Omgaan met verstoringen van de les: Koektrommel
Voor een leerling kan het interessant zijn om het gezag van de docent te betwisten. Daarmee verwerft deze leerling gezag. Medeleerlingen zien hem of haar als moedige en dappere strijder die het onrecht dat hen wordt aangedaan, de plicht naar school komen, bestrijdt. Hoe gaan docenten hier mee om? Bestaat er ook een manier om in de ogen van leerlingen op een eerlijke manier gedrag aan te sturen en bij te sturen?
Johan ’t Hart – geactualiseerd februari 2024
Vriendelijk Orde Houden werkt met Tips (positieve aanwijzingen). In dit blog vergelijk ik deze Tips met koekjes in een koektrommel.
- Door altijd een afgepaste hoeveelheid ruimte te bieden voor verstoringen en daarop adequaat te reageren, gaat de klas ongeacht hun toevallige dynamiek snel aan het werk.
- Een leerling die de les verstoort, of een medeleerling stoort, geef je een denkbeeldig koekje uit de koektrommel (Je toont de volgende afbeelding van het telraam en je geeft de leerling die stoort een Tip). De afbeeldingen hebben de kleuren oranje en rood. Al snel is de koektrommel voor deze leerling leeg.
- Vriendelijk Orde Houden (VOH) adviseert een denkbeeldige koektrommel neer te zetten voor dergelijke leerlingen. Jij geeft twee verschillende leerlingen die jouw gezag betwisten tijdens frontaal lesgeven een koekje. Tijdens frontaal lesgeven zitten er slechts twee koekjes in de koektrommel. Bij zelfstandig werken leg je zelfs vier koekjes in de koektrommel. Die vier koekjes bestemd voor vier verschillende leerlingen die medeleerlingen storen tijdens zelfstandig werken.
Je opstelling bepaalt of de groep die jij lesgeeft wel of niet jouw gezag betwist.
- Door je aan het kader te houden en gewenst gedrag te tonen, geef jijzelf geen aanleiding voor verstoringen.
- Je stelt je positief op, en geeft ‘positieve aanwijzingen’ (deze vervangen waarschuwingen) en die vergelijk ik in dit blog met koekjes uit een koektrommel? Met een Tip geef je een leerling aandacht op een positieve manier. Dit ‘Aansturen’ kost de leerling geen tijd.
- Als de leerlingen zien dat de koektrommel leeg is (het telraam is dan rood), is het voor leerlingen af te raden jouw les te verstoren. Als het laatste koekje is uitgedeeld, geef je bij een volgende verstoring tijdens frontaal lesgeven een ‘Brief voor toekomstig gedrag’ (Tijdrovende opdracht). ‘Bijsturen’ kost een leerling wel tijd. Tijdens zelfstandig werken, schakel je na het vierde koekje over op frontaal lesgeven omdat het dan te onrustig is om zelfstandig te werken.
- In de onderstaande video vertellen leerlingen hoe het aanvoelt om een Tijdrovende opdracht te krijgen (bij deze leerlingen waren de koekjes op). De leerlingen in de nu volgende video spreken over een ‘reflectieverslag’. Je kunt er zelf een naam aan geven. VOH noemt het nu ‘Brief over toekomstig gedrag. Bij VOH stuur je leerlingen bij door ze te vragen te reflecteren op hun gedrag en na te denken over toekomstig gedrag.
In de onderstaande video vertellen leerlingen: “Ons de les uitsturen, daar heb je niks aan.”
Groepsdynamiek
- Een groep kan per dag een andere dynamiek tonen.
- Als docent VO heb je te maken met verschillende groepen leerlingen binnen een week.
- in het PO wisselt de groepssamenstelling jaarlijks. Met de koektrommel met slechts een beperkt aantal koeken kun je elke les snel beginnen.
Wil je weten hoe je start met VOH? Lees dan Starten met een kader en Handelingsladder. Lees ook deze toelichting over verschillende manieren van aansturen en bijsturen bij frontaal lesgeven en zelfstandig werken.
Samenvatting
Door je positief op te stellen en door duidelijke grenzen te stellen zijn er minder verstoringen van de les en verdwijnt het ‘machtsspel’ tussen docent en onwillige leerling. Leerlingen en docent genieten samen van interessante lessen.