3.1.1 Praktijkvoorbeeld leerlinggestuurd muziekonderwijs
Op deze pagina
- Intrinsieke motivatie
- Vergelijking docent- en leerlinggestuurd onderwijs
- Hoe verliepen de lessen?
3.1 De eerste les van een blok van acht weken
3.2 De eerste les van een volgend blok van acht weken
3.3 De tweede les van een periode - Hoe richt je je lokaal zo in dat 30 leerlingen zelfstandig kunnen werken
- Alle leerlingen aanspreken op gedrag en inzet
5.1 Administratie hierogliefen - Beoordeling presentatie
6.1 Presentatie alleen voor de docent tijdens zelfstandig werken
6.2 Presentatie voor de hele klas tijdens het frontale deel van de les - Voorbeelden resultaten
- Tweede deel van de les: aandacht centraal
- Een onderwijsexperiment – Wat zie je in een wolk?
- Leerlinggestuurd muziekonderwijs
- Zelfwerkzaamheid
11.1 Filmfestival
11.2 Afscheid van Peter van der Bosch - Afbeeldingen
- Samenvatting
Op het Pieter Nieuwland College gaf Johan ’t Hart van (1980-2014) frontaal muziekles en koppelde aan zijn lessen opdrachten. Op deze site staat dit omschreven als ‘Docentgestuurd onderwijs’. Bij deze manier van werken staat de docent centraal. Hij zocht al die tijd naar mogelijkheden om de leerling centraal te stellen, om autonomie, intrinsieke motivatie en Persoonsvorming van leerlingen te bevorderen.
In de laatste drie jaar van zijn loopbaan (2014-2017) liet hij het initiatief volledig over aan zijn leerlingen. Binnen een door hem aangebrachte structuur koos elke leerling een onderwerp en ging daarmee aan de slag. Deze manier van lesgeven heet op deze site ‘Leerlinggestuurd onderwijs’
Inmiddels gaat hij ervan uit dat onderwijs optimaal functioneert bij een afwisseling tussen Docentgestuurd onderwijs en Leerlinggestuurd onderwijs.
Voor leerlingen die goed zelfstandig kunnen werken heeft de docent slechts een faciliterende rol. Uitspraak een van mijn leerlingen:
Ik dacht eerst dat u mij alles had geleerd. Nu weet ik dat ik alles zelf heb geleerd”.
(Leerlingen mochten in pauzes in lokaal zelfstandig werken – Een bewijs van intrinsieke motivatie – Geest in de fles).
Video
link naar drie Introductievideo’s
Bekijk ter introductie ook onze tekenfilm
Deze videobeelden uit 2010 zijn onder te verdelen in:
Docentgestuurd onderwijs:
- Leerlingen nemen allemaal deel aan dezelfde oefening op hetzelfde moment.
- Ritme oefeningen met gebaren om aan te geven welk ritme leerlingen gaan spelen.
- Leerlingen vormen een orkest en voeren samen één stuk uit genaamd ‘Faras Ali’.
Leerlinggestuurd onderwijs:
- Leerlingen krijgen de kans zich gedurende twee lessen voor te bereiden op een presentatie.
- Leerlingen treden op in de klas
In deze videobeelden uit 2012 is te zien dat ook voor 2014 mijn lessen al in de richting gingen van leerlinggestuurd onderwijs.
- Leerlingen bereiden zich zwijgend voor op een presentatie. Ze communiceren schriftelijk en met gebaren. De manier waarop ze elkaar met lichaamstaal iets duidelijk maakten, vond ik prachtig om te zien! Door niet te praten en door lichaamstaal te gebruiken en schriftelijk te communiceren kon iedereen zich goed concentreren. Zie voor gebaren die wij gebruikten nu de site van de Conductors Band
- Een groot aantal van mijn leerlingen trad buiten de lessen om op voor de hele school. Dit laatste droeg sterk bij aan hun motivatie. Met hun optreden motiveerden zij andere leerlingen voor het vak muziek. Ook bij optredens werd er zo min mogelijk gesproken. Aankondigingen van een nieuw nummer gingen via een PowerPoint! Dit zorgde ervoor dat per avond meer dan 20 acts konden programmeren. Met deze aanpak was het mogelijk om tot vlak voor de voorstelling iets wijzigen of in de plannen. Doordat er geen programma werd uitgedeeld, viel het ook niet op als er een act ontbrak. Vlak van te voren verwijderden wij de betreffende dia uit de PowerPoint waarmee wij de verschillende nummers presenteerden.
Voorbeelden
PraktijkvoorbeeldVO
Een leerling zit op een gitaar te improviseren, het klinkt goed. Ik vraag hoe hij dat geleerd heeft. Leerling: “Maar meneer, dat heeft u zelf op internet gezet!”. Dat was ik alweer vergeten. Ooit had een leerling mij uitgelegd hoe je improviseert op een gitaar en ik zette zijn uitleg op internet.
Inleiding
In de eerste 34 jaar (1980-2014) dat ik muziekles gaf op het Pieter Nieuwland College, gaf ik meestal frontaal les. Ik bepaalde wat er gebeurde. Ik voelde mij grotendeels een acteur die vrij goed kon voorspellen hoe het publiek (de leerlingen) zouden reageren. Ik kon mijn leerlingen ‘bespelen’. Deze situatie had twee nadelen: Ik hield voortdurend de touwtjes in handen, ik vroeg van leerlingen steeds om met mijn plannen mee te gaan. Ik besefte dat dit niet de ideale manier van leren was. Hoewel ik niet ontevreden was, kreeg ik toch het gevoel dat veel van mijn leerlingen meer zouden moeten kunnen dan ze tot op dat moment lieten zien.
Zou het mogelijk zijn om mijn leerlingen altijd zelfstandig te laten werken? De overschakeling naar leerlinggestuurd onderwijs vereiste de nodige aanpassingen aan het muzieklokaal: Krukken in plaats van stoelen gaf veel ruimte. Akoestische piano’s en het drumstel gingen het lokaal uit en daarvoor in de plaats kwamen elektronische piano’s en een elektronisch drumstel. Deze konden leerlingen bespelen met een koptelefoon op. Verder hing ik veel gitaren en ukelele’s aan de muur. Ruimte maakte ik ook door zes één persoonstafels aan elkaar te schuiven tot grote tafels. Daar zaten de leerlingen om heen als ze zelfstandig werkten. Daardoor bleef er genoeg ruimte over om alle leerlingen te vragen met kruk in een kring te komen zitten.
Hoe zette ik mijn leerlingen in die nieuwe situatie aan het werk?
