Lesinhoud: inleiding

‘Lesinhoud’ is een van de vijf invalshoeken van Vriendelijk Orde Houden (VOH). Docenten wisselen ‘Docentgestuurd onderwijs’ en ‘Leerlinggestuurd onderwijs’ af. Met deze invalshoek geven docenten hun leerlingen geleidelijk meer verantwoordelijkheid. Met die verantwoordelijkheid stellen ze hun leerlingen in staat om zelfstandig vaardigheden te verwerven, om in eigen tempo aan eigen projecten te werken. Hierdoor verbinden leerlingen zich met onderwerpen, met elkaar en met de wereld. Docent en leerlingen beoordelen elkaar. Wederzijdse beoordeling en samenwerking versnelt ieders ontwikkeling.

Als ik frontaal lesgeef, maak ik mijn leerlingen enthousiast over een onderwerp. Tijdens zelfstandig werken geef ik mijn leerlingen de kans om binnen een door mij aangegeven structuur een keuze te maken uit meerdere onderwerpen en daarmee aan de slag te gaan. Daarmee vergroot ik hun intrinsieke motivatie en autonomie. Ik vraag mijn leerlingen mijn lessen te beoordelen. Hun suggesties helpen mij bij het verbeteren van het lesmateriaal.

Om iets te leren, is het nodig te durven aanvaarden dat wat wij denken te weten, met inbegrip van onze meest gewortelde overtuigingen, verkeerd kan zijn, of op zijn minst naïef: schaduwen op de wanden van Plato’s grot.” Rovelli (2016), Carlo

introductievideo

Voor meer informatie bekijk hier onze overige introductievideo’s.

Huidige aanpak:

Hoe zorg ik nu voor een uitdagend lesaanbod?

Toekomstige aanpak:

Hoe zorg ik in de toekomst voor een uitdagend lesaanbod?

Werking van het brein

Enerzijds inspireer je leerlingen, anderzijds vraag je van leerlingen om  gerichte opdrachten af te wisselen met vrije opdrachten (Doeldomeinen Kwalificatie en Persoonsvorming). Jouw leeromgeving sluit dan aan bij de manier waarop de hersenen werken en stelt leerlingen in staat informatie te verbinden met nieuwe informatie en die te onthouden.

Inleiding

‘Lesinhoud’ is een van de vijf invalshoeken van Vriendelijk Orde Houden (VOH).

Afbeelding 32: Lesinhoud (overzicht)

Met de invalshoek ‘Lesinhoud’ en de daarbij horende modules verzorg je een uitdagende les en daarmee maak je orde. Elke leerling is uiteindelijk op zichzelf is aangewezen. Op die realiteit bereid je je leerlingen voor door hun steeds meer verantwoordelijkheid te geven. Tijdens dit proces groeien zowel je leerlingen als jijzelf.

Reisleider en wegenwacht – Twee rollen voor een docent.

In een interview stelt Willemijn de Jong deze vraag aan Dick Bruinzeel (toenmalig bestuurder van het Jan Arentsz in Alkmaar): Op welke manier geef je leiding aan verandering, zonder dat het eindresultaat al vaststaat?
Dick geeft als antwoord:

Bij de start van dit proces ontstond de metafoor: van georganiseerde reis naar trektocht. Dat is een manier van veranderen waarbij het heel belangrijk is dat je met elkaar een beeld schept van wat je ‘in het hier en nu’ doet. We hebben geen routekaart, maar we hebben ambities en een gedeeld beeld ontwikkeld van wanneer het goed is. We formuleren met elkaar uitgangspunten en leidende principes, van waaruit je kunt werken: alles wat daarbij past is goed. Op deze manier voorkom je bovendien symptoombestrijding”.

