1.4 kennismaken
Op deze pagina
- Belang van kennismaken
1.1 Kennismaken
1.2 Geen aandacht besteden aan kennismaken
1.3 Starten met kennismaken - Persoonlijke verhalen – Johari venster
- Aspecten kennismaken
3.1 Vragen stellen
3.2 Ontwikkelen van identiteit
3.3 Ontwikkeling op vakgebied - Samenwerken
4.1 Manieren om samenwerking te stimuleren
4.2 Samen de les verbeteren
4.3 Samenwerken bij frontaal lesgeven en tijdens zelfstandig werken
4.4 Leerlingen geven elkaar bijles
4.5 Sociaal Kapitaal - Samen/Zelf bepaald
- Maslow
- De leiding nemen
- Groepssamenstelling
8.1 Vooroordelen
8.2 Wisselen van groep
8.3 Samenwerking binnen een groep - Samenvatting
- Video
Docent en leerlingen en ook leerlingen onderling maken bij verschillende werkvormen kennis met elkaar en versterken daarmee hun band.
Als onbekendheid verdwijnt, durf ik mij- en durven mijn leerlingen zich kwetsbaar op te stellen. Wij leggen nu makkelijker contact. Iedereen kan zich goed concentreren en er ontstaat een hechte groep.
Kohlberg’s meest invloedrijke uitkomst [van zijn onderzoek] was dat de kinderen met het grootste morele besef (volgens zijn scorings-methode) degenen waren die regelmatig de gelegenheid kregen voor rolwisseling – om zichzelf te verplaatsen in iemand anders en om van vanuit het perspectief van een ander te kijken naar een probleem.” Haidt (2012)
In opdracht van UNICEF Nederland heeft het Trimbos-Instituut samen met Stichting Alexander en de Universiteit Utrecht, onderzoek gedaan in welke mate jongeren spanning of stress ervaren en op welke (positieve) manier zij hier zelf mee om gaan. Het onderzoek ‘Geluk onder Druk?’ geeft voor het eerst landelijke cijfers over stress, prestatiedruk en in hoeverre jongeren prestaties vergelijken met die van anderen. Op basis van het onderzoek is het advies te investeren in het ontwikkelen van sociaal-emotionele vaardigheden van jongeren, zowel thuis als op school. Daarnaast pleit UNICEF om samen met jongeren te bekijken hoe de schooldruk kan worden verlaagd, voor een schoolklimaat waarin leerlingen gezien worden, zichzelf kunnen zijn en hulp kunnen vragen en voor meer dialoog.” Uit artikel genaamd ‘Staat het geluk van de Nederlandse kinderen onder druk?’. Als we gastvrije, inclusieve gemeenschappen willen creëren, moeten we er alles aan doen om tribalisme af te zwakken en het gevoel van gemeenschappelijke menselijkheid aan te wakkeren. De kunst is om te voldoen aan de behoefte van mensen om erbij te horen en op elkaar te reageren zonder de meer defensieve en potentieel gewelddadige aspecten van tribalisme te activeren.”
Introductievideo
Voor meer informatie bekijk hier onze overige introductievideo’s.
Nieuwsberichten over Kennismaken
Een leerling vertelde in de klas haar persoonlijke verhaal.
Huidige aanpak:
Hoe besteed ik tot op heden aandacht aan kennismaken en samenwerken?
Toekomstige aanpak:
Hoe besteed ik in de toekomst aandacht aan kennismaken en samenwerken?
Voorbeelden bij Kennismaken
- Vraag af en toe aan een leerling hoe het er mee gaat.
- Laat leerlingen elkaar interviewen en vraag daarna of de interviewer verslag wil doen van het verhaal dat hij/zij zojuist heeft gehoord.
- Vertel je leerlingen dat je bezig bent met de cursus Vriendelijk Orde Houden in de klas (VOH) en dat je jezelf voorneemt om vriendelijk en duidelijk te zijn. Geef aan dat je hoopt dat ook je leerlingen zich vriendelijk en duidelijk opstellen. Geef aan dat jij hen, als dat niet lukt, aanspreekt én en dat zij jou ook op vriendelijkheid mogen aanspreken (gelijkwaardigheid).
- Versterk de band tussen de leerlingen onderling door werkvormen te gebruiken waarbij zij:
- elkaar leren kennen,
- van elkaar kunnen leren,
- samen kunnen leren,
- gebaren maken om elkaar instructie te geven.