De laatste drie jaar (2015-2017) dat ik lesgaf liet ik de leerlingen elke rapportperiode twee onderwerpen kiezen waaraan ze wilden werken. Ik bepaalde dan welke keuze voor hen mogelijk was. Door die keuzes een beetje te stroomlijnen, kreeg elke leerling ergens in het jaar de kans zijn eerste keuze te volgen. De eerste helft van mijn lessen liet ik de leerlingen werken aan een gekozen onderwerp (leerlinggestuurd) en daarna improviseerde ik met de groep in een kring (docentgestuurd). In dit laatste deel van de les was voor al bedoeld voor muzikale interactie tussen leerlingen.
Beviel het?
In het begin kreeg ik niet alle leerlingen mee. Een reden hiervoor is dat niet elke leerling ervaring heeft met zelfstandig werken. Al vrij snel keken de leerlingen van elkaar de kunst af en gingen de meeste leerlingen zelfstandig aan het werk. De resultaten waren over het geheel genomen zeer goed.
Toch mistte ik iets: docentgestuurd onderwijs of ook wel frontaal lesgeven. In een volgend leven zou ik per blok steeds kiezen voor een andere aanpak. B.v. Eerste blok ritme (docentgestuurd), Tweede blok zelfstandig werken (leerlinggestuurd), Derde blok melodie (docentgestuurd) , vierde blok zelfstandig werken (leerlinggestuurd). Blok 1 en 3 zou ik dan gebruiken om frontaal les te geven en blok 2 en 4 om leerlingen zelfstandig aan de slag te laten gaan.
Onderzoek
In 2017, het laatste jaar dat ik lesgaf op het Pieter Nieuwland College is door het Prins Claus Conservatorium in Groningen onderzoek gedaan naar de manier waarop ik leerlinggestuurd onderwijs gaf. Dit onderzoek is geïnitieerd door Evert Bisschop Boele en uitgevoerd door Kees van der Meer. De vragen die de onderzoekers stelden hebben mijn aanpak nog verder aangescherpt. Deze samenwerking zet zich tot op de dag van vandaag voort. De afgelopen jaren heb ik een aantal lessen gegeven aan de studenten Docent Muziek van het Prins Claus Conservatorium waar Kees van der Meer inmiddels de leiding heeft van de opleiding Docent Muziek. Wilt u het onderzoeksrapport lezen, stuur dan een verzoek daarvoor naar: info@vriendelijkordehouden.nl
Waarom wilde ik mijn leerlingen nog meer dan voorheen (een deel van) hun eigen ontwikkeling laten bepalen?
Als kind kreeg ik muziekinstrumenten en kon daar door te proberen en zonder les al snel op spelen. Iets leren is dus niet altijd gekoppeld aan een docent. Ook wist ik dat sommige leerlingen veel sneller leren dan anderen. Als een snelle leerling door mijn vak werd gegrepen dan kon zo’n leerling in korte tijd een groeispurt maken. Ik wilde proberen om deze groeispurt vaker te laten plaatsvinden. Daarom maakte ik laatste drie jaar als muziekdocent meer ruimte voor leerlinggestuurd onderwijs. Ik vroeg mijn leerlingen, veel meer dan voorheen, zichzelf aan te sturen.
In deze videobeelden uit 2017 gaf ik voornamelijk Leerlinggestuurd onderwijs. Mijn lessen hadden in de drie jaar dat ik dit type onderwijs gaf steeds een vaste structuur. Eerst werkten mijn leerlingen 20 minuten zelfstandig en daarna improviseerden we gezamenlijk 20 minuten in een kring.
In deze video zie je hoe ik elke les mijn leerlingen zelfstandig aan het werk zette. Deze video heet ‘De ideale les’. Voordat ik zou stoppen met lesgeven wilde ik nog vastleggen wat ik (toen 2014-2017) onder een ideale les verstond. Eerder melde ik al dat ik nu (2024) pleit voor afwisseling tussen Docentgestuurd onderwijs en Leerlinggestuurd onderwijs. Nu kan ik met deze opnames docenten die tegen de beperkingen van docentgestuurd onderwijs aanlopen, laten zien hoe het eruit ziet als leerlingen op een goede manier zelfstandig aan het werk zijn.
Een tweede reden waarom ik deze video maakte, was dat veel docenten mijn lessen bezochten. Om ook nadat ik gestopt zou zijn nog aan docenten te laten zien wat ik versta onder leerlinggestuurd onderwijs heb ik deze video opgenomen.
Misschien wel de belangrijkste winst van dit experiment is dat ik een manier van orde houden bedacht voor een situatie waarbij leerlingen elke les een deel zelfstandig werken. Doordat ik deze aanpak drie jaar heb getest en verbetert, kan ik nu docenten die problemen ervaren met leerlingen die niet aan het werk gaan van advies voorzien.
In deze video is te zien:
- Leerlingen kiezen een onderwerp en werken daar zelfstandig aan met als gevolg intrinsieke motivatie.
- Ik gebruikte als docent lichaamstaal. Ook mijn leerlingen gebruikten onderling lichaamstaal. Met lichaamstaal storen wij anderen zo min mogelijk.
- Voortdurend observeerde ik mijn leerlingen en stuurde indien nodig aan of bij.
Wat maakte voor mij de overstap naar Leerlinggestuurd onderwijs mogelijk?
Ik was gewend mijn eigen lesmateriaal te maken en was niet gebonden aan een sectie die werkte met een lesmethode.
Ik had veel geleerd op het gebied van orde houden en vermoedde dat die kennis in aangepaste vorm ook zou kunnen werken bij leerlinggestuurd onderwijs waarbij alle leerlingen een eigen koers zetten. Voorop stond dat ik nooit boos mocht worden om niet zelf de sfeer tijdens het zelfstandig werken te bederven.
Bij het bepalen of een leerling wel of niet overgaat was het vak muziek op mijn middelbare school (Pieter Nieuwland College) geen bepalende factor. Men noemde het vak muziek ‘een vak achter de streep’. Desondanks probeerden de laatste drie jaar dat ik lesgaf de meeste leerlingen een hoog cijfer te krijgen. Zij konden daar zelf in sturen doordat ik rapportcijfers niet baseerde op een gemiddelde van toetsen, maar op het aantal met succes afgeronde opdrachten (Beoordeling met vinkjes). Deze manier van beoordelen had ik zelf bedacht als middel om leerlingen te motiveren en dat bleek in de praktijk ook het geval.
1 Wat ik van dit experiment geleerd?
- Het is mogelijk om elke leerling te laten werken aan een eigen onderwerp.
