtingsmanagement) geef je aan wat je wilt dat je leerlingen doen gedurende de daarop volgende werkvorm.
VOH adviseert deze aanwijzingen altijd concreet en positief te formuleren. ‘Positief’ betekent dat je alleen formuleert welke gedrag/acties/handelingen je wél verwacht te zien. (‘Negatief’ zou inhouden dat je formuleert welk gedrag je niet wenst te zien, maar dat doe je juist niet.)
Naast algemene aanwijzingen voor hoe iedereen aan het werk dient te gaan, is het vaak ook nodig om een aantal praktische zaken toe te lichten. Die aanwijzingen geef je pas als het helemaal stil is. Bij de video hieronder zie je bij 2 minuten en 18 seconden hoe een docent vrijwel zonder iets te zeggen een onrustige groep om aandacht vraagt.
In deze video zie je muzieklessen gegeven door Johan ’t Hart. Deze video is speciaal gemaakt om te laten zien hoe Vriendelijk Orde Houden er in de praktijk uit kan zien.
Na 8 seconden – Aan het begin van de les zien de leerlingen op het bord wat de docent van hen verwacht.
na 27 seconden – Na het verwelkomen van binnenkomende leerlingen loopt de docent door de klas en spoort leerlingen aan die niet aan het werk gaan met behulp van gebaren. Deze geluidloze aansporingen verstoren de rust in de klas niet. Met twee armen wijst de docent naar een leerling die zich niet voorbereidt. Als dit nodig is, herhaalt de docent mondeling de instructie die op het bord staat.
Na 56 seconden – Als iedereen zit en de juiste spullen voor zich heeft, geeft de docent enkele aanwijzingen. Daarbij is het belangrijk dat iedereen oplet, stil zit en kijkt naar de docent. Op die manier kun je je verwachtingen snel aan iedereen duidelijk maken.
Na 1 minuut en 10 seconden – Leerlingen die zich goed hebben voorbereid, die de aanwijzingen op het bord hebben opgevolgd, krijgen van de docent toestemming om aan de slag te gaan.
Op 2 minuten en 18 seconden staan de leerlingen op het punt om op te treden. De docent vraagt met een gebaar om stilte. Dit duurt even omdat zowel de leerlingen die gaan optreden als de groep opgewonden zijn. De rust ontstaat grotendeels door non-verbale signalen (gebaren en het oppakken van de driehoek), het is niet nodig dat de docent zijn stem verheft.
1 Belang van verwachtingsmanagement
1.1 Verwachtingsmanagement
Bij binnenkomst zien je leerlingen op het bord of aan ‘map verwachtingsmanagement’ wat ze moeten doen of welke spullen ze moeten pakken. Als je ziet dat een leerling de gevraagde spullen niet pakt, wijs je eerst op het bord (daar zien ze welke spullen ze horen te pakken) of naar een afbeelding van de map. Met de map specificeer je wat je vraagt van je leerlingen. Als je dit elke les doet, raakt iedereen hieraan gewend en gaat iedereen snel aan het werk. Ook als je wisselt van werkvorm, ben je duidelijk in wat je van je leerlingen verwacht.
Met de driehoek geef je aan of het de bedoeling is dat leerlingen naar jou luisteren of dat jij wilt dat zij zelfstandig aan het werk gaan.
1.2 Geen verwachtingsmanagement
Wat gebeurt er als je niet duidelijk bent? De leerlingen komen binnen en zien geen concrete instructie. Sommige leerlingen pakken alvast de spullen waarvan ze vermoeden dat ze die nodig hebben, anderen praten (luidruchtig) met elkaar. Om de aandacht te trekken, verhef je je stem en het duurt geruime tijd voordat de leerlingen stil zijn. Dan pas kun je vragen of je leerlingen hun spullen willen pakken. Omdat je je verwachtingen in die situatie later aangeeft, verlies je tijd en concentratie.
1.3 Starten met Verwachtingsmanagement
Je kunt op elk moment (ook midden in het jaar) starten met duidelijk maken wat je van leerlingen verwacht per werkvorm.