- Bedenk groepsopdrachten waarbij leerlingen door samen te werken meer kunnen bereiken.
- Op internet vind je met de zoekopdracht “mix en ruil coöperatief leren” een grote verzameling werkvormen.
- Laat een leerling iets uitleggen voor de klas.
- Bij dit artikel vind je een overzicht van verschillende werkvormen, waarbij leerlingen de kans krijgen met elkaar kennis te maken. Artikel: Coöperatieve werkvormen
- Bepaal bij oefeningen die volgen op jouw uitleg (frontaal lesgeven) de samenstelling van groepjes zodat de leerlingen steeds nieuwe klasgenoten ontmoeten.
Voorbeelden kennismaken primair onderwijs
- Zeker in het Primair Onderwijs is een goede verstandhouding van groot belang. Wanneer de relatie tussen leerkracht en leerlingen goed is, valt er meer te bereiken. Je brengt veel tijd met elkaar door en je moet na een conflict vrijwel meteen weer met elkaar aan de slag. Daarom is het noodzakelijk om een conflict snel op te lossen.
- Laat een leerling een activiteit voorbereiden en leiden.
- Bij het introduceren van een nieuw thema/taak laat je je leerlingen het thema raden door vragen te stellen. Een spelregel daarbij is dat zij alleen vragen mogen stellen die de docent met ja of nee kan antwoorden.
- Speeddaten/binnen-buiten kring. Laat leerlingen bijvoorbeeld en voorwerp meenemen van huis dat past bij de les/het thema. Maak twee rijen tegenover elkaar en geef elke leerling twee minuten de tijd zijn/haar overbuurman over het voorwerp te vertellen. Laat alle leerlingen een plaats doorschuiven. Herhaal de opdracht een aantal malen.
- De leerlingen lopen rustig door de klas. Op een teken van de leerkracht vormen zij tweetallen en bespreken zij een opdracht waar zij eerder aan hebben gewerkt.
- Voorbereiding: Maak een opdracht waarbij de leerlingen zelfstandig werken en geef iedere leerling drie kaarten met een vraagteken. Instructie voor de leerlingen: Als je een vraag hebt, bedenk dan wie van je medeleerlingen jou kan helpen. Met een vraagteken ga je naar de door jou uitgezochte klasgenoot en stel je vervolgens hem of haar een vraag over jouw probleem.
- Op maandagochtend wordt in iedere basisschoolklas het weekend besproken. Dit is een uitgelezen kans om vaste patronen te doorbreken en een groter en sterker netwerk te creëren in de groep. Het ouderwetse kringgesprek heb ik daarom vervangen door de volgende vorm: door blind namenstokjes te trekken vorm ik iedere maandagochtend random tweetallen die drie minuten de tijd krijgen om elkaar te vertellen over hun weekend. Leerlingen die na tien seconden terugkomen omdat ze klaar zijn kun je uitdagen door ze verdiepingsvragen te leren stellen. Als de drie minuten voorbij zijn krijgen vier van de duo’s klassikaal de aandacht en vertellen ze twee leuke dingen die de ander het weekend heeft gedaan. Zo staat deze opdracht niet alleen in het teken van zenden en verbinden, maar ook van luisteren én doorvragen.
Voorbeelden kennismaken Voorgezet onderwijs
- De groep tot een geheel maken en het verzorgen van een onderling goede band tussen de leerlingen is doorgaans de taak van de mentor. Als vakdocent kun je hier een bijdrage aan leveren door in jouw lessen regelmatig aandacht te besteden aan kennismaken.
- Een voorbeeld van een kennismakingsoefening. Iedereen heeft verschillende kanten. In groepjes van 3 of 4 personen beschrijven leerlingen om de beurt vijf verschillende kanten van zichzelf. Vraag de groep goed naar elkaar te luisteren en vraag de leerlingen elkaar te laten uitpraten.
- pink – Waar ben je klein in?
- ringvinger – Waar ben je trouw aan?
- middelvinger – Waar heb je een hekel aan?
- wijsvinger – Waar wil je naar toe?
- duim – Waar ben je goed in?
N.B. Vooral voor leerlingen die zich stoer presenteren is de ‘pink’ vraag een eyeopener. De wat minder zelfverzekerde leerlingen profiteren van de “duim”-vraag.
