Bezield verband
De afgelopen jaren heb ik nagedacht over wat nu precies een bezield verband is en ik meen te kunnen zeggen dat ik zo’n verband zelf heb meegemaakt.
Johan ’t Hart – geactualiseerd augustus 2023
In de Volkskrant van 10 maart 2020 staat een interview met Klaas van Berkel met als titel: De Illusie als bouwsteen van de samenleving. Van Berkel geeft aan dat men zich er sinds Galilei bij neer heeft gelegd dat de volgende vragen onoplosbaar zijn:
Wat is bezielde verband van alles?
Wat betekent de wereld?
37 jaar lang gaf ik muziekles. Daarbij had ik voorrecht om steeds de condities aan te mogen passen waaronder ik lesgaf in de hoop de ideale condities voor de muziekles te vinden. Terugkijkend op dit proces concludeer ik dat dezelfde twee vragen voor mij meespeelden. Ik vermoed dat ook ik onbewust zocht naar een bezield verband.
Drie aspecten bleken hiervoor cruciaal:
Bij de start van de cursus gaf ik direct het kader aan: Vriendelijk en Duidelijk. Daarna ging iedereen ongestoord aan het werk. Het kader zorgde ervoor bovendien voor dat iedereen goed met elkaar overweg kon.
Ik nodigde mijn leerlingen direct aan het begin van de cursus uit om zelf te bepalen wat ze met mijn vak wilden doen. In ruil voor deze vrijheid die ik ze bood, vroeg ik ze om met de geboden vrijheid op een verantwoordelijke manier om te gaan. Vooraf bereidde ik een aantal onderwerpen voor waaruit mijn leerlingen konden kiezen. Doordat mijn leerlingen verschillende keuzes maakten, zag ik als docent diversiteit. De kennis die leerlingen afzonderlijk opdeden, gaven ze soms aan elkaar door.
Tijdens het tweede deel van de les waarbij er ruimte was om gezamenlijk te improviseren, gaf ik mijn leerlingen de gelegenheid te experimenteren met zowel elkaar leiden, als met zich door een medeleerling te laten leiden. Ook nodigde ik ze uit om elkaar les te geven. Wat ik hoopte was dat zij na hun schooltijd, in de maatschappij, voortbouwend op deze ervaringen, beter konden inschatten welke rol en welke verantwoordelijkheid bij hen zou passen.
Ik heb uitsluitend les gegeven in de onderbouw van het VO. Bovenbouwleerlingen, die ik niet meer lesgaf, namen graag deel aan de voorstellingen die ik met hen organiseerde. Nu volgen vier voorbeelden waaruit blijkt dat na drie jaar van mij les te hebben gehad de ontwikkeling van mijn leerlingen niet stilstond.
1. Een leerling heeft drie jaar van mij les maar laat in die tijd niets bijzonders zien. in klas vier vraagt hij of hij mee mag doen met een voorstelling. Hij speelt iets voor op gitaar en hij vraagt: “Hoeveel jaar denkt u dat ik les heb?”. Ik zeg: “Drie jaar?” Hij zegt: drie maanden! Deze leerling gebruikte de ruimte die ik bood pas nadat hij geen les meer van mij had.
2. Een meisje zit in haar eindexamen VWO jaar. Ze komt naar het muzieklokaal. Ik heb haar 3 jaar niet meer gezien. Ze zegt: Wilt u horen hoe ver ik ben met mijn potpourri? Ik zeg: “Welke potpourri?” Zij zegt: “Waar ik bij u in de les al mee bezig was”. Zij speelde voor mij haar potpourri op de piano met een lengte 10 minuten waarbij ze alle stukken die ze kon spelen aan elkaar had geknoopt.
3. Vier jongens komen mijn lokaal binnen. Meester, mogen we op het filmfestival optreden? Ik weet dat deze jongens goed kunnen spelen, dus vind ik het prima. Ik vraag hoeveel nummers ze gaan spelen. Ze noemen vier titels waaronder Hotel Californië van the Eagles. Ik vraag wat ze daarvoor nodig hebben. Ze noemden een aantal apparaten en instrumenten. Die zet ik voor hen klaar in een kast.
4. Mijn collega Peter van der Bosch (Tony Scott) neemt afscheid van het Pieter Nieuwland College genoodzaakt door zijn ziekte MS. Een leerling uit 5 VWO komt naar mij toe met de vraag of hij een afscheidsvoorstelling voor Peter mag organiseren. Via facebook schrijven leerlingen zich hiervoor in. De voorstelling stond in het teken van een inzameling voor een goed doel: MS.
Hoe meer ruimte ik mijn leerlingen bood, hoe meer van dit soort prettige situaties zich voordeden. Het kader plus de keuzevrijheid plus de rolwisseling leverde in mijn muzieklessen een ‘bezield verband’ op.
Cruciaal daarbij was dat ik in plaats van de leiding te nemen mijn leerlingen uitnodigde om zelf initiatief te nemen. Waar ik als docent wel de leiding bij nam, was bij het bieden van een context waarbinnen iedereen ongestoord z’n eigen gang kon gaan. De laatste jaren pas ik dit principe ook toe bij het coachen van docenten.
Over de tweede vraag uit het artikel van Klaas van Berkel: Wat betekent de wereld?
Volgens mij staan wij niet veel anders in de wereld dan de grote grazer op deze foto. Wij kunnen niet verder kijken dan onze neus lang is. Ook ik leg mij erbij neer dat ik niet weet wat de wereld betekent.