1.2 Aanwijzingen met lichaamstaal
Op deze pagina
- Belang van aanwijzingen met lichaamstaal
1.1 Aanwijzingen geven met lichaamstaal
1.2 Geen aanwijzingen geven met lichaamstaal
1.3 Starten met aanwijzingen geven met lichaamstaal - Toepassen aanwijzingen lichaamstaal
2.1 Aanwijzingen voor zowel frontaal lesgeven als zelfstandig werken
2.2 Aanwijzingen specifiek voor frontaal lesgeven of voor zelfstandig werken - Samenvatting
Met lichaamstaal geven docenten onhoorbaar praktische aanwijzingen. Daardoor gaat er meer aandacht naar de les en letten leerlingen beter op.
Met lichaamstaal geef ik vriendelijk en onhoorbaar aanwijzingen. Indien mogelijk vervang ik verbale aanwijzingen door eenduidige gebaren of signalen. Daardoor gaat alle aandacht naar de inhoud van de les. Als ik lesgeef spreek ik synchroon twee talen:
- Verbaal geef ik uitleg.
- Met lichaamstaal geef ik aanwijzingen.
Introductievideo
Voor meer informatie bekijk hier onze overige introductievideo’s.
Voorbeeld aanwijzingen met lichaamstaal
Josie maakt het stiltegebaar (Vuurtoren). De leerlingen reageren hier sterk op en de docent is daar steeds weer verbaasd over.
Huidige aanpak:
Welke aanwijzingen geef ik tot op heden met lichaamstaal?
Toekomstige aanpak:
Welke aanwijzingen geef ik in de toekomst met lichaamstaal?
Inleiding Aanwijzingen met lichaamstaal
‘Aanwijzingen met lichaamstaal’ is één van de vier modules van de invalshoek ‘Vriendelijk’ van Vriendelijk Orde Houden (VOH).
Afbeelding 7: Vriendelijk (Overzicht)
Met deze module geef je geluidloos aanwijzingen. Je praat minder en daardoor komt de inhoud van de les beter tot zijn recht.
Op deze site besteden we op drie plaatsten aandacht aan lichaamstaal:
- Deze pagina gaat over het gebruik van lichaamstaal in situaties waarbij de les goed verloopt. Je gebruikt deze aanwijzingen met lichaamstaal in situaties waarbij de leerlingen goed meewerken.
- Verstoort een leerling de les of zet een leerling zich niet goed in, raadpleeg dan: ‘Aansturen met lichaamstaal‘. Met die gebaren stuur je gedrag en inzet aan.
- Meer algemene informatie over lichaamstaal is te vinden bij Gebruik lichaamstaal.
1 Belang van het geven van aanwijzingen met lichaamstaal
1.1 Wel aanwijzingen geven met lichaamstaal
Je vervang een deel van je verbale aanwijzingen door aanwijzingen met lichaamstaal. Hoe minder je aan het woord bent, hoe meer rust en concentratie voor iedereen.
1.2 Geen aanwijzingen geven met lichaamstaal
Je geeft alle aanwijzingen verbaal. Dat is vermoeiend voor jezelf en voor je leerlingen.
1.3 Starten met aanwijzingen geven met lichaamstaal
- Als je niet gewend bent om lichaamstaal bewust te gebruikt tijdens het lesgeven, bijvoorbeeld omdat je je daar ongemakkelijk bij voelt, raadt VOH je aan met een eenvoudig gebaar te beginnen: de duim omhoog als compliment. Met dit gebaar geef je positieve feedback. Als leerlingen snel reageren, bijvoorbeeld op jouw verzoek bij het wisselen van werkvorm, laat dan zien dat je dat waardeert met het gebaar duim omhoog.
- Een ander voorbeeld: Als een leerling een antwoord geeft op een vraag, knik dan je met je hoofd om te laten zien dat je het antwoord begrijpt en waardeert.
Als je daarmee succes hebt, zoek je andere gebaren of andere vormen van lichaamstaal die je ook effectief kunt inzetten tijdens het lesgeven en waarmee je onhoorbaar aanwijzingen geeft.
2 Toepassen aanwijzingen lichaamstaal
Een aantal aanwijzingen gelden zowel voor frontaal lesgeven als voor zelfstandig werken. Er zijn ook aanwijzingen die je anders geeft als je frontaal lesgeeft dan wanneer je leerlingen zelfstandig werken. Dit laatste geven we aan in twee kolommen.