Wat bedoelt Dick Bruinzeel in dit citaat met symptoombestrijding?
Een schoolleiding kan problemen zoals ze zich aandienen als vertrekpunt nemen voor een veranderingsproces binnen een school. Bijvoorbeeld een tegenvallende opbrengstenkaart. Stel dat die tegenvalt door tegenvallende examenresultaten en een gebrekkig rendement in de bovenbouw. Dan kan de schoolleiding voor deze twee problemen plannen maken om ervoor te zorgen dat ze verdwijnen. Dat kan bijvoorbeeld door een externe organisatie (zoals VOH) docenten te laten trainen. Maar als de problemen die zich aandienen symptomen zijn van een dieperliggend probleem, namelijk dat het docententeam onderling problemen heeft die niet worden opgelost en dat er daarom weinig vertrouwen is in de schoolleiding en de koers die deze heeft uitgestippeld, wordt het probleem eerder groter dan kleiner.

Ook geeft hij aan dat verstoringen in de les door leerlingen kunnen duiden op dieperliggende problemen (de psychologische basisbehoeften zijn wellicht in het geding, autonomie/relatie/competentie). Als een docent niet aansluit bij  psychologische basisbehoeften van leerlingen en zich richt op het de kop indrukken van verstoringen, dan is dat ook een vorm van symptoombestrijding. Je pakt wel de symptomen aan maar niet het probleem (het niet aansluiten bij de basisbehoeftes van leerlingen).


Afbeelding 78: reisleider

Reisleider: als je de hele klas lesgeeft

Je neemt bij het organiseren van de (figuurlijke) reis voor leerlingen het voortouw in de rol van ‘reisleider‘. Met ‘Docentgestuurd onderwijs’ – frontaal lesgeven – neem je het initiatief. Bij ‘Docentgestuurd onderwijs’ staan de onderwijsdoelen Kwalificatie en Socialisatie centraal. Daarmee bied je structuur.

Wegenwacht: als je leerlingen zelfstandig werken

Anderzijds stel je je leerlingen in staat een persoonlijke trektocht te ondernemen. Tijdens ‘Leerling gestuurd onderwijs’  – zelfstandig werken – laat je het initiatief aan je leerlingen. Zij maken dan een (figuurlijke) persoonlijke trektocht waarbij jij de rol aanneemt van ‘wegenwacht’. Het onderwijsdoel Persoonsvorming staat centraal. Daarom bied je je leerlingen, als ze zelfstandig werken, vrijheid en vraag je hen met die vrijheid op een verantwoordelijke manier om te gaan. Daarmee verhoogt dat hun intrinsieke motivatie én tevredenheid over het onderwijs. Een tevreden leerling zal niet snel een les verstoren. Het steeds meer verantwoordelijkheid geven aan leerlingen is daarom te zien als een preventieve manier van orde maken. Met een zekere mate van vrijheid ontwikkelen leerlingen zich tot unieke personen die op hun eigen wijze hun verantwoordelijkheid nemen en op positieve manier omgaan met jouw lesaanbod. Wat doe je in de rol van wegenwacht en in de andere rollen die jij vervult tijdens zelfstandig werken?

Als je twee werkvormen afwisselt.

Door bij frontaal lesgeven leerlingen te inspireren en door tijdens zelfstandig werken hun autonomie te bevorderen, verkrijg je bij je leerlingen een positieve ‘emotionele bankrekening’ (Gunfactor – Covey) en willen je leerlingen voor je werken. Door deze afwisseling voorkom je dat leerling en docent permanent van elkaar afhankelijk zijn. Met die afwisseling voorkom je dat leerlingen volledig op zichzelf zijn aangewezen (Leerlinggestuurd onderwijs zonder Docentgestuurd onderwijs). Ook voorkom je dat leerlingen volledig op jou zijn aangewezen (Docentgestuurd onderwijs zonder Leerlinggestuurd onderwijs). Door ‘Docent gestuurd onderwijs’ en ‘Leerlinggestuurd onderwijs’ af te wisselen, geef je leerlingen structuur én vrijheid.