Inleiding
‘Kennismaken’ is één van de vier modules van de invalshoek ‘Vriendelijk’ van Vriendelijk Orde Houden (VOH).
afbeelding 7: Vriendelijk (Overzicht)
Met deze module ‘Kennismaken’ versterk je de band tussen jou en je leerlingen én geef je leerlingen de gelegenheid elkaar op een goede manier te leren kennen. Als je je leerlingen zelf laat kiezen met wie ze samenwerken, zullen ze uit gewoonte steeds dezelfde groepjes vormen. Er ontstaan meerdere afgezonderde groepen. Tussen die groepen vindt geen uitwisseling meer plaats, leerlingen kunnen zich niet meer vrijelijk van de ene naar de andere groep bewegen. Leerlingen durven en kunnen dan niet meer vrij kiezen met wie ze willen samenwerken. Breng daarom een groepsproces op gang waarbij jij soms van je leerlingen vraagt in korte oefeningen in een andere samenstelling samen te werken.
Relatie voor prestatie
De uitspraak ‘relatie voor prestatie’ onderstreept de noodzaak om eerst kennis te maken met elkaar. Door elkaar op een goede manier beter te leren kennen, ontstaat wederzijds vertrouwen en kan iedereen geconcentreerd werken. Door aandacht te besteden aan kennismaken, zorg je voor verbinding en stimuleer je samenwerking. Kennismaken vindt niet alleen plaats tijdens de les. Ook tijdens informele momenten maken wij kennis met elkaar.
1 Belang van kennismaken
1.1 Kennismaken
Kennismaken zorgt voor verbinding en vertrouwen en vergroot de bereidheid om rekening met elkaar te houden. Zo ontstaat een aantrekkelijk leerklimaat, een hechte groep en kan iedereen zich concentreren.
Uitspraken van vmbo docenten in aflevering 4 van 100 dagen voor de klas
- Ik wil dat ik mij net zo veilig voel bij hen als zij bij mij.
- Je moet achter de maskers kijken (van de leerlingen). Dan besef je dat ze buiten schooltijd misschien meer lol hebben, maar ook meer zorgen.
- Leerlingen hebben vaak heel veel problemen. Als je daar oog voor hebt, als je daarvoor tijd inruimt op het moment dat de leerling dat even nodig heeft, dan ben je verbindend bezig.
1.2 Geen aandacht besteden aan kennismaken
Als je direct begint met lesgeven en je daartoe beperkt, mis je het vertrouwen van je leerlingen en is er tussen de leerlingen onderling ook geen vertrouwen. Ongemerkt loopt er dan van alles spaak.
1.3 Starten met kennismaken
Je kunt op elk moment starten met aandacht besteden aan kennismaken. Maak bij je lesvoorbereiding kennismaken tot terugkerend onderdeel bij elke werkvorm.
2 Persoonlijke verhalen – Johari venster
Vertel iets persoonlijks over jezelf, de leerlingen zijn hier benieuwd naar én geef leerlingen de kans om iets over zichzelf te vertellen (gelijkwaardigheid). Hiermee vergroot je het kwadrant linksboven van deze afbeelding.
Afbeelding 26: Johari venster
Hoe meer de onbekendheid verdwijnt, hoe meer iedereen zich kwetsbaar durft op te stellen.
Het vertellen van persoonlijke verhalen ligt aan de basis van VOH en is geruime tijd het speerpunt geweest van de Stichting Rapucation. Op meerdere scholen organiseerde onze Stichting ‘First ID‘ projecten waarbij leerlingen en docenten persoonlijke verhalen schreven en die met elkaar deelden met als doel het verbeteren van de sfeer op school.
Bekijk het voorbeeld van Johan ’t Hart die voor een First ID op zijn school, het Pieter Nieuwland College, zijn verhaal vertelde.
3 Aspecten van Kennismaken
Door kennis te maken, versterk je de band met je leerlingen.
3.1 Kennismaken door vragen stellen
- Vraag leerlingen wat ze al weten over jouw vakgebied. Daarmee betrek je de voorkennis van de leerlingen bij jouw lessen. Hiermee versterk je het eigenaarschap van de leerlingen over hun eigen leerproces.
- Vraag de leerlingen hun kennis op jouw vakgebied met elkaar te delen.
- Vraag leerlingen elkaar te helpen (samenwerken).
- Vraag bij het afsluiten van een onderwerp: Wat heb je bij de lesstof gemist? Wat had je eigenlijk willen leren? De suggesties van leerlingen verwerk je in je nieuwe aanpak. Hiermee voorkom je dat je slordigheden en onvolledigheid in je lesstof steeds opnieuw aanbiedt.