- Het is mogelijk het overzicht te houden op de activiteiten van de leerlingen als iedereen aan iets anders werkt.
- Het is mogelijk om leerlinggestuurd onderwijs in goede orde te laten verlopen.
- Hieronymus van Alphen schreef in 1787 “Mijn spelen is leren, mijn leren is spelen”. Ik zou hieraan nu toe willen voegen: “Mijn lesgeven is spelen”. Zo voelde het voor mij als ik door mijn lokaal liep terwijl iedereen zelfstandig werkte en ik de rol had van ‘wegenwacht‘.
- Bij leerlinggestuurd onderwijs werkten mijn leerlingen aan eigen projecten en verbaasden zij mij voortdurend met een hun originele aanpak. Ook vroeg ik hun na elke rapportperiode om suggesties en verbeteringen van het lesmateriaal en vroeg ik hun om advies over mijn stijl van lesgeven. Dit droeg bij aan de kwaliteit van mijn lessen.
Hoe zet je autonomie bij leerlingen op gang?
Hoe maak je een leeromgeving waarbinnen leerlingen zich ontplooien? Bij leerlinggestuurd onderwijs vroeg ik mijn leerlingen elke lesperiode (rapportperiode/blok) zichzelf aan te sturen met de volgende vragen:
- Kies een onderwerp
- Beschrijf je voorkennis.
- Bepaal je doel (Wat wil je aan jou voorkennis toevoegen?)
- Maak een plan van uitvoering.
- Zoek informatie en vraag hulp van deskundigen, klasgenoten of vraag hulp aan je docent.
- Presenteer de resultaten van de door jou gekozen open opdracht aan de docent. Schat voordat je de presentatie geeft welk cijfer je zult krijgen. Na de presentatie vergelijkt de docent jouw cijfer met dat van hem of haar. Over het verschil tussen beide cijfers gaan jullie in gesprek.
- Beoordeel de basisstof op een zelfgekozen moment met een app.
- Toon de resultaten die je behaalt met de app aan de docent tijdens zelfstandig werken.
- Aan het einde van de eerste periode beoordeel je het door jou gebruikte lesmateriaal en geef je suggesties voor verbetering. De docent kiest een aantal suggesties uit en gaat daarmee aan de slag.
- Bij de start van een periode beoordeelt je in hoeverre het doel dat je vaststelde aan het begin van de voorafgaande periode is behaald. Aan de hand daarvan bepaal je de grootte van jouw doel voor de komende periode. Bij goede resultaten in de voorafgaande periode kun je een ambitieuzer doel stellen, bij mindere resultaten is het aan te raden een bescheiden doel te kiezen. Op termijn leer je hierdoor jezelf in te schatten en krijgt je een reëel beeld van je capaciteiten.
Bekijk de bijbehorende formulieren en informatie voor de leerlingen.
2 Vergelijking docent- en leerlinggestuurd onderwijs
De laatste drie jaar legde ik het accent op leerlinggestuurd onderwijs.
In de onderstaande tabel zie je hoe ik als muziekdocent beide stijlen heb uitgeprobeerd en welke voor- en nadelen dat heeft.
1980-2014: 34 jaar ervaring met voornamelijk docentgestuurd onderwijs | 2014-2017: 3 jaar ervaringen met het accent op leerlinggestuurd onderwijs | |
Voorkennis | Als beginnend docent met een afgeronde opleiding conservatorium schoolmuziek stond ik voor de vraag wat ik tijdens mijn lessen zou behandelen. | Als ervaren docent stelde ik mijzelf de vraag of het mogelijk was leerlingen een deel van hun eigen ontwikkeling zelf te laten bepalen. Ik wist uit eigen ervaring dat ik als kind en ook nu nog het liefste alles zelf uitzocht/uitzoek. Zou ik mijn leerlingen ook op die manier aan het werk kunnen zetten?
Ik durfde deze stap te nemen omdat ik veel ervaring had met orde maken én omdat ik inmiddels met de meeste muzikale onderwerpen ervaring had opgedaan. |
Voorbereiding en format | Ik gebruikte geen methode maar bereidde zelf mijn lessen voor en hoopte dat mijn leerlingen die lessen zouden waarderen. Aan het maken van een succesvolle les ging veel denkwerk en vaak jaren testen vooraf. De ene les was meer succesvol dan de andere. Gaandeweg ontstonden er een aantal succesnummers.
De meest succesvolle lessen (b.v. zingen – soundmix – drums) kregen dan iets weg van een format. Zo gaat het nu eenmaal het beste. Ik bleef die geslaagde lessen maar herhalen. Naast dat ik wist dat deze lessen goed zouden verlopen, kreeg ik het gevoel dat ik gevangen zat: Hoe meer succes, hoe meer herhaling, hoe minder creativiteit. Vooral dit laatste deed mij de stap nemen naar leerlinggestuurd onderwijs. |
Verschillende onderwerpen bereidde ik voor en deze zette ik klaar op internet. Ook bedacht ik een format voor mijn lessen:
|
Activiteiten van leerlingen | Ik gaf elke les een show, voelde mij acteur. De leerlingen deden mee met door mij bedachte activiteiten en oefeningen. Als je als buitenstaander een les van mij bezocht, zag je doorgaans alle leerlingen bezig met één activiteit. |
De leerlingen bedachten zelf wat ze gingen doen. Ter afronding van een keuze gaven mijn leerlingen een presentatie en verbaasden mij en de groep met hun uiteenlopende optredens. |
Succes | Succeslessen:
|
Direct werd duidelijk dat leerlingen nu op een andere manier profiteerden van mijn de kansen die ze kregen: Ze bleken thuis langer door te gaan met het werken aan opdrachten die ze zichzelf hadden gesteld. Een paar opmerkelijk verhalen:
Ik stelde een app beschikbaar voor al mijn leerlingen. Bij die app kon ik de score zien van leerlingen en daarmee hun muziekkennis. Zij konden ook mijn score zien met de app! Een aantal leerlingen zagen het als een uitdaging om mijn score steeds te overtreffen: Meneer, ik sta weer hoger in de app…Dan moest ik weer aan het werk.. |
Verbeterpunten | Naast de succesnummers waren er ook minder soepel lopende lessen. Jaar in jaar uit probeerde ik deze lessen beter te laten verlopen. Ik vroeg mijn leerlingen tijdens een evaluatie aan het einde van het jaar om verbeterpunten. Een deel van hun aanwijzingen verwerkte ik in het nieuwe lesmateriaal. De aanwijzingen van mijn leerlingen pasten lang niet altijd bij mijn bestaande aanbod. Hun suggesties hebben uiteindelijk geleid tot leerlinggestuurd onderwijs. |
Na elke lesperiode van acht weken vroeg ik mijn leerlingen wat ik aan het lesmateriaal kon verbeteren. Dat zorgde voor een breder aanbod met minder fouten. |
Initiatief | Ik nam het initiatief. |
De leerlingen namen het initiatief. Tot mijn verrassing namen mijn leerlingen ook het initiatief om zelf voorstellingen te organiseren. Dit deed mij denken aan een afscheidsvoorstelling die ik zelf voor mijn muziekleraar van de middelbare school organiseerde. |
Beperkingen van deze aanpak | Ik bepaalde de lesstof en gebruikte trucs (waarvan ik wist dat ze gingen werken) om mijn leerlingen mee te laten doen met mijn interactieve werkvormen. | Ik was niet meer in de gelegenheid om ergens uitleg over te geven aan de hele klas. Zie ook Beviel het? |