2.1 Aanwijzingen voor zowel frontaal lesgeven als zelfstandig werken
De nu volgende aanwijzingen kun je gebruiken bij frontaal lesgeven of tijdens leerlingen zelfstandig werken.
- Maak oogcontact. Kijk ontspannen.
- Als je ziet dat een leerling goed werkt, maak je het gebaar duim omhoog. Als de hele groep goed werkt, maak je dit gebaar met twee duimen!
- Gebaren lenen zich goed om simpele aanwijzingen te geven. Het voordeel van gebaren is dat ze onhoorbaar zijn. Als je de gebaren steeds op dezelfde manier gebruikt in vergelijkbare situaties, zijn ze ondubbelzinnig en verhogen ze de concentratie.
- Achter deze gebaren zit geen (onbewust) verborgen betekenis. Als je stem op een bepaalde manier gebruikt bij verbale aanwijzingen kan dit wel het geval zijn. Met non-verbale aanwijzingen voorkom je verborgen betekenissen.
- Met gebaren maak je contact, ook als er lawaai klinkt. Door je stem niet op een luide manier te gebruiken, blijf jij rustig en geef je het goede voorbeeld.
- Gebaren werken ook op afstand (soms zelfs beter dan spraak).
- Je kunt op meerdere manieren non-verbale aanwijzingen geven: Je kunt een gebaar groot maken of juist klein houden. De kunst is om met een zo klein mogelijk gebaar het gewenste effect te bereiken.
- Ook met afbeeldingen kun je onhoorbaar aanwijzingen geven.
- Je kunt jouw verbale aanwijzing ook vervangen door een geluid zoals een belletje of je kunt de aanwijzing geven met een afbeelding.
- Kies bewust een positie in de klas: de plaats waar je staat, heeft invloed op het effect van jouw gebaar én op de uitleg die je geeft.
- Gebruik gezichtsuitdrukkingen. Kanttekening, wees je ervan bewust dat leerlingen met Autisme Spectrum Stoornis gezichtsuitdrukkingen minder goed begrijpen. Gebaren met een eenduidige betekenis begrijpen zij moeiteloos.
Als je aan de slag gaat met lichaamstaal, vind je steeds nieuwe mogelijkheden om onhoorbare aanwijzingen te geven. Hoe meer verbale aanwijzingen je vervangt door aanwijzingen met lichaamstaal, hoe minder woorden je hoeft te gebruiken om iets uit te leggen, hoe meer aandacht er gaat naar de les.
Aanvulling
Wij zijn geneigd elkaars lichaamstaal over te nemen. Maak daar gebruik van als je lesgeeft. Als de groep druk is, blijf je rustig en neem de drukte van de groep niet over. Als de groep passief is, enthousiasmeer je je leerlingen. Je toont je leerlingen een aan de situatie aangepaste hoeveel energie met de verwachting dat zij jouw energie overnemen (Zie Reguleer je emoties).
2.2 Aanwijzingen specifiek voor frontaal lesgeven of voor zelfstandig werken
De manier waarop je je opstelt per werkvorm en de manier waarop je bij die werkvormen gebaren inzet verschilt. Hieronder zijn de aanwijzingen voor frontaal lesgeven en voor zelfstandig werken uitgesplitst in twee kolommen.
Aanwijzingen met lichaamstaal bij frontaal lesgeven
Leerlingen inspireren
In de ogen van je leerlingen ben je een soort geest die tijdens het geven van uitleg of het leiden van een klassengesprek uit de fles komt. Jij spreekt goed verstaanbaar en komt – als het ware – vriendelijk en duidelijk uit de fles. Door tijdens het lesgeven lichaamstaal te gebruiken, geef je impliciet de mededeling: “Let op mij”.
Afbeelding 102: Geest uit de fles
Door aanwijzingen met lichaamstaal te gebruiken tijdens frontaal lesgeven vergroot je de concentratie van je leerlingen en gaat alle aandacht naar de les. Je kunt een aanwijzing richten op één persoon of op de hele groep.