3.2 Ontwikkelen van identiteit
Besteed aandacht aan de afkomst van je leerlingen. In je lessen kun je aandacht besteden aan verschillende culturen. Daarbij kun je leerlingen vragen naar persoonlijke ervaringen. Zo geef je de leerlingen de kans om contact te maken met hun eigen herkomst, hun eigen identiteit. Betrek rolmodellen uit verschillende culturen bij je lessen. Kennis van de eigen cultuur is een voorwaarde voor het ontwikkelen van een identiteit. Wederzijds begrip en een goede band ontstaan door kennis te nemen van elkaars cultuur.
3.3 Ontwikkeling op vakgebied
Vraag regelmatig aan je leerlingen naar nieuwe ervaringen op jouw vakgebied. Je krijgt dan een indruk wie thuis zelfstandig verder gaat met je vak en daar kun je op inspelen. Zo benutten je leerlingen kansen om zich zowel op school als thuis te ontwikkelen. De school is voor de leerlingen een plaats waar ze vragen kunnen stellen. Thuis werken ze zelfstandig verder. Hierbij past het gezegde: “Mijn leren is spelen” en “Non scola sed vita discimus” (wij leren niet voor school, maar voor het leven).
Zo komt iedere leerling naar voren als een uniek persoon” ( Gert Biesta).
4 Samenwerken
Aan de basis van samenwerking zou moeten liggen dat wij geworteld zijn in de aarde, dat deze aarde uniek is en dat wij er daarom goed voor moeten zorgen. Het kader ‘Vriendelijk+ Duidelijk’ kan daarvoor de aanzet zijn. Met het kader verkleinen wij de kans dat wij door samen te werken andere groepen benadelen (dat zou onvriendelijk zijn).
Uit onderzoek blijkt dat “voor wat hoort wat” op termijn de meest succesvolle strategie is bij samenwerking: Degenen wiens morele emoties hen verplichten “voor wat hoort wat” te spelen, waren beter uit dan degenen met een andere strategie zoals “help iedereen die dat nodig heeft” (wat uitbuiting in de hand werkt) of “neem maar geef niet” (wat maar één keer lukt per persoon; al snel wil niemand meer een deel van de taart met je delen).”4.1 Manieren om samenwerking te stimuleren
- Tijdens het samenwerken verdelen je leerlingen taken en rollen.
- Aan het einde van een rapportperiode, tijdens zelfstandig werken, vraag jij een snelle leerling om een achterblijvende leerling te helpen.
- De app quizlet stimuleert leerlingen om samen de lesstof grondig te bestuderen.
- Vraag je leerlingen op zoek te gaan naar deskundigen die hen verder helpen.
- Vraag je leerlingen na afloop van een samenwerking te reflecteren op de manier waarop ze hebben samengewerkt: Wat was mijn rol bij de samenwerking? Hoe kan ik volgende keer nog beter functioneren in de groep?
4.2 Samen de les verbeteren
Feedback van leerlingen over jouw manier van lesgeven en van jouw lesmateriaal gebruik je om je lessen te verbeteren. Lees meer bij beoordeling.
Samenwerking schoolbreed
- Jij en je collega’s werken onderling samen en laten daarmee aan leerlingen zien hoe waardevol samenwerking is.
- Meirieu geeft aan dat projectonderwijs voor leerlingen een geschikte vorm is voor het verkennen van hun vrijheid. Meirieu (2016), Philippe
Onder projectonderwijs valt ook het geven en organiseren van voorstellingen, acties voor goede doelen, presentaties voor ouders, open dagen, en ook oudere leerlingen die meehelpen bij een werkweek etc. Deze activiteiten bevorderen intrinsieke motivatie en zijn bij uitstek geschikt voor het stimuleren van samenwerking én voor het vervullen van verschillende rollen. Daarmee geef je leerlingen de kans om zich aan anderen te presenteren en bied je leerlingen de kans onderdeel te zijn van een groep. - Het is de functie van religieuze rituelen om mensen te brengen naar een hoger collectief niveau, om hen daarmee te binden aan een groep en hen dan terug te laten keren naar hun dagelijkse leven met versterkte loyaliteit naar de groep. Rituelen waar mensen zingen, dansen of eenstemmig zingen zijn hiervoor krachtige middelen.Lukianoff (2018), Greg en Jonathan Haidt.