3 Hoe verliepen de lessen?
De eerste les van een blok is belangrijk. Omdat er in de eerste periode van het schooljaar geen voorafgaand blok is geweest, verloopt deze les anders dan de eerste lessen van de blokken daarna:
3.1 De eerste les van het eerste blok
De start van het jaar is cruciaal. Om een beeld te krijgen van leerlinggestuurd onderwijs in de praktijk, beschrijf ik nu hoe de eerste les bij de start van de eerste rapportperiode eruit zag. In de eerste les vroeg ik de leerlingen op een verantwoordelijke manier om te gaan met de vrijheid die ik bood. Ik introduceerde dit met het voorlezen van een brief (zie afbeelding 38)
De leerlingen kregen van mij een formulier om in te vullen (zie afbeelding 39). Daaruit kozen ze twee onderwerpen uit een lijst van 25 onderwerpen. Van een aantal instrumenten had ik er maar één. Van deze zeldzame instrumenten mochten ze er slechts één kiezen (DJ set, drums, elektrische gitaar). Onderaan het formulier stonden restricties. Instrumenten waarvan er veel beschikbaar waren (negen akoestische gitaren, elf elektrische piano’s, vele klokkenspellen) mochten ze altijd kiezen.
In stilte schreven de leerlingen hun wensen en motivatie op. Als ze klaar waren leverden ze het formulier bij mij in. Ik controleerde of ze een toegestane keuze hadden gemaakt b.v. (drums + dj set mocht niet). Als hun keuze in orde was, gingen ze in de kring zitten. Dit alles duurt ongeveer 10 minuten. De rest van de eerste les van een periode les besteden we in de kring aan oefeningen en improviseren.
Thuisgekomen bekeek ik de door de leerlingen ingevulde formulieren en maakte ik een indeling waarbij ik door de gestelde restricties in staat was meestal de eerste keus te honoreren en als dat niet ging de tweede.
3.2 De tweede les van het eerste blok
Ik las aan het begin van de les voor wie welk onderwerp kon gaan doen. Soms wilden dan twee leerlingen ruilen van onderwerp. Dat kon alleen in de tweede les, daarna niet meer. Al snel ging iedereen tevreden aan het werk.
3.3 Hoe verloopt de eerste les van blok 2 t.m. 4?
In het tweede blok zijn de leerlingen gewend om zelf keuzes te maken en verantwoordelijkheid te nemen. Het is dan niet meer nodig om aan te geven dat leerlingen verantwoordelijk omgaan met de geboden vrijheid.
Om de leerlingen vanaf de tweede periode te laten reflecteren op het voorafgaande blok, gaf ik hun het eerder door henzelf ingevulde formulier van blok 1 terug samen met een nieuw formulier voor blok 2. Ze konden dan een nieuwe keuze maken voor het tweede blok, rekening houdend met de resultaten die ze behaalden in het eerst blok.
- Het formulier dat ze het vorige hadden ingevuld had ik bewaard. Op dat formulier konden ze zien hoe ze hun eerste keuze hadden gemotiveerd.
- Een nieuwe formulier voor het nieuwe blok waarop ze reflecteerden op het vorige blok én hun nieuwe wensen kenbaar maakten. Als het nieuwe formulier was ingevuld, leverden ze beide formulieren in en gingen ze in de kring zitten. Ook dit duurde 10 minuten.
3.4 De tweede les van een periode 2, 3 en 4
De tweede les verliep bij alle rapportperiodes op dezelfde manier. Ik las de indeling die ik thuis had gemaakt aan hen voor. Ze wisten dan aan welk onderwerp ze konden gaan werken. Bij binnenkomst in het lokaal pakten zij hun iPad, zochten de bijbehorende PowerPoint op en gingen aan het werk. Ruilen van onderwerp kon alleen in de tweede les, daarna niet meer.
4. Eerste deel van de les: zelfstandig werken
In het eerste deel van de les waarbij iedereen zelfstandig werkte, was het de bedoeling zo min mogelijk te praten. Alle verbale communicatie werd vervangen door schriftelijke communicatie of door gebaren. Een leerling die mij iets wilde vragen kon met een papiertje met daarop de vraag naar mij toekomen of een gebaar maken waaruit ik kon concluderen wat de leerling bedoelde.
5 Alle leerlingen aanspreken op gedrag en inzet
In het boek Nietzsche en Kant lezen de krant maakte ik voor het eerst kennis met de begrippen positieve- en negatieve vrijheid Wijnbergen (2011), Rob. Graag verduidelijk ik deze begrippen met een andere term: speelruimte.
Ik gaf als muziekleraar les aan ongeveer 17 klassen per jaar. De laatste drie jaar dat ik lesgaf, gooide ik het roer om en gaf ik mijn leerlingen de ruimte om tijdens de muziekles en daarbuiten te werken aan zelf geïnitieerde projecten op het gebied van muziek. Hoe gingen de verschillende klassen daar mee om?
Positieve ingevulde speelruimte
Ik herinner mij een drie vwo klas. Zij hoorden mijn nieuwe plan en gingen tevreden aan de slag. In die klas was het niet nodig om bij te sturen. Deze leerlingen gebruikten de geboden speelruimte optimaal.
Negatieve ingevulde speelruimte
Waar ik al rekening mee had gehouden, was dat deze utopische situatie zich niet altijd zou voordoen. Van tevoren bedacht ik een manier om de ruimte voor verstoringen per les te beperken. Daarvoor stelde ik een lijst op met zaken die mogelijk mis konden gaan. Elk onderdeel van de lijst voorzag ik van een zelf bedacht teken. Deze lijst met mogelijke verstoringen noemde ik ‘Hiërogliefen’ en hing deze aan de muur.