Voorbeeld van een aanwijzing gericht op één persoon
Stel je hebt iets uitgelegd. Voordat je een vraag voor de hele groep formuleert, geef je eerst aan dat je nadat je de vraag hebt geformuleerd, je een leerling aanwijst (met het start gebaar) die dan antwoord mag geven. Als je een leerling het woord wilt geven maak je het ‘Start‘ gebaar. Het is dan niet nodig te zeggen: “Jij mag het zeggen”. Hiermee voorkom je dat een kleine groep leerlingen steeds als eerste hun vinger opsteekt die graag de aandacht trekken en steeds in het centrum van de belangstelling willen staan.
Verzin zelf praktische aanwijzingen die in jouw lessen vaak voorkomen en vervang die door gebaren. Alles wat je niet hoeft te zeggen zorgt voor rust.
Voorbeelden van aanwijzing gericht op de hele groep
- Neem (vooral tijdens frontaal lesgeven) een expressieve houding aan. Sta je op een zelfverzekerde manier met een open houding, dan is de kans groter dat leerlingen je serieus nemen.
- Als je met een groep wilt beginnen en iedereen praat door elkaar, dan wil dat niet zeggen dat de groep niet wil beginnen. De manier waarop jij om aandacht vraagt, bepaalt de sfeer. Vraag je met een gebaar om stilte (bijvoorbeeld het Vuurtorengebaar) dan raken je leerlingen daaraan gewend en begint de les rustig en kan iedereen snel aan het werk.
- Stel dat al je leerlingen staan en je wilt dat ze gaan zitten, dan maak je dit gebaar. Het is niet nodig om (op luide toon) te zeggen: “Ga maar zitten”. Datzelfde gebaar met handpalmen omhoog, van onder naar boven kan betekenen “graag allemaal gaan staan”.
- Als je klaar bent met je uitleg en je wilt dat iedereen aan het werk gaat, maak je het gebaar ‘Starten‘.
Aanwijzingen met lichaamstaal bij zelfstandig werken
Tijdens zelfstandig werken merken de meeste leerlingen jou niet op omdat jij indien mogelijk (onhoorbaar) lichaamstaal gebruikt. Tijdens het begeleiden van een leerling praat je zacht om andere leerlingen niet te storen en voor die andere leerlingen zit je – als het ware – in de fles. Een buitenstaander die het lokaal binnenkomt moet goed kijken om jou te vinden omdat jij, net als de leerlingen, zo min mogelijk geluid maakt. Door zo onhoorbaar mogelijk te handelen, geef je elke leerling de ruimte het initiatief te nemen”. Daarom is deze houding geschikt voor Leerlinggestuurd onderwijs.
Afbeelding 101: Geest in de fles
Met de aanwijzingen met lichaamstaal die je geeft tijdens zelfstandig werken richt je je tot een persoon of tot een kleine groep. Door aanwijzingen te geven met lichaamstaal leid je de overige leerlingen niet af met een verbale aanwijzing.
Als je oogcontact hebt, met een leerling werkt jouw aanwijzing ook over grotere afstand. Dit is te vergelijken met gebarentaal van doven. Zou je een verbale aanwijzing geven op afstand dan is het nodig je stem te verheffen. Daarmee verstoor je de concentratie van de overige leerlingen. Door lichaamstaal te gebruiken, geef je iedere leerling de gelegenheid geconcentreerd te werken.
Voorbeelden
- Als een leerling zijn vinger opsteekt en naar jou kijkt, ga je naar de leerling toe of jij vraagt de leerling met een gebaar naar jou toe te komen. Als jullie dicht bij elkaar zijn, communiceer je zacht zodat de andere leerlingen ongestoord verder kunnen werken.
- Als je leerlingen in stilte zelfstandig werken aan een opdracht en de tijd is bijna om, geef dat moment dan aan door bijvoorbeeld iets uit te delen. Dan weten de leerlingen dat het tijd is hun opdracht af te ronden.
- Met het gebruik van lichaamstaal kondig je aan dat je wilt wisselen van werkvorm. Als je leerlingen zelfstandig werken en je wilt terug naar frontaal lesgeven gebruik je het gebaar ‘Wisselen van werkvorm‘.
3 Samenvatting
Door aanwijzingen te geven met lichaamstaal zorg je voor duidelijkheid en rust. Je leerlingen kunnen zich daardoor beter concentreren en jij geeft ontspannen les.