Bij het laatste citaat de kanttekening van VOH dat niet alleen religieuze rituelen ons tot een hoger plan kunnen leiden. Voorstelling en evenementen zonder religieus karakter brengen ons ook naar een hoger plan.
4.3 Samenwerken bij frontaal lesgeven en tijdens zelfstandig werken
Door onderscheid te maken wat betreft de manier van samenwerken bij frontaal lesgeven en tijdens zelfstandig werken, stel je leerlingen in staat om sociaal hun weg te vinden:
Samenwerken bij frontaal lesgeven
Bij ‘Docentgestuurd onderwijs’ neem jij de leiding. Bij korte oefeningen die volgen op jouw uitleg, ben je in de gelegenheid om groepsindelingen te bepalen waarmee je leerlingen steeds met andere leerlingen laat kennismaken. Daarmee voorkom je dat leerlingen gewoontegetrouw steeds voor dezelfde groepjes kiezen. Deze vertrouwde samenwerkingsverbanden werken op termijn als een fuik voor de leerlingen. Uit macht der gewoonte blijven ze bij hun eigen groep. Er ontstaan dan meerdere afgezonderde groepen en tussen die groepen kan verwijdering ontstaan. Leerlingen durven en kunnen dan niet meer vrij kiezen met wie ze willen samenwerken.
Overweeg daarom om bij oefeningen die volgen op frontaal lesgeven van je leerlingen te vragen met anderen samen te werken. Je leerlingen komen dan steeds met anderen in contact en voelen zij zich bij steeds meer medeleerlingen op hun gemak. In oefeningen kun jij verschillende rollen definiëren waarmee de leerlingen ervaring opdoen met zowel elkaar volgen als elkaar leiden.
Met het bepalen van de groepssamenstelling tijdens frontaal lesgeven, vergroot je de kans voor leerlingen dat ze tijdens zelfstandig werken iemand kunnen vinden om mee samen te werken. Het doorbreken van de voorkeurssamenstelling die leerlingen zelf zouden kiezen, draagt bij aan het onderwijsdoel Socialisatie.
Samenwerken tijdens zelfstandig werken
Bij leerlinggestuurd onderwijs nemen leerlingen zelf het initiatief en bepalen zij zelf met wie ze samenwerken. Zo kan een langdurige samenwerking ontstaan gebaseerd op vertrouwen en verantwoordelijkheid. De vrijheid om zelf iemand te mogen kiezen waarmee je samenwerkt, draagt bij aan het vinden van een eigen koers en aan het nemen van initiatief. Als leerlingen op een verantwoordelijke manier keuzes maken, beschikken ze na verloop van tijd over verschillende vormen van expertise. Tijdens zelfstandig werken is er voldoende tijd om expertise met elkaar te delen.
Van het grootste belang bij vrij spel is dat het altijd vrijwillig is; iedereen kan op elk moment stoppen en de activiteit verstoren, dus kinderen moeten goed letten op de behoeften en zorgen van anderen als ze het spel gaande willen houden. Ze moeten conflicten over eerlijkheid zelf oplossen; er kan geen beroep op een volwassene worden gedaan om de kant van het ene kind tegen het andere te kiezen.”4.4 Leerlingen geven elkaar bijles
Een leerling die een andere leerling helpt, herhaalt de lesstof voor zichzelf en zal deze nog beter onthouden. Bovendien krijgt de leerling die hulp verleent zicht op de verschillende leerstijlen van degenen die hij of zij helpt. Degene die hulp geeft, profiteert daarom minstens zoveel van de samenwerking als degene die hij of zij helpt. De nu volgende afbeelding illustreert dat het belangrijk is dat een leerling die bijles geeft zowel vertrouwen heeft in eigen kunnen als ook goede bedoelingen heeft.
afbeelding 44: bedoelingen + eigen kunnen
Als je een snelle leerling zoekt om een achterblijvende leerling te helpen, zoek dan een leerling waarvan jij de indruk hebt dat deze goede bedoelingen heeft en vertrouwen heeft in eigen kunnen.
Het kader (Vriendelijk en Duidelijk) vraagt van iedereen om goede bedoelingen te tonen. Door leerlingen aan te spreken op gedrag en inzet, kan iedereen zich concentreren en komen talenten tot bloei. Zonder kader openbaren talenten zich ook in negatieve zin: het recht van de sterkste, wie heeft de macht? Wie heeft de grootste mond?
Het wel of niet kunnen samenwerken is afhankelijk van:
- een kader
- het aanspreken van leerlingen op gedrag en inzet (Aansturen en bijsturen).