Afbeelding 37: symbolen mogelijke verstoringen
Als er tijdens het zelfstandig werken een verstoring plaatsvond, noteerde ik bij mijn aantekeningen per leerling een van de door mij ontworpen hiëroglief.
In de praktijk probeerden creatieve leerlingen nieuwe types verstoringen uit. De kunst voor mij was dan om niet boos te reageren. In plaats daarvan beschreef ik de verstoring en ontwierp ik een nieuwe hiëroglief. Vervolgens voegde ik een nieuwe regel toe aan de lijst aan de muur. Ik vond in mijn archief een versie van deze lijst genaamd ‘hierogliefen17.png’. Blijkbaar heb ik de lijst in drie jaar tijd zeventien keer bijgewerkt! Met deze lijst beperkte ik de negatieve speelruimte (de ruimte die ik mijn leerlingen gaf om de les te verstoren) effectief.
5.1 Administratie hierogliefen
Ik gaf per rapportperiode ongeveer acht lessen. In mijn aantekeningen per leerling noteerde ik de hiërogliefen boven en onder een rijtje weeknummers waarin de leerlingen zelfstandig werkten: 2 3 4 5 6 7 8
- Boven de weeknummers noteerde ik zaken m.b.t. spullen en werkhouding
- Onder de lijst met weeknummers noteerde ik alles m.b.t. hun iPad.
Deze manier van administreren had de volgende voordelen:
- Alleen ik begreep mijn eigen hiërogliefen. Leerlingen konden uit mijn aantekeningen geen informatie over elkaar uit distilleren.
- Ik noteerde niet alleen het type verstoring maar noteerde ook in welke les de verstoring plaatsvond.
- Als ik zag dat ik binnen een periode van acht lessen een tweede hiëroglief noteerde, vertelde ik de leerling bij een volgende verstoring rekening te houden met een brief (Brief over toekomstig gedrag). Daarmee gaf ik de leerling de kans het gedrag te verbeteren.
6 Beoordeling presentatie
Bij het beoordelen van het resultaat in de vorm van een presentatie, maakten leerlingen voorafgaande aan de presentatie een inschatting van hun cijfer. Ik besprak het cijfer dat de leerling zichzelf gaf met het cijfer dat ik zou geven.
Voordat ze gingen presenteren, vulden de leerlingen een geel of groen beoordelingsformulier in (Zie afbeelding 41 en 41). Groen betekende: beoordelen tijdens zelfstandig werken alleen voor de docent, Geel betekende: presenteren voor de hele klas. Om leerlingen te stimuleren de stap te zetten zich voor de klas te presenteren, kregen ze voor een gele presentatie maximaal een 10 en voor een groene maximaal een 9. Waarom gaf ik voor een presentatie voor de klas meer punten?
34 jaar achter elkaar had ik leerlingen verplicht laten optreden. Soms kwam er een intern begeleider naar mij toe om te vertellen hoe vreselijk moeilijk leerlingen met een rugzakje dit vonden. In de laatste drie jaar liet ik mijn leerlingen altijd vrij kiezen of ze wel of niet wilden optreden. Eigenlijk zie ik bij beide oplossingen voor- en nadelen. Als iedereen optreedt, geeft dit een gevoel van saamhorigheid. De druk die het voor bepaalde leerlingen opleverde om te moeten optreden, heb ik daarbij wellicht onderschat. Daarom heb ik de laatste drie jaar dat ik lesgaf mijn leerlingen niet meer verplicht om voor de klas op te treden.
6.1 Presentatie alleen voor de docent tijdens zelfstandig werken tijdens het eerste deel van de les
PraktijkvoorbeeldVO
Een meisje had gekozen voor piano en was op eigen initiatief een stukje aan het instuderen. Zij vulde een groen beoordelingsformulier (alleen voor de docent) in en laat mij horen wat ze heeft ingestudeerd. Wij gaven allebei een vergelijkbaar cijfer. Na de beoordeling gebruikt zij haar tijd om verder te gaan met studeren. Dat was namelijk wat zij wilde: zij wilde het stuk kunnen spelen. Voor haar stond dat los van de beoordeling. De beoordeling was voor haar een formaliteit.
6.2 Presentatie voor de hele klas tijdens tweede deel van de les
PraktijkvoorbeeldVO
Twee meisje geven een presentatie tijdens het frontale deel van de les (laatste 20 minuten). Allebei bespelen ze een ukelele. Ze vullen een geel beoordelingsformulier in. Zij habben een afwijkende techniek ontwikkeld. Ze speelden om de beurt één akkoord. Zij deden dat omdat ze het moeilijk vonden om snel van akkoord te wisselen. Door deze techniek hadden ze meer tijd om van akkoord te wisselen. Zou je hier zonder te kijken naar luisteren, dan lijkt het net alsof er één persoon speelt. Deze techniek hadden zij voor het eerst bij mijn lessen geïntroduceerd en hielden dit jaren vol. Hun aanpak is nooit door andere leerlingen overgenomen, zij waren hierin uniek. Na elke presentatie vroeg ik de twee meisjes of ze met hun speciale techniek wilden optreden. Dat deden ze graag en jaar in jaar uit deden ze mee aan voorstellingen. Ook na de derde klas, toen ik ze al geen les meer gaf en ze in de bovenbouw zaten, deden ze nog mee. De moeder van een van de meisjes belde mij een keer op met de opmerking dat ze binnen haar gezin nu allemaal ukelele speelde en of ik dat wel goed vond. Blijkbaar is het spelen op een ukelele aanstekelijk!
Hun techniek bleef niet onopgemerkt: Zij kregen een rol in een musical ‘Odysseus’ waarbij zij om de beurt een zin zeiden net als ‘Kwik, kwek en kwak’ in de Donald Duck.
7 Voorbeelden van resultaten
Wat deden de leerlingen tijdens het zelfstandig werken? Ze gingen aan de slag met activiteiten die ik had klaargezet én ze verzonnen daar nieuwe dingen bij. Ik zag dat de meeste leerlingen goed aan het werk gingen en ik weet zeker dat ze van alles geleerd hebben wat mij is ontgaan. Maar waarom zou ik alles moeten weten? Zij zijn toch de baas over wat ze doen? Het belangrijkste is dat zij zich goed ontwikkelen. Mijn rol is hierbij het faciliteren van hun ontwikkeling en hen uitnodigen om vakkennis op te doen van muziek, van het vak waar ik van houd.
