Chaos en orde
Wat is het verband tussen chaos en onderwijs? Wat is het gevaar van orde? Wat is het gevaar van chaos?
Johan ’t Hart – geactualiseerd augustus 2023
Nu volgen drie citaten die te maken hebben met orde en chaos (wanorde). Deze citaten breng ik in verband met leerlinggestuurd onderwijs: onderwijs waar een docent leerlingen de kans geeft een eigen weg te zoeken.
Citaat 1 – Evenwicht tussen orde en wanorde
Wetenschapsjournalist Mark Mieras geeft aan dat je brein het beste functioneert bij een evenwicht tussen orde en wanorde. Daarom is het zo belangrijk om bij leerlinggestuurd onderwijs elke leerling zelf keuzes te laten maken en hem of haar daarmee de gelegenheid te geven om orde te scheppen in een veelheid van informatie. Die informatie kan bij een leerling in het begin overkomen als chaos.
Te veel wanorde is regelrecht gevaarlijk. Te veel orde maakt kwetsbaar op langere termijn, doordat het aanpassingsvermogen en de creativiteit dan teruglopen (Mark Mieras).
Citaat 2 – De plicht om te zwerven
De chaos genoemd bij het nu volgende citaat vergelijk ik met de gehele omgeving die een docent klaar zet bij leerlinggestuurd onderwijs. Elke leerling stuurt zichzelf aan en mag zwerven.
Nietzsche:
Om een dansende ster te baren moet je eerst chaos in je dragen. Gebrek aan consistentie, verandering van gedachte en een drang om te zwerven waren een kwestie van plicht. Een vaststaande mening was een dode mening, een vastbesloten geest een dode geest, minder waard dan een insect; hij zou vermorzeld moeten worden onder je voet en totaal vernietigd.” Prideaux (2018)
Citaat 3 – Kunstenaar binnen grenzen
Het nu volgende citaat van Camus laat zien wat begrenzing betekent voor een kunstenaar. Juist door zich te begrenzen krijg de kunstenaar ergens vat op. Vermoedelijk geldt dit ook voor leerlingen. Bespreek met je leerlingen de voordelen van begrenzing. Voor die leerling die dat voordeel ziet, is het de kunst om zich daarna geruime tijd binnen gestelde grenzen ergens in te bekwamen.
Dat is nu juist het genie, het intellect dat zijn grenzen kent. Een kunstenaar, die zijn grenzen kent, deze nooit overschrijdt, en in die onzekere speelruimte waar hun geest zich op instelt, over een wonderbaarlijke en meesterlijke gemakkelijkheid beschikt. Camus (1942), Albert