- het durven vragen om samenwerking
4.5 Sociaal kapitaal
Een hechte groep die goed samenwerkt beschikt over sociaal kapitaal. De wortels van het begrip sociaal kapitaal liggen in het werk van de 19e-eeuwse socioloog Emile Durkheim. Die stelde onder meer dat het behoren tot een groep en het ervaren van sociale steun, bescherming biedt tegen werkloosheid en zelfmoord. Belangrijk voor de recente herwaardering van het begrip sociaal kapitaal zijn met name geweest de Franse socioloog Pierre Bourdieu en de Amerikaanse politicoloog Robert Putnam. (Bron: Wikipedia)
Een begrip als sociaal kapitaal is nuttig omdat het je dwingt de relaties te zien waarin deze mensen zijn ingebed en de relaties die deze mensen productiever maken.
Als je leerlingen de ruimte geeft om met elkaar kennis te maken en stimuleert om met elkaar samen te werken, vergroot je het sociale kapitaal van de groep.
Haidt (2012)
Ik stel voor dat we deze benadering een stap verder brengen. Om het wonder te begrijpen van morele gemeenschappen die groeien voorbij de grenzen van verwantschap, moeten we niet alleen kijken naar mensen, en niet alleen naar de relaties tussen mensen, maar naar de complete omgeving waarin die relaties zijn ingebed, en die die mensen deugdzamer maakt (hoe zij die term zelf ook definiëren). Er zijn heel wat niet gangbare oplossingen nodig om een morele gemeenschap te ondersteunen“.5 Samen/Zelf bepaald
De onderstaande afbeelding maakt duidelijk op welke manieren leerlingen eigenaarschap krijgen over hun eigen leerproces. Hoe beter de groep functioneert, hoe beter je je leerlingen samen aan een zelf opdracht kunt laten werken.
Bij de eerste afbeelding geeft de verticale as ‘wel of niet samenwerken’ aan en de horizontale as ‘anders bepaald of zelf bepaald’.
afbeelding 33: betekenisvol onderwijs
In het kwadrant rechtsboven – Zelf bepaald’ + ‘Samen’ – bepaalt een leerling een deel van het onderwijsproces. Door samen te werken, versterken en verruimen leerlingen hun eigen expertise. Onderwijs is betekenisvol als leerlingen zelf bepalen wat ze leren én als ze samen het vak ontdekken. Dit kwadrant draagt bij aan de onderwijsdoelen Persoonsvorming, Socialisatie en Kwalificatie.
Het kwadrant rechtsonder – ‘Zelf bepaald’ en ‘Los van elkaar’ – is geschikt om leerlingen geheel zelfstandig een eigen koers te laten varen. Een aantal leerlingen zullen hier tijdens zelfstandig werken voor kiezen. Een reden hiervoor kan zijn dat de leerling:
- graag alleen werkt.
- niet goed kan samenwerken
- een ongebruikelijk onderwerp kiest
- een opdracht kiest waarbij het de bedoeling is om er alleen aan te werken.
Het kwadrant linksboven – ‘Anders bepaald’ + ‘Samen’ – bepaalt de docent wat er gebeurt. Dit kwadrant is uitstekend geschikt om bij frontaal lesgeven nieuwe onderwerpen te behandelen en leerlingen gezamenlijk te laten oefenen met wat net is behandeld. Bij deze oefeningen kun je de groepssamenstelling beïnvloeden. Daardoor leert iedereen elkaar kennen wat weer kansen biedt bij het kiezen voor samenwerken bij zelfstandig werken.
In het kwadrant linksonder – ‘Anders bepaald’ + ‘Los van elkaar’ – heeft een student geen invloed op de leerstof en is iedere student verantwoordelijk voor zijn of haar eigen cijfer. Dit kwadrant past het afnemen van een toets waarbij iedereen in stilte werkt. Als je leerlingen te vaak op deze manier laat werken, kan dit tot onrust leiden.
Durkheim beschreef mensen als “homo duplex” of “twee niveaus mens”:
Wij zijn erg goed in het individueel najagen van onze dagelijkse doelen (Drukheim noemt dit het niveau van het ‘profane’). Maar wij hebben ook de capaciteit om ons om te vormen, tijdelijk, tot een hoger collectief plan, dat Durkheim beschrijft als het niveau van het ‘heilige’.”