Als je wisselt van werkvorm wissel jij ook van rol:

Docentgestuurd onderwijs: reisleider/Geest uit de fles

Afbeelding 102: Geest uit de fles (overzicht)

Leerlinggestuurd onderwijs: wegenwacht/Geest in de fles

Afbeelding 103: Geest in de fles (overzicht)

Door deze afwisseling neemt gaandeweg de autonomie van leerlingen toe en komt voor jou het accent steeds meer te liggen op de rol van wegenwacht. Met deze invalshoek ‘Lesinhoud’ verhoog je de motivatie van leerlingen en help je je hen bij het zo volledig mogelijk te benutten van hun potentie. Je helpt ze bij de overgang naar volgende groep of klas en tenslotte bij het behalen van hun examen. Wat je hoopt is dat jouw gemotiveerde leerlingen zich ook na hun schooltijd op een positieve, sociale manier tot de wereld blijven verhouden.

Tussen de twee polen, structuur en vrijheid, krijgt de koers van een leerling steeds meer een persoonlijk karakter. Beide polen hebben op deze site een eigen icoon (baret en pet).

  1. De baret (boven linker kolom op de site) staat voor ‘De docent stuurt’. Bij frontaal lesgeven neem jij de leerlingen bij de hand en ben jij hun docent en in zekere zin reisleider. Je vraagt de aandacht van de groep en je biedt structuur. Je brengt je leerlingen in contact met jouw vak. Je behandelt tijdens frontaal lesgeven de basisvaardigheden. Aan de uitleg die je geeft, koppel je oefeningen. ALatijn: educare, opvoeden, maar ook educere, wegleiden uit (onwetendheid) – wikipedia.
  2. De pet (boven rechter kolom op de site) staat voor ‘De leerling stuurt’) Bij zelfstandig werken stuur jij je leerlingen op een trektocht waarbij zij enerzijds werken aan basisstof en anderzijds aan zelfgekozen onderwerpen die te maken hebben met jouw vak. Als leerlingen werken aan de basisstof stel je hen in staat om zichzelf op zelfgekozen momenten met een app te beoordelen. Zij maken een eigen planning en werken in eigen tempo. Tijdens zelfstandig werken neem jij de rol aan van wegenwacht. Je helpt je leerlingen bij het plannen van hun werk en ondersteunt hun zelfgekozen koers.

Lees meer over rollen van een docent

1 Het belang van het afwisselen van docentgestuurd onderwijs en leerlinggestuurd onderwijs

1.1 Afwisselen

Door zowel tijd in te ruimen voor ‘Docentgestuurd onderwijs’ als voor ‘Leerlinggestuurd onderwijs’ betrek je alle leerlingen bij de les. Enerzijds geef je je leerlingen sturing en anderzijds geef je iedere leerling de gelegenheid zijn of haar eigen weg te zoeken en in eigen tempo werken. Elke leerling stuurt dan zichzelf aan. Daarmee maak je het onderwijs inclusief. Hoe vaker leerlingen zelf keuzes maken, hoe meer dit bijdraagt aan het onderwijsdoel Persoonsvorming. Als je ‘Docentgestuurd onderwijs’ en ‘Leerlinggestuurd onderwijs’ afwisselt, ontwikkelen leerlingen na verloop van tijd verschillende expertises en die kunnen ze weer aan elkaar doorgeven.

1.2 Niet afwisselen

  1. Als je uitsluitend ‘Docentgestuurd onderwijs’ geeft, en je laat alle leerlingen werken aan dezelfde opdrachten, beschikken alle leerlingen na verloop van tijd over min of meer dezelfde expertise. Hoe minder keuzes je een leerling laat maken, hoe minder het onderwijs voor een persoonlijke tint krijgt (Valkuil alleen ‘Docentgestuurd onderwijs’).
  2. Als je uitsluitend ‘Leerlinggestuurd onderwijs’ geeft, voorzie je de groep niet van noodzakelijke informatie. Dit kan leiden tot het ontbreken van kennis en vaardigheden (Valkuil alleen ‘Leerlinggestuurd onderwijs’).

