6.2 Overzicht Vriendelijk orde houden
Op deze pagina
In ons ‘Overzicht’ vatten wij Vriendelijk orde houden samen in één afbeelding. De verschillende elementen van dit overzicht lichten wij toe.
Download de afbeelding om in te zoomen.
Toelichting overzicht
De leesrichting van deze afbeelding dit overzicht is van onder naar boven. Onderwijs start met Orde Maken. Vriendelijkheid ligt aan de basis daarvan. Orde maak je met de invalshoeken vriendelijk, duidelijk, lesinhoud, observeren en met ‘Aansturen en bijsturen’. Door zo te werken is ‘Orde Houden’ is vrijwel niet meer nodig, toch kan er een verstoring plaatsvinden. Die stuur je dan eerst aan. Helpt dit niet dan stuur je bij. Bijsturen is de laatste stap van orde maken. Hoe beter je ‘Orde maakt’, hoe minder vaak het nodig is om aan- en bij te sturen.
1. Linksonder
In het onderste deel zie je de eerste vier invalshoeken (Vriendelijk, Duidelijk, Lesinhoud en Observeren). Vanaf de basis ‘vriendelijk’ maak je orde en bouw je jouw onderwijs op, daarnaast ben je duidelijk, zit je les goed in elkaar en observeer je het hoe leerlingen leren en of ze zorgvuldig omgaan met hun lichaamstaal en taalgebruik.
2. Linksboven – aansturen en bijsturen
Linksboven in het overzicht zie je de vijfde invalshoek: Aansturen en bijsturen. Aansturen kost een leerling geen tijd, bijsturen wel. Deze invalshoek is vormgegeven als ‘Handelingsladder‘ (Zie jargon). De Handelingsladder verenigt de stappen waarmee je aanstuurt en bijstuurt. Ook bij de Handelingsladder is de leesrichting van onder naar boven: Onderaan de kleurige ladder staat ‘Begin van de les’ en bovenaan ‘Einde van de les’, de pijl rechts van de ladder geeft de leesrichting aan.
Teitler gebruikt de term escalatieladder. VOH neemt het element ‘ladder’ van hem over maar laat het deel ‘escalatie’ weg. VOH gebruikt de zelfbedachte term ‘Handelingsladder’ om aan te geven dat je alle handelingen waarmee je aan- en bijstuurt vriendelijk en duidelijk uitvoert: zonder escalatie. Bij het bestijgen van een ladder begin je onderaan (begin van de les). Meestal gebruik je alleen de eerste sport van ladder, soms gebruik je meerdere sporten van de ladder. Bij elke nieuwe verstoring begin je weer onderaan.
Afhankelijk van hoe goed de les verloopt, gebruik je de ladder vaker of juist minder vaak en gebruik je één of meer handelingen die hier verbeeld zijn als sporten van de ladder. De stappen hebben voor de leerlingen wel steeds meer gewicht, maar bij VOH neem jij alle stappen op een neutrale vriendelijke en duidelijke manier. Je raakt door een deze ‘handelingen’ niet uit je evenwicht, je blijft vriendelijk en duidelijk (kader).
Bij Vriendelijk orde houden laat je boosheid en escalatie weg. Je vermijdt dominantie, hiërarchie, conflict en escalatie. Gedraag je je toch op een dominante manier, dan zullen een aantal leerlingen zich bij jouw hiërarchie en dominantie neerleggen, zij stellen zich onder invloed van jouw dominantie volgzaam op. Anderen gaan juist met jou in conflict. Je krijgt door zelf dominant te zijn deels volgzame en deels rebellerende leerlingen. Wat je niet krijgt zijn intrinsiek gemotiveerde leerlingen.
3. Rechtsboven – frequentie
Rechtsboven zie je een inschatting hoe vaak je de verschillende manieren van aan- en bijsturen zult gebruiken. Je ziet daar vijf kolommen. De kolommen laten vijf typen lessen zien met verschillende vormen van aan- en bijsturen. Onder de kolommen staan percentages. Die percentages geven een aan (een inschatting) hoe frequent een bepaald type aan- of bijsturen zal voorkomen.
Deze percentages zijn afkomstig van drie jaar werken met Tips en Tijdrovende opdracht door Johan ’t Hart als muziekdocent op het Pieter Nieuwland College (2014-2017). Cursisten en gebruikers geven nog lagere percentages aan.