Introduceer de map voor verwachtingsmanagement als volgt:
In mijn lessen onderscheid ik twee situaties: ofwel ik geef les (frontaal lesgeven met aansluitend korte oefeningen, klassengesprek) en dan vraag ik jullie op te letten of mee te doen. In de tweede situatie werken jullie zelfstandig aan opdrachten en dan verwacht ik ook dat jullie aan het werk gaan (toon na elkaar beide afbeeldingen). Als een leerling niet doet wat er gevraagd wordt, spreek ik deze leerling aan op gedrag en inzet. Omdat ik nu iets uitleg, toon ik deze afbeelding met de aanwijzing: ‘graag opletten tijdens de uitleg’ (frontaal lesgeven). Als ik voortaan iets uitleg toon ik deze afbeelding (Frontaal lesgeven – Graag opletten tijdens de uitleg / Graag meedoen aan oefeningen die volgen op uitleg).
2 Driehoek – Map verwachtingsmanagement
Driehoek
VOH adviseert altijd je verwachtingen op het gebied van frontaal lesgeven en zelfstandig werken aan te geven met de driehoek.
afbeelding 104: driehoek Verwachtingsmanagement
Van één A3 maak je deze gevouwen driehoek. Wil je dit zelf maken? Print dan deze pdf in kleur en op A3 formaat uit, maak drie vouwen en verbind de onderkant met twee plakbandjes.
Het voordeel van de driehoek is dat het digibord vrij is voor andere informatie. Bovendien kun je direct beginnen met de les en is het niet nodig te wachten totdat het digibord is opgestart wat bijvoorbeeld kan gebeuren bij een lokaalwisseling. Met de driehoek toon je jouw verwachtingen aan de leerlingen. Afhankelijk van de werkvorm die jij hebt gekozen toon je de bijpassende afbeelding.
Voordat je de leerlingen binnenlaat, zet je de driehoek goed zichtbaar neer, vervolgens zet je de computer aan; dan pas laat je de leerlingen binnen en begroet je ze. Zo heb je ondanks de wisseling van lokaal toch je verwachtingsmanagement op orde én heb je tijd om aan het begin van de les een praatje te maken met je leerlingen (Kennismaken).
Hulpmiddelen bij het lesgeven
Wat je van je leerlingen vraagt, toon je met de twee onderstaande afbeeldingen. Indien gewenst kun je deze afbeeldingen aanpassen met behulp van deze PowerPoint. Met deze afbeeldingen laat je aan je leerlingen zien dat je frontaal lesgeeft of dat hun de gelegenheid geeft om zelfstandig te werken én je geeft aan welke werkhouding je daarbij van hen verwacht.
Map Verwachtingsmanagement
Afbeelding 105 – map Verwachtingsmanagement
Bij foto’s hierboven zie je de ‘map verwachtingsmanagement’. Met die map kun je de informatie van de driehoek aanvullen. Je kunt er dan ook pagina’s aan toevoegen waarbij je precies aangeeft wat leerlingen voor spullen horen te pakken als ze binnenkomen. Als blijkt dat er bij een bepaalde les iets niet naar wens verloopt, kun je voor de volgende les een nieuwe afbeelding in deze map zetten met de door jou gewenste extra informatie. Voordat je start met het betreffende onderdeel, geef je met die nieuwe afbeelding explicieter aan hoe je wilt dat deze activiteit verloopt.
In de klemmen bovenop kun je inlegvellen stoppen en daarmee op meer manieren verschillende werkvormen aangeven. Deze vorm van presenteren heet bij leveranciers ‘Dakstandaard’. Daarmee maak je van de ‘driehoek’ een ‘map verwachtingsmanagement’.
Voorbeelden van extra aanwijzingen:
- Frontaal lesgeven: De docent stelt een vraag én wijst iemand aan die het antwoord kan geven (geen vingers).
Dit gebruik je bijvoorbeeld als je wilt weten of leerlingen de leerstof van de vorige les beheersen.
Frontaal lesgeven: Een nieuw onderwerp: Wat weten we al van dit onderwerp? Als je iets weet steek dan je vinger omhoog.
Jij wijst met het start gebaar een leerling aan die een vinger opsteekt. Je noteer wat de leerling zegt op het bord en wijst daarna een andere leerling aan (Brainstormen). - Zelfstandig werken: Eerst 5 minuten zonder praten aan het werk, daarna – na het geluid van de timer – zachtjes overleggen.