- individueel najagen van dagelijkse doelen (kwadrant rechts onder)
- omvormen tot hoger plan (kwadrant rechts boven)
In alle gevallen is het belangrijk dat iedereen zich houdt aan het kader. Zo niet dan spreek je een leerling aan op gedrag en inzet.
6 Maslow
De piramide van Maslow gaat ervan uit dat zelfrealisatie de hoogste stap is van een ontwikkeling. VOH pleit ervoor om vooral tijdens zelfstandig werken direct te beginnen met (aspecten van) zelfrealisatie:
- Observeren: Let op lichaamstaal van leerlingen en laat blijken dat je hun behoeften ziet (Maslow- Lichamelijke behoeften).
- Bij oefeningen die volgen op frontaal lesgeven, laat je leerlingen zowel op het persoonlijk vlak als op jouw vakgebied met elkaar kennismaken. Zo voldoe je aan de behoefte van je leerlingen om contact te leggen, erkenning en waardering te krijgen voor hun al aanwezige vaardigheden én om nieuw vaardigheden te verwerven.
Bij oefeningen die volgen op frontaal lesgeven, nodig je leerlingen uit beurtelings de leiding te nemen. Hierbij staat het sociale aspect voorop (Maslow- behoefte aan sociaal contact). - Stel je leerlingen in staat om verworven vaardigheden eerst individueel te meten via apps. Stel je leerlingen ook in staat om vervolgens vaardigheden met elkaar te delen (Maslow – Erkenning en waardering).
7 De leiding nemen
Wanneer je lesgeeft, lijkt het vanzelfsprekend dat jij de leiding hebt. Een groep leiden is echter een kunst die je leerlingen ook onder de knie kunnen krijgen. Een goed moment hiervoor is nadat je iets hebt uitgelegd aan de hele klas. Geef daarna een korte opdracht met daarbij de instructie om van rol te wisselen (leiding nemen – volgen). Tijdens zelfstandig werken zijn leerlingen vrij om wel of niet samen te werken. Bij complexere opdrachten verdelen zij dan de verschillende verantwoordelijkheden (rollen) binnen hun team. Bij dit proces kan coaching door jou nodig zijn.
Citaat over de waarde van rolwisseling:
8 Groepssamenstelling
Afbeeldingen Els ter Horst
Door de samenstelling van groepen te beïnvloeden, doen leerlingen de volgende ervaringen op:
Ik | Zij | Wij |
Rolwisseling: Soms heb ik de leiding, andere keren volg ik. |
We werken in groepen van wisselende samenstelling en zijn verbonden met elkaar. | Als groep vormen wij een netwerk. |
Ik leg iets uit of leid een activiteit. | Door regelmatig te wisselen van groep leren wij iedereen kennen en voorkomen wij dat we uit macht der gewoonte steeds bij dezelfde groep blijven. | Wij geven een gezamenlijke presentatie waarbij iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid neemt. |
8.1 Vooroordelen
Een sterke band binnen een groep kan gepaard gaan met negatieve gevoelens over degenen die niet bij de groep horen. Als docent is het mogelijk om deze gevoelens te verminderen of zelfs te laten verdwijnen. Dit blijkt uit het boek Blueprint van Nicolas A. Christakis. Dit boek gaat in op de relaties die mensen in het algemeen hebben. Christakis onderzoekt of wij genetisch bepaald zijn tot het maken van groepen. Het blijkt dat de mens op alle leeftijden al snel vooroordelen heeft ten aanzien van de eigen groep en vooroordelen over groepen daarbuiten. Het hebben van een gezamenlijke vijand versterkt de band binnen de eigen groep. Christakis onderzoekt dit mechanisme en stelt het ter discussie.
8.2 Wisselen van groep
Eerder gaven we het belang aan van het kunnen wisselen tussen groepen.
Door leerlingen te laten samenwerken met degenen met wie ze normaal gesproken niet zouden samenwerken, voorkom je vooroordelen van subgroepen ten aanzien van andere subgroepen. Bij de afbeelding ‘They’ hierboven zijn de groepen wit en zwart. Hoe vaker individuele groepsleden van groep wisselen, hoe minder eenduidig de kleur van de groep. Een app die at random een nieuwe groepsindeling maakt, kan hierbij van pas komen. Ook valt te overwegen om samenwerking met iemand met wie je nog nooit hebt samengewerkt te belonen.
8.3 Samenwerking binnen een groep
Een reden (noodzaak) voor samenwerking kan zijn het hebben van een gezamenlijke tegenstander. Een vergelijkbaar mechanisme treedt op als een groep een gezamenlijk doel nastreeft waarmee de groep zich wil onderscheiden.