PraktijkvoorbeeldVO
Een leerling praatte te veel tijdens het zelfstandig werken. Dit leidde ertoe dat hij een brief (Brief over toekomstig gedrag) moest schrijven. Daar raakte hij van in de put. Zijn moeder belde mij op en vertelde dat hij maar niet kon begrijpen waarom ik hem een brief liet schrijven. Zij vertelde dat hij thuis alle oefeningen van school samen met zijn zus deed en niet van ophouden wist. Ik vroeg aan de moeder of zij haar zoon kon vragen voor mij één zin op te schrijven: ‘Ik ga proberen iets minder te praten in de muziekles’. Hij leverde deze zin in op een heel klein strookje papier. Bovendien gaf mij een cadeau en daarna verbeterde de verstandhouding. Hij is de leerling die dirigeert in de video ‘de ideale les’.
PraktijkvoorbeeldVO
Een leerling vindt het prettig om met de app te werken die ik zelf klaar gezet had in de app store (In Tempo (nu niet meer verkrijgbaar). Met deze app konden leerlingen ritme componeren, van blad spelen en improviseren. Deze leerling gaat eindeloos door met het behalen van nieuwe levels. Dit verschijnsel heb ik bij meerdere vakken gezien. Zo zag ik een meisje dat bij het vak Frans eindeloos lang oefende met een app. Daarmee verkreeg ze een enorme woordenschat.
Ook had ik een app klaargezet met vragen over muziektheorie. Iedereen kon daarvan elkaars level vergelijken. Een aantal leerlingen kwamen regelmatig naar mij toe om te vertellen dat ze ‘mij gepasseerd waren in de app’. Dan moest ik weer even aan de slag..
PraktijkvoorbeeldVO
Een leerling kiest steeds het onderwerp muziekgeschiedenis. Dat doet zij drie jaar lang bij elke rapportperiode. In het derde jaar dat ik haar lesgeef vraag ik, waarom kies je steeds muziekgeschiedenis? Zij geeft aan dat ze muziekrecensent wil worden.
PraktijkvoorbeeldVO
Een leerling is blijven zitten en komt in een klas waarbij iedereen maximaal profiteert van de geboden ruimte. Het vorige jaar gaf ik nog klassikaal les en hij zat toen in een onrustige klas. Dit jaar neemt hij zich voor om weer eens lekker te gaan storen. Al snel merkt hij dat de andere leerlingen daar geen interesse in hebben. Ze gaan lekker aan het werk. Daar zit hij dan achter een elektrische piano en denkt: Hoe kan ik deze les verstoren? Hij ziet geen andere kans dan alle stekkers uit de piano te halen. Als ik bij hem kom, zie ik dat de stekkers eruit zijn en vertel hem dat vlak daarvoor alle stekkers er nog inzaten. Hoe komt dit? Hij weet van niets. Ik stop de stekkers er weer in en vraag hem de piano te gebruiken waar deze voor bedoeld is n.l. er op te gaan spelen. Na een paar lessen vraagt de leerling: Hoe moeilijk is Claire de Lune? Ik vraag of hij het stuk van Debussy bedoelt. Hij bevestigt dit. Ik geef aan dat als ik nu begin met studeren ik als ik 80 jaar oud ben het waarschijnlijk nog niet kan spelen, het is een heel lastig stuk. Hij besluit nu om te bewijzen dat het hem toch gaat lukken. Bij elke leswisseling tussen zelfstandig werken en frontale oefeningen in het midden van de les, gaat hij net iets langer door dan de anderen en laat dan horen hoever hij is gekomen met deze oefening! Talloze malen en ook jaren later tref ik hem aan in een muziekwinkel achter onze school. Daar kun je alle piano’s uitproberen. Hij oefent nog steeds Claire de Lune van Debussy!
PraktijkvoorbeeldVO
Tijdens zelfstandig werken zitten de leerlingen die gitaar kiezen bij elkaar. Ze lezen voornamelijk van tabs (een notatie speciaal voor gitaar) en passen dit toe op gitaar. Als iemand had ontdekte hoe het een bepaalde tab gespeeld kon worden, vroeg ik de andere de gitaristen: “kijk even naar hem, hij weet hoe het werkt.”
PraktijkvoorbeeldVO
Twee meisjes willen dansen, maar willen beslist niet dat anderen dat zien. Daarom oefenen ze in de gang. Ze willen de dans niet aan medeleerlingen laten zien en vragen mij of de beoordeling op de gang kan plaatsvinden. Ik geef aan dat dat niet mogelijk is omdat ik dan niet kan zien wat erin de klas gebeurt. Dan besluiten zij hun presentatie aan mij te laten zien in de klas tijdens zelfstandig werken (zie afbeelding 41). De beoordeling begint en de hele klas is stil, iedereen kijkt. Zij stoppen en geven aan dat iedereen gewoon moet doorgaan met zelfstandig werken en niet op hen moet letten. Helaas, iedereen kijkt toch.
PraktijkvoorbeeldVO
Een leerling durft niet op te treden en bespreekt dit met mij. Ik vraag of hij ook een alternatief kan bedenken. Hij vraagt of hij ook een filmpje mag insturen. Dat mag (vanaf dat moment mocht iedereen die niet durfde op te treden een filmpje insturen).
Hij stuurde daarna vier keer per jaar een filmpje op waarbij hij samenspeelt met zijn vader die popmuzikant is. In het derde jaar dat ik deze jongen lesgeef, spreekt hij mij aan. Hij vertelt dat hij een lied heeft gecomponeerd en of ik ook een zangeres wist. Die was snel gevonden. Hij vroeg mij of ik hen wilde helpen. Ik gaf aan dat ik alleen bij de eerste regel zou helpen en dat ze het daarna alleen verder moesten doen omdat het anders mijn compositie zou zijn. Bij het optreden van deze leerling met zijn zangeres waren de andere leerlingen verbijsterd. Dat hadden ze nooit achter deze verlegen leerling gezocht! Op een open avond komt de moeder van deze jongen bij mij en geeft het volgende aan: Onze zoon kan nu gitaar spelen. Ik zou het fijn vinden als u hem ook leerde drummen en pianospelen. Ik gaf aan dat de leerlingen bij mij zelf aangeven wat ze gaan leren en dat ik hun keuze respecteer. Drie jaar later kom ik deze jongen tegen in de fietsenstalling. Ik vraag of hij nog muziek maakt. Hij geeft aan van niet. Hij vertelt dat hij nu danst. Hij is wereldkampioen van een bepaalde tak van dans waarbij je op een mat staat en dan meet die mat of jij bewegingen die iemand maakt op een video goed nadoet!