1.3 Starten met afwisselen

  1. Om te starten met ‘Docentgestuurd onderwijs’ bereid je minimaal één les voor. Bij ‘Docentgestuurd onderwijs’ werk je met de hele groep aan één onderwerp en jij kunt jezelf beschouwen als hun ‘reisleider‘.
  2. Als je start met ‘Leerlinggestuurd onderwijs’ bereid je een aantal onderwerpen voor waaruit leerlingen kiezen. Een leerling kiest dan een onderwerp dat past bij zijn of haar eigen niveau en interesse en gaat in zijn of haar eigen tempo aan de slag. Met ‘Leerlinggestuurd onderwijs’ stuur je de leerlingen als het ware op een trektocht (die jij hebt voorbereidt).

Met het afwisselen van ‘Docentgestuurd onderwijs’ en ‘Leerlinggestuurd onderwijs’ zet je een proces in gang dat kan worden samengevat met deze metafoor: van georganiseerde reis (met jouw in de rol van reisgids), naar trektocht (met leerlingen in een onderzoekende rol met jou daarbij in de rol van wegenwacht).

2 Vrijheid

Hoe wordt een leerling volwassen? Een belangrijk ingrediënt hierbij is de vrijheid om zelf beslissingen te nemen en daarnaar te handelen. Een leerling die zelf iets maakt, iets schept, een project vormgeeft, kan daar trots op zijn. Eigenheid verwerven is iets anders dan anderen na te volgen. Bied daarom je leerlingen, binnen een door jou bepaalde structuur, de vrijheid om keuzes te maken, om in eigen tempo te werken, om werkzaamheden in te delen en om deze te toetsen. Een onderdeel van deze werkzaamheden is het toetsen van basisstof met een app. Als een niveau met de app is behaald, laat de leerling dat niveau aan jou zien (zo’ toetsmoment voor één leerling kost jou weinig tijd – overweeg de voordelen van voortaan toetsen tijdens de les!). Elke leerling werkt tijdens zelfstandig werken in eigen tempo en met een eigen planning aan een van de onderwerpen die jij hebt voorbereid en klaargezet. Een van jou opdrachten kan zijn: Bepaal helemaal zelf wat je met mijn vak gaat doen en kom met dat voorstel naar mij toe (Persoonsvorming).

3 Samenwerken

Zowel bij ‘Docentgestuurd onderwijs’ als bij ‘Leerlinggestuurd onderwijs’ versnelt samenwerking het proces. Hoe bevorder je samenwerking?

4 Beoordeling

Uiteraard beoordeel jij je leerlingen. Het advies van VOH is om daarnaast aan je leerlingen te vragen om jouw manier van lesgeven te beoordelen en om jouw lesmateriaal te beoordelen. Zo ontdek je sneller mogelijkheden voor verbetering.

Door op een andere manier te beoordelen –  door het aantal succesvol afgeronde opdrachten het rapportcijfer te laten bepalen – maak je je leerlingen zelf verantwoordelijk voor hun resultaten. Steeds als zij een opdracht af hebben, laten zij deze op eigen initiatief tijdens zelfstandig werken aan jou zien. Elke keer dat zij een dit doen verhogen zij daarmee hun rapportcijfer.

Tijdens een rapportperiode geef je gefaseerd aandacht aan groepen leerlingen. Eerst geef je de snelle leerlingen aandacht (die geven het goede voorbeeld), daarna maak je tijd voor de achterblijvende leerlingen. Snelle leerlingen laat je in het tweede deel van een rapportperiode achterblijvende leerlingen helpen. De gedachte hierachter is dat leerlingen in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor het wel of niet aan het werk gaan. Lees meer (Beoordeling).