Afbeelding 73: percentages aansturen en bijsturen
1e kolom: Bij 10% van de lessen volstaat stap A: ‘Aansturen met lichaamstaal’. Deze stap kun je zo vaak gebruiken als je wilt, kost nauwelijks energie en verstoort de les niet.
2e en 3e kolom voor frontaal lesgeven: In 70 % volstaat ‘Aansturen met lichaamstaal’ niet. Dan geef je een of twee Tips aangeduid met B of C: Je ziet onderaan altijd A staan om dat altijd de eerste stap is waarmee je aanstuurt, Boven de A staat dan een B (Bij de tweede kolom) of A+B+C (Bij de derde kolom). In deze lessen is het nog niet nodig om bij te sturen.
4e kolom: In 19 % van alle lessen zul je echt bijsturen met een gele Tijdrovende opdracht: A+B+C+D
5e kolom: In 1% van al je lessen is het nodig om bij frontaal lesgeven ook een tweede, rode Tijdrovende opdracht uit te delen (A+B+C+D+E). Als je twee Tijdrovende opdrachten binnen één les uitdeelt, leg je de les stil. Lees meer over Stilleggen van de les.
4. Kleuren – stoplicht
Bovenkant overzicht
Aan de bovenkant zie je in de Handelingsladder bij de sporten van de ladder en in de kolommen met percentages eronder deze kleuren:
- 1e Tip = Oranje, 2e Tip = rood (in de afbeelding zie je dit terug in de vorm van gevarendriehoeken). Dit zijn samen met 0 Tips = groen de kleuren van een stoplicht. De kleuren groen oranje en rood komen samen in het telraam.
- Geel en rood voor Tijdrovende opdrachten (in de afbeelding zie je dit terug in de vorm van rechthoeken – kaarten scheidsrechter voetbal).
Lees meer over de achtergrond van deze kleuren.
Onderkant overzicht
De meeste invalshoeken die horen bij Orde Maken hebben een oranje kleur: Vriendelijk, Lesinhoud, Observeren, Aansturen in twee stappen. Met deze invalshoeken maak je orde d.w.z. je bereid orde voor.
Bij de invalshoek Duidelijk en bij het tweede deel van Aansturen en bijsturen gekozen voor donkerblauw. Dit zijn de onderdelen waarmee jij het onderwijsproces doelbewust richting geeft.
5. Pijlen – circulair proces
In deze afbeelding is onderwijs een circulair proces. Met de eerste vier invalshoeken Vriendelijk, Duidelijk, Lesinhoud en observeren, betrek je zoveel mogelijk leerlingen bij de les. Leerlingen die storen (en buiten het onderwijs zouden kunnen vallen) stuur je eerst aan. Aan de linkerkant van de afbeelding zie zie je dat er een dikke pijl vanaf aansturen naar beneden ten teken dat deze leerlingen nadat je ze hebt aangestuurd weer goed functioneren en meedoen met de groep die wel goed functioneert.
Hetzelfde geld voor de enkele leerling die je bijstuurt. Aan de linkerkant van de afbeelding gaat een dunne pijl van bijsturen naar beneden ten teken dat deze leerling na bijsturen weer goed functioneert en ook weer meedoet met de groep. In die zin is deze hele afbeelding te zien als een circulair proces.
6. Samenvatting
Door met Vriendelijk orde houden aan de slag gaat, maak je orde. Je merk dan het minder vaak nodig is om aan- of bij te sturen. Daardoor komt meer tijd beschikbaar om te werken aan de drie domeinen van Biesta: Kwalificatie, Socialisatie en Persoonsvorming (onderdeel van de invalshoek lesinhoud, deelgebied Onderwijsdoelen)
7. Credits
Sam van Dijk – Student aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN)
Sam nam contact op VOH en gaf aan dat hij een eindproduct wilde maken voor zijn studie waarbij je in een oogopslag kon zien hoe VOH werkt. Zijn inititatief heeft VOH ook zelf uitgevoerd en het product van VOH is dit overzicht. Aan dit overzicht hebben de volgende personen een bijdrage geleverd:
Jan Wolters, Enero Moestalam, Ellen van Kooten, Jose Caballero, Ruben van den Broek, Anne Jellema en Wietske Tijssen.