Het voordeel van een map verwachtingsmanagement is dat je genuanceerd kunt aangeven wat je van leerlingen verwacht. Als de gevouwen driehoek voor jou volstaat, kun je deze map weglaten.
Afbeelding verwachtingsmanagement als je instructie geeft.
Deze afbeelding laat je zien als je frontaal lesgeeft:
Afbeelding 17: verwachtingsmanagement – graag opletten
Bij deze aanwijzingen hoort de tip: Graag opletten. Als die Tips geeft tijdens frontaal lesgeven, noteer je die eerst in je Tipboek en daarna op een klassenlijst speciaal voor frontaal lesgeven. Bij deze link meer informatie hierover in de linker kolom.
Afbeeldingen verwachtingsmanagement voor tijdens zelfstandig werken
Deze afbeelding laat je zien als je leerlingen zelfstandig werken:
Afbeelding 30: verwachtingsmanagement – graag aan het werk
Bij deze afbeelding is gekozen voor de kleur groen, wat bij VOH betekend ‘Ga zo door’, alsof je door een groen stoplicht rijdt.
Bij deze afbeelding hoort de Tip: “Graag aan het werk”. Als die Tip geeft tijdens zelfstandig werken, noteer je die direct op een lijst voor zelfstandig werken. Bij deze link meer informatie hierover in de rechter kolom.
3 Nadere instructie over zelfstandig werken
Schermen van leerlingen zichtbaar.
Vraag aan leerlingen die uitsluitend met hun laptop of iPad werken om op een plek te gaan zitten waar je hun schermen in één oogopslag kunt zien. Doe je dat niet, dan kunnen deze leerlingen zich in verstoppen en ongestoord een computerspelletje spelen. Dat is niet wat je van hen verwacht.
Dezelfde opdracht – Zelfgekozen opdracht
Voordat je leerlingen zelfstandig laat werken, maak je duidelijk wat je van ze verwacht. Als het jouw bedoeling is dat de leerlingen allemaal aan dezelfde opdracht werken dan hoort daar andere instructie bij dan wanneer je van het vraagt te werken aan zelfgekozen opdrachten:
Alle leerlingen werken geruime tijd aan dezelfde opdracht
Als je een complexe opdracht geeft en daarvoor veel tijd beschikbaar stelt, is het belangrijk dat alles duidelijk is. Voordat de leerlingen starten met deze opdracht geef je een volledige instructie voor het zelfstandig werken. Die instructie omvat zes punten:
- Taakinhoud
- Aanpak
- Hulpbronnen
- Duur
- Wijze van nakijken
- Vervolgtaak voor leerlingen die eerder klaar zijn.
Deze opsomming is ook bekend als het WHHTUK-model. Zie verder o.a. Ebbens (2005)
Het idee achter het geven van deze volledige instructie is dat je voorkomt dat leerlingen direct na de start van het zelfstandig werken vragen gaan stellen, waardoor stagnatie en onrust ontstaat. Als je al deze informatie mondeling geeft, dan loop je het risico dat de leerlingen deze informatie niet onthouden en de uitleg zijn doel voorbijschiet. Je kunt een samenvatting van deze volledige instructie op het bord tonen, of deze volledige instructie samen met de opdracht beschikbaar te stellen op internet. De zes punten van volledige instructie staan dan voor de leerlingen klaar. Als je de instructie op het bord toont, kunt je volstaan met een korte uitleg. De leerlingen zien dan in één oogopslag – en blijven dat ook zien – wat de bedoeling is. Naarmate de leerlingen meer vertrouwd raken met volledige instructie bij het zelfstandig werken, zullen de instructies op het bord meer voor zichzelf gaan spreken en kun je deze bondiger formuleren.
Alle leerlingen werken aan een zelfgekozen opdracht
Instructie vooraf:
Je bent straks vrij om zelf te bepalen hoe je aan het werk gaat.
- Als je met de basisstof aan het werk gaat en je denkt dat je deze beheerst, controleer dat dan eerst met de app. Bij succes laat je dit ook aan mij zien. Jij laat mij dan zien dat welk volgend niveau je met de app kunt behalen (aangenomen dat de leerling al eerder aan jou niveau met de app heeft laten zien) .