Voorbeeld
Docent Natuurkunde, Stephan Dinkgreve, maakte op het Pieter Nieuwland College op een positieve manier gebruik van de samenwerking binnen de groep. Hij vroeg de leerlingen naar het landelijk gemiddelde van het Natuurkunde eindexamen. Dat wisten de leerlingen wel, 6.3. Weten jullie ook het gemiddelde van het Pieter Nieuwland College? Nee, dat wisten ze niet, dat was 6.7. Daarop vroeg de docent de leerlingen: “Wat dachten jullie ervan als wij voor jullie examen gaan voor de 7.0? Daar stemden de leerlingen mee in en zij behaalden dit resultaat daadwerkelijk bij hun eindexamen (afbeelding ‘We’).
9 Samenvatting
Door aandacht te besteden aan kennismaken, ontstaat een hechte, sociale groep die goed kan samenwerken. Kennismaken zorgt voor verbinding en vertrouwen. Geef daarom elke les je leerlingen de ruimte om kennis te maken met elkaar, met jou, met de lesstof en met de wereld. Door leerlingen van rol te laten wisselen, door ze elkaar te laten helpen en door het maken van verschillende groepsindelingen laat je je leerlingen op verschillende manieren met elkaar kennismaken.
Samenwerking is een belangrijk onderdeel van een positieve leeromgeving. Leerlingen ondersteunen elkaar en sturen elkaar aan. Door samen te werken, stemmen leerlingen hun activiteiten inhoudelijk en sociaal op elkaar af. Er ontstaat een hechte groep met ‘sociaal kapitaal’. Samenwerken draagt bij aan zelfrealisatie zoals gedefinieerd door Maslov. Door samenwerking te stimuleren, stel je leerlingen in staat verantwoordelijkheden op zich te nemen en ontwikkelen zij vaardigheden waar ze hun verdere leven van profiteren.
Wie weet heb je nu de middelen in handen om van jouw klas een hechte, sociale, ambitieuze en getalenteerde groep te maken!
- Verplaats je in de ander. Hoe is zijn/haar/hun situatie en wat zijn zijn/haar/hun wensen. Laat zien dat je zijn/haar/hun situatie herkent en geef pas oplossingen als daarom gevraagd wordt.
- Luisteren – Samenvatten – Doorvragen. Dit kun je gebruiken bij een oefening waarbij leerlingen elkaar leren kennen.
- Bij een verstoorde relatie met een leerling neem je als docent het initiatief om deze relatie te verbeteren. Daarvoor neem je de betreffende leerling apart en vraag je deze leerling hoe het komt dat deze zich niet goed kan concentreren. Betrek deze leerling bij het vinden van een oplossing. Naar aanleiding van dit gesprek maak je met deze leerling indien nodig (afwijkende) afspraken over hoe jullie voortaan met elkaar omgaan of over de plaats van de leerling in de groep.
- Verzin rustige oefeningen waarbij aandacht voor elkaar centraal staat. Hiermee voorkom je pesten. In een drukke en rommelige omgeving maken de leerlingen ook kennis met minder aangename aspecten van elkaar.
10 Video
Voorbeelden van kennismaken
0.17 Kennismaken aan het begin van de les door iedereen een hand te geven en door eventueel een praatje te maken
4.47 Bij het verlaten van de klas geef je iedereen een hand en kun je je leerlingen bedanken voor hun goede inzet.
In deze film zie je een jongen die uit eigen beweging iedereen groet bij de ingang van de school. Op deze aparte manier legt hij contact met zijn medescholieren. Hij ziet de waarde in van groeten bij de deur.
Vriendelijk Orde Houden gaf het advies om de leerlingen bij binnenkomst en vertrek een hand te geven. Groeten is enerzijds een middel om met elkaar in contact te komen. Anderzijds kun je tijdens het groeten op lichaamstaal van je leerlingen letten en daarop adequaat reageren.
2.55 een leerling neemt de leiding
Tijdens een muziekles neemt een leerling de rol van dirigent op zich. Hij leert de klas als orkest kennen. Omgekeerd leert de klas hem als dirigent kennen. Zo ontstaan er nieuwe mogelijkheden voor leerlingen om kennis te maken met elkaar. Deze dragen bij aan de autonomie van de groep. De leraar heeft in deze situatie de rol van coach.