5 Maatschappelijke verantwoordelijkheid

Zie het als jouw taak om talenten van leerlingen te ontdekken en deze te ontwikkelen.

Afbeelding 106: Detective op zoek naar talent (overzicht)

Een op school ontwikkeld talent speelt eerst een belangrijke rol bij de studiekeuze van een leerling en kan vervolgens bepalend zijn voor het type werk of maatschappelijke functie én voor de maatschappelijke verantwoordelijkheid die een leerling op zich neemt. Het verhogen van de intrinsieke motivatie, helpt leerlingen bij het bepalen van hun studiekeuze. Een intrinsiek gemotiveerde student zal een studie eerder succesvol afronden.

6 Samenvatting

Jouw rollen tijdens het lesgeven:

  1. Bij ‘Docentgestuurd onderwijs’ is het jouw taak de leerlingen te enthousiasmeren en te inspireren voor het vak dat je geeft en om leerlingen met elkaar in contact te brengen. Jouw rol is dan reisleider (Inspireren – Geest uit de fles).
  2. Bij ‘Leerlinggestuurd onderwijs’ is het jouw taak een uitdagende leeromgeving klaar te zetten. Jouw leerlingen gaan dan aan de slag met een onderwerp dat hoort bij de basisstof, met een onderwerp dat jij hebt voorbereid of met een zelfverzonnen onderwerp. Jouw rol is dan wegenwacht en/of coach (Autonomie – Geest in de fles).

Je kiest een manier van beoordelen die het voor je leerlingen mogelijk maakt om op hun eigen niveau te werken. Met een stevige basis van kennis en vaardigheden en met eigen inbreng zijn je leerlingen in staat steeds meer verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces (Persoonsvorming). Met dit alles motiveer je je leerlingen.

Tijdens zelfstandig werken bevorder je de autonomie van leerlingen door hen de gelegenheid te stellen een aantal zaken zelf te bepalen zoals:

  • het kiezen van een onderwerp en daaraan te werken,
  • het bepalen wanneer ze de basisstof bij zichzelf toetsen met een app en het maken van een eigen planning.

Je stelt leerlingen in staat om samen te werken door bij oefeningen die volgen op jouw uitleg de groepssamenstelling te beïnvloeden ontstaan er binnen de groep meer dwarsverbanden. Die dwarsverbanden zorgen ervoor dat leerlingen tijdens zelfstandig werken een ruimere keuze hebben om zelf te bepalen met wie ze willen samenwerken.

7 Credits

Gert Biesta Gert Biesta heeft ideeën aangedragen voor de invalshoek Lesinhoud van VOH. In een mail aan Johan ’t Hart schreef Gert Biesta in 2015:
‘Het vraagt educatieve wijsheid van de docent die immer de keuzes maakt en bepaalt, iets nieuws inbrengt en de jongere helpt zich los te maken van de logica van diens eigen grillen. Een educatieve wijsheid die risico toelaat.
Dankzij een opmerking van Gert Biesta is er nu op deze site een evenwicht tussen ‘Docentgestuurd onderwijs’ en ‘Leerlinggestuurd onderwijs’.
Andries Visser
In dit citaat uit een boek van Andries Visser geeft Kierkegaard aan voor welk type lezer zijn boeken bestemd zijn:

“Het gaat, zo schrijft Kierkegaard, om een lezer die ervan overtuigd is dat iedereen op zichzelf is aangewezen en dat dit de hoofdzaak is”. Visser (2019), Andries

VOH werkt deze gedachte uit voor docenten. Als docenten ervan overtuigd zijn dat hun leerlingen uiteindelijk op zichzelf zijn aangewezen, zal die gedachte bepalend zijn bij de manier waarop zij lesgeven.

Sliem el Ela
Sliem el Ela is een oud-leerling van Johan ’t Hart. Sliem is werkzaam als studiebegeleider. Hij gaf aan hoe het brein werkt. Johan en Sliem werkten deze inzichten uit in deze video.