PraktijkvoorbeeldVO
Een leerling valt in de drie jaar dat hij van mij les heeft niet echt op. Als hij in de vierde klas zit en geen les meer van mij heeft, komt hij naar mijn lokaal en vraagt of hij mag optreden met gitaar. Ik geef toestemming. Na het optreden komt hij naar mij toe. Hij vraagt: hoe lang denkt u dat ik les heb? Ik zeg drie jaar. Hij zegt: Drie maanden!
8. Tweede deel van de les: aandacht centraal
Tijdens het gezamenlijk werken zaten wij in een kring. Er waren dan drie onderdelen:
- Presentaties van leerlingen voor de hele klas
- Oefeningen met dirigeren
- Samen improviseren
Nu volgen er een aantal voorbeelden van wat er zoal gebeurde als we in de kring zaten.
PraktijkvoorbeeldVO
Een leerling heeft geen aanleg voor muziek. Wat we ook proberen, hij kan niet in de maat spelen. Dan verzinnen we deze oplossing. Hij gaat dirigeren. Wij nemen ons voor zo nauwkeurig mogelijk te doen wat hij vraagt. Als hij dirigeert, hebben zijn aanwijzingen niets te maken met de maat. Voor het orkest (zijn klasgenoten) is dit een uitdaging! De manier waarop hij ons aankijkt, gebaren maakt, zijn timing waarmee hij ons in de war maakt, heel intrigerend.
PraktijkvoorbeeldVO
Ik geef les aan een klas met een aantal leerlingen met dominant gedrag. Ik laat ze om de beurt dirigeren. De meest dominante leerlingen dirigeren zeer streng. Hun gebaren en gelaatsuitdrukkingen lijken op drillen bij militaire dienst. Ik laat zien dat dat dirigeren ook vriendelijk kan en geef ze de opdracht elkaar op een vriendelijke, uitnodigende manier te dirigeren. Met enige oefening bleken ze ook vriendelijk te kunnen kijken.
PraktijkvoorbeeldVO
Een groep van zes jongens wil samen optreden. Ik geef aan dat je bij een presentatie in de klas maximaal met twee leerlingen kunt optreden. Ze vragen mij of ze dan met zijn zessen drie optredens mogen doen waarbij ik dan steeds op twee andere leerlingen let. Van tevoren maakten deze jongens afspraken met hun klasgenoten waardoor er bij het optreden een element kwam van een flash mob. Zo ging de klas op een afgesproken moment collectief dansen. Samen genoten we van hun presentaties.
PraktijkvoorbeeldVO
Ik heb een nieuw instrument toegevoegd aan het bestaande instrumentarium: de gong. Als ik aangeef dat iedereen een instrument mag pakken, rennen twee jongens naar de gong en willen daar allebei op spelen. Dan zegt de een, ach ga jij maar eerst, dan ga ik wel straks!
PraktijkvoorbeeldVO
Een Havo 3 krijgt van mij de laatste les. Daarna is het vakantie en zie ik hen niet meer terug omdat ik in klas 4 geen lesgeef. Ik zeg: “pak maar een instrument”. Ikzelf pak mijn accordeon. Normaal gesproken vroeg ik altijd van tevoren wie wilde dirigeren. Omdat dit de laatste les was, vroeg ik dat dit keer niet. Iedereen begint hard te spelen op de instrumenten. Ik ook! Met mijn accordeon maakte ik zeer storende harde geluiden! Leerlingen ergeren zich zichtbaar. Een leerling heeft genoeg van mijn herrie en gaat staan op de plek waar normaal gesproken de dirigent staat. Direct is het helemaal stil. Iedereen wilde graag onder haar leiding muziek maken.
9 Een onderwijsexperiment – Wat zie je in een wolk?
Soms roept een wolk een beeld bij je op. Voor je ogen verandert de wolk en doet dan denken aan een ander beeld. Het is dan moeilijk nog terug te gaan naar het eerste beeld. Dit verschijnsel ervaarde ik toen ik overschakelde van docentgestuurd onderwijs naar leerlinggestuurd onderwijs.
Al helemaal moeilijk is het om je direct twee beelden voor ogen te stellen en die twee beelden als werkvormen in afwisseling te kunnen geven. Toch is dat laatste wat ik iedere docent zou adviseren. (De twee beelden zijn dan docentgestuurd onderwijs + leerlinggestuurd onderwijs). Wat ik ter aanmoediging van andere docenten kan zeggen, is dat mijn experiment is geslaagd en ik kan zeggen dat het mogelijk is om leerlingen echt zelfstandig te laten werken. Het is mij gelukt omdat ik enerzijds preventief zorgde voor orde en anderzijds omdat ik een manier bedacht om elke leerling aan te spreken op gedrag en inzet.
Bij leerlinggestuurd onderwijs geef je leerlingen de tijd om zelf te werken en initiatieven te ontplooien. Daar is een andere structuur en voorbereiding voor nodig dan bij docentgestuurd onderwijs. Net als bij de wolken is het lastig om terug te keren naar een eerder beeld. Ik hoop dat de informatie op deze site docenten helpt bij het wisselen van werkvorm.
Bij leerlinggestuurd onderwijs is er geen garantie voor succes. Mijn omgeving raadde mij ten sterkste af het initiatief uit handen te geven. Ik negeerde hun advies. Bij het introduceren van ‘Leerlinggestuurd onderwijs’ merkte ik dat er een prachtige zelfstandig draaiende motor ontstond die ik jaar in jaar uit nog soepeler kon laten lopen. Opvallend was het gemak waarmee leerlingen accepteerden dat ik een totaal andere vorm van lesgeven introduceerde. Ongelofelijk hoe makkelijke leerlingen kunnen veranderen!
Lees ook mijn blog over een wolk
10 Leerlinggestuurd muziekonderwijs
Ik heb de laatste drie jaar waarin ik werkte als muziekdocent gekozen voor leerlinggestuurd onderwijs. Elke les was er gelegenheid om samen te spelen. Bij veel leerlingen sloeg dit aan. Opvallend was dat leerlingen ook na de lessen thuis zelfstandig van alles uitprobeerden. In het onderzoeksverslag (Evert Bisschop Boele – Kees van der Meer) geef ik zelf aan waarom ik leerlinggestuurd onderwijs geef:
Johan ’t Hart: “De meerwaarde van Leerlinggestuurd onderwijs zit volgens mij in het nemen van de regie door leerlingen bij het bestuderen van onderwerpen. De leerling kiest zelf het onderwerp uit en bepaalt hoe hij/zij aan het werk gaat. Door de begeleiding van de docent die de rol aanneemt van coach, blijft de leerling in staat om gericht te werken. Verder is een niet te onderschatten effect dat er veel meer geleerd wordt dan de docent kan toetsen. Leerlingen gaan thuis door met leren, raadplegen experts en leren van elkaar. Zo kan een leerling die nooit opviel in de klas in korte tijd thuis een talent ontwikkelen.