- Als je aan het werk gaat met een zelfgekozen onderwerp en je wilt dit aan mij presenteren, vul dan eerst een geel of groen formuliertje in. (Geel = presenteren voor de hele klas – Groen = presenteren alleen voor de docent). Met het formuliertje kom je naar toe en dan geef ik aan wanneer jij de presentatie kunt laten zien.
Je krijgt nu de ruimte en de vrijheid om een eigen koers te bepalen. Ik verwacht dat jullie op een verantwoordelijke manier omgaan deze vrijheid.
Deze instructie geef je alleen de eerste keer dat leerlingen starten met deze manier van werken. In de lessen daarna geef je indien nodig nog wat extra instructie vooraf en daarna vraag je je leerlingen aan het werk te gaan. Je toont dan de groene afbeelding van de driehoek.
4 Toezien op uitvoering verwachtingsmanagement
Door verwachtingsmanagement weet een leerling wat jij van hem of haar verwacht. Als je naast algemene aanwijzingen zoals wat je van leerlingen bij een werkvorm verwacht, ook extra instructie laten zien b.v. welke spullen je leerlingen dienen te pakken bij binnenkomst, is het belangrijk dat je erop toeziet dat je leerlingen ook echt die juiste spullen pakken. Het pakken van benodigde spullen, kun je geven met de ‘Map verwachtingsmanagement’.
Door rond te lopen en te kijken of de leerlingen de juiste spullen pakken en doen wat je van ze vraagt, gaan leerlingen meestal direct aan het werk. Zij weten wat ze moeten doen en merken dat jij daarop toeziet. Alleen al aandachtig naar een leerling kijken, heeft vaak het effect dat deze leerling aan het werk gaat.
Als jij merkt dat een leerling niet voldoet aan jouw verwachtingen onderstreep je jouw verwachtingen eerst met gebaren, dan met een Tip (Aansturen). Als een leerling het maximum aantal Tips overschrijdt, dan vraag je de leerling een brief aan jou te schrijven (Bijsturen).
N.B. Je kunt ook korte controlevragen stellen als leerlingen niet voldoen aan verwachtingen.
Voorbeeld
In de video hierboven (de ideale les) mogen leerlingen die zich goed hebben voorbereid (In de video na een minuut en 10 seconden) een instrument pakken. Een leerling heeft in de video zijn spullen niet in orde. Aan die leerling vraagt de docent (met gebaren) zich alsnog voor te bereiden. Deze leerling merkt dat hij moet wachten terwijl anderen al aan het werk mogen gaan.
5 Complimenten
Verwachtingen uitspreken is alleen zinvol als je erop toeziet dat leerlingen voldoen aan je verwachtingen. Als een leerling doet wat je vraagt, geef je een (onhoorbaar) compliment: duim omhoog. Leerlingen weten dan dat ze de juiste houding hebben en waarderen je compliment. Je waardering voor hun inspanningen zorgt ervoor dat ze graag voor je willen werken. Complimenten kun je zowel geven aan een individuele leerling (duim omhoog) als aan de hele klas (twee duimen omhoog).
Vertaal een beloning in de toekomst naar een beloning in het nu. Dat is het recept voor een betere wereld… Beloning werkt als het individueel, direct, eerlijk en met controle is over het eigen lot.” Lame (2016)
Geef alleen complimenten als het resultaat werkelijk goed is. Als je te snel complimenten geeft, heeft het geven van complimenten een averechts effect. Ongewild laat je dan merken dat half werk ook goed is. Met het geven complimenten voor matige prestaties geef je het signaal af dat een matige prestatie goed genoeg is. Leerlingen zetten zich dan niet meer maximaal in. Dit pleit ervoor om leerlingen hun prestaties met een app te laten beoordelen. Een app is niet partijdig en meet de werkelijke resultaten. Een app is nooit vrijgevig met complimenten.
Als een leerling bovengemiddeld presteert, geef dan een compliment en geef deze leerling de gelegenheid om andere leerlingen te helpen die moeite hebben met het betreffende onderdeel. Vraag deze leerling een bijdrage te leveren aan een activiteit van de school.