Een van de argumenten om leerlinggestuurd onderwijs te geven, was dat ik in de eerste 34 jaar dat lesgaf voorbeelden had gezien van leerlingen die geheel op eigen kracht grote vooruitgang boekten in korte tijd. Hun manier van leren leek erg op de manier waarop ikzelf als kind te werk ging. Ik was zelf niet goed in staat om uit handleidingen en informatie uit boeken op te nemen, dus volgde ik altijd mijn eigen aanpak. Daarbij raadpleegde ik regelmatig deskundigen of liet me helpen door getalenteerde klasgenoten. Een ander argument was dat ik tijdens het ontwikkelen van Vriendelijk Orde Houden steeds gemakkelijker kon werken met mijn groepen en voelde dat er ruimte was om te gaan differentiëren. In het onderwijs sprak men eerder van ‘differentiëren binnen klassenverband’. De manier waarop ik als muziekdocent werkte, is nu verder ontwikkeld en te zien bij de module leerlinggestuurd onderwijs van VOH. Tijdens mijn voorbereiding om mijn leerlingen gedifferentieerd te laten werken, las ik een Artikel van Clark over Assessment. Dat sloot naadloos aan bij mijn plannen.
Toen ik nog muziekles gaf, liet ik aan het begin van het schooljaar een PowerPoint zien met een samenvatting van de manier waarop ik wilde lesgeven. In die PowerPoint vergelijk ik mijn lokaal met een Engelse tuin. In een Engelse tuin groeien veel verschillende bloemen. Mijn doel was om verschillende talenten tegelijkertijd de kans te geven zich te ontwikkelen. Niet alleen de leerlingen kregen de kans zich te ontwikkelen, ook ikzelf heb de laatste jaren veel nieuwe aspecten van mijn vak leren kennen waaronder een DJset en een elektronisch drumstel en volgde ik samen met leerlingen een cursus geluidstechniek.
Op dit moment geef ik geen muziekles meer. Nu ben ik coach bij de cursus Vriendelijk Orde Houden. Na elke cursus of workshop vraag ik de cursisten om mij te beoordelen. Met hun antwoorden op die vragen, en hun opmerkingen tijdens de cursus, ga ik altijd direct aan de slag. De waardering door cursisten is mede daardoor van gemiddeld van 8.5 in de loop van 3 jaar naar 9.6 gegaan. Mijn inspanningen zijn er nu op gericht om Vriendelijk Orde Houden toegankelijk te maken voor docenten en voor hele scholen zodat zij kunnen profiteren van de door VOH verzamelde kennis
Mijn muzikale ambities zijn niet verdwenen. Dagelijks zit ik achter de piano en met de Conductors Band maak ik opnames. De naam van deze band is gekozen omdat wij publiek/deelnemers vragen te dirigeren. Ook speel ik nu in de Cotton Club Big Band
11 zelfwerkzaamheid
Twee voorbeelden van zelfwerkzaamheid wil ik u niet onthouden.
11.1 Filmfestival
Op een dag komen er na de lessen een aantal leerlingen mijn lokaal binnen en vragen mij of ze vier nummers mogen spelen op het filmfestival. Ik vraag of ze één nummer als voorbeeld voor mij willen spelen. Dat klinkt goed. Ik vraag welke spullen ze daarvoor nodig hebben. Die leg ik klaar in een kast waar elke docent met sleutel in kan komen. Op de dag dat het filmfestival plaatsvindt, kan ik er niet bij zijn en ik wens hen veel succes. Die avond was ik uitgenodigd voor een feest. Tijdens dat feest word ik gebeld. De collega die het filmfestival organiseert, geeft aan dat alles misgaat met de jongens die gaan spelen! Ik ga snel naar school en daar hoor ik de groep al spelen. Ze spelen de gitaarsolo van Hotel Califonia van the Eagels tweestemmig met twee elektrische gitaren. Geweldig. Ook al had ik het gewild, ik had het ze nooit kunnen leren!
11.2 Afscheid van Peter van der Bosch
Peter, de rapper Tony Scott met wie ik samenwerkte, was zeer geliefd bij de leerlingen. Leerlingen vroegen mij of ze een afscheid voor Peter mochten organiseren. Dat werd een avond met een benefiet karakter. Zij haalden geld op voor de ziekte waaraan Peter lijdt: ms. Het was een lange voorstelling van 19:00 tot 24:00 met afwisselend leerlingen van onze school die optraden, collega’s van mijn school, en artiesten met wie Peter vroeger had samengewerkt. Het geven van een voorstelling had ik in het begin van mijn carrière als zeer enerverend ervaren. De leerlingen organiseerden dit via facebook en er kwam geen repetitie aan te pas!
12 Afbeeldingen
Hieronder staan een aantal afbeeldingen die horen bij mijn aanpak van leerlinggestuurd onderwijs zoals ik dat gedurende drie jaar toepaste. De afbeeldingen laten zien hoe ik mijn lessen vormgaf en hoe ik de resultaten van leerlingen beoordeelde.
Een presentatie alleen aan de docent. Nadat (een) leerling(en) dit had(den) ingevuld, volgde de presentatie. Meer informatie over het samen geven van cijfers.
Dit type presentatie kreeg een punt minder dan een presentatie voor de hele klas.
Een presentatie voor de hele klas. Nadat (een) leerling(en) dit had(den) ingevuld, volgde de presentatie. Meer informatie over het samen geven van cijfers.
Een presentatie voor de hele klas werd iets hoger gewaardeerd (één punt hoger).
13 Samenvatting
Door dit driejarige experiment ben ik te weten gekomen dat het mogelijk is om dertig leerlingen in één lokaal aan verschillende onderwerpen te laten werken. Het lukte omdat ik van tevoren had nagedacht over een manier van beoordelen die leerlingen niet afrekende maar stimuleerde en omdat ik van tevoren had nagedacht over over de manier waarop ik dit divergente proces kon begeleiden met ‘Aanwijzingen met lichaamstaal’, Aansturen met Tips’ en met de ‘Brief voor toekomstig gedrag’.
Ook na mijn pensioen blijf ik mij inzetten om docenten in de gelegenheid te stellen de autonomie en intrinsieke motivatie van leerlingen te vergroten. Lees hiervoor het blog ‘Leren is het residu van nadenken‘.