5.1 Valkuil complimenten
Het geven van een compliment aan een leerling heeft risico’s, zowel voor begaafde leerlingen als voor leerlingen die hard moeten werken voor een goed resultaat. Deze risico’s zijn de afgelopen jaren uitgebreid onderzocht en hebben een grotere bekendheid gekregen. Kortweg komt het neer op het volgende. Als een kind met weinig inspanning een goed resultaat bereikt (vaak aangeduid als ‘begaafd kind’) en daar complimenten voor krijgt, dan kan het kind daar onzeker door worden omdat het dan het idee krijgt dat het altijd een goed resultaat moet halen om acceptabel te zijn. Aan de andere kant staat een kind dat veel moeite moet doen voor een goed resultaat en dat daardoor minder vaak complimenten krijgt. Ook dat kind kan daardoor het gevoel krijgen niet acceptabel te zijn. Het is daarom in zijn algemeenheid beter te letten op inspanning en daarvoor complimenten te geven.
Als je bij het geven van een compliment een naam noemt, kunnen andere leerlingen denken: “Waarom krijg ik geen compliment”? Dit verschijnsel speelt minder een rol als je het compliment non-verbaal geeft met een gebaar: duim omhoog.
De cijfers voor opdrachten gaan leerlingen met elkaar vergelijken. Met een andere manier van beoordelen voorkom je jaloezie. Lees meer bij beoordeling over een alternatieve manier om rapportcijfers te bepalen. Niet het niveau van de leerling bepaalt het rapportcijfer maar het aantal behaalde opdrachten.
6 Intentieverklaring docent
Als je voor het eerst gaat werken met een groep maak je duidelijk hoe jij wilt gaan opstellen (Kader: Vriendelijk + Duidelijk). Je geeft dan aan dat die aanwijzing ook voor jou geldt. Je geeft dan aan dat leerlingen jou, als dat niet lukt, daarop mogen aanspreken. Met het bespreken van een kader geef je voor iedereen ook voor jezelf een richting aan. Ook al kan niet direct iedereen hieraan voldoen (omdat dit een leerproces is) krijgt iedereen de kans fouten te maken. Daarom is het kader te zien als een intentieverklaring. Je geeft met het kader niet alleen aan wat jij van de leerlingen verwacht, maar ook geef je aan wat leerlingen van jou kunnen verwachten.
In de loop van de eerste periode dat je een groep lesgeeft, kun je verder specificeren wat leerlingen van jou kunnen verwachten:
Vertel je leerlingen dat je ook vriendelijk en Duidelijk wilt blijven als je leerlingen aan- en bijstuurt. Dat je er daarom voor kiest om per periode pas na meerdere Tips over te gaan tot het laten schrijven van een ‘Brief over toekomstig gedrag’ en dat je probeert ervoor te zorgen dat iedereen goed kan werken en alle leerlingen evenveel aandacht wilt geven. Vertel dat dit kan betekenen dat leerlingen soms even moeten wachten.
Door jouw didactische voornemens te delen geef je een intentieverklaring af. Leerlingen stellen het op prijs als jij aangeeft dat jij ergens naar streeft, dat doen zij namelijk ook.
7 Samenvatting
Met de driehoek geef je per lesonderdeel aan welke acties je van de leerlingen verwacht. Met de Map verwachtingsmanagement geef je bijvoorbeeld aan welke spullen leerlingen horen te pakken. Leerlingen die weten wat hun te doen staat, gaan met de juiste aanwijzingen sneller aan het werk. Met het kader spreek je uit dat jij verwacht dat iedereen zich vriendelijk en duidelijk zal opstellen. Leerlingen kunnen dit dus ook van jou verwachten.
8 Credits
Eveline Busch – Bazalt | Tijdens de ontmoeting tussen de organisaties Basalt en Vriendelijk Orde Houden, spraken wij Eveline Busch. Zij keek mee bij een cursus van VOH. Tijdens die cursus noemde zij de term ‘verwachtingsmanagement’. Sindsdien is ‘Verwachtingsmanagement’ een module die hoort bij de invalshoek ‘Duidelijk’. |
Mick O’Mahony | Mick maakte duidelijk dat verwachtingen wederzijds zijn en dat je daarom niet alleen aangeeft wat jij van leerlingen verwacht maar ook wat leerlingen van jou kunnen verwachten. |