Vita Contemplative – Feesten

In zijn boek ‘Vita Contemplativa’ bespreekt de Koreaanse filosoof Byung-Chun Han de waarde van feesten. Als muziekdocent ben ik betrokken geweest bij vele feesten, vieringen en voorstellingen op het Pieter Nieuwland College in Amsterdam en daarbuiten. Zowel voor deelnemers als bezoekers zorgen deze evenementen voor verbinding en bieden ze ruimte voor contemplatie.

Johan ’t Hart – januari 2024

Eerst drie citaten. Het eerste en derde citaat zijn van Han. Het tweede citaat van Kerényi is schuingedrukt.

“De arbeid separeert en isoleert de mensen. De verabsolutering van de arbeid en van prestaties breekt het samenzijn af. (..) Het feest daarentegen schept gemeenschap. Het verzamelt en verbindt mensen. Het feestelijkheidsgevoel is altijd een saamhorigheidsgevoel, een wij-gevoel. Het feest is saamhorigheid en beeltenis van saamhorigheid in haar volmaakte vorm.”

Het feest openbaart de zin van het alledaagse bestaan, het wezen van de dingen die de mens omringen en de krachten die in zijn wezen werkzaam zijn. Het feest als een werkelijkheid van de wereld van de mens (..) betekent dat de mensheid met ritmische tussenpozen in staat is beschouwelijk te worden en in die toestand in contact te komen met hogere werkelijkheden, waarop het hele bestaan berust.” Kerényi, Antike Religion p62

“De tijd van de feesten, die wij in feestelijk aangeklede ruimtes vieren, vergaat niet. Het is een Hoch-Zeit, bloeitijd en bruiloft ineen. Het feest schept een tijdloosheid waarin elk zijnsgebrek is opgeheven.”

Feesten, vieringen en voorstellingen op mijn school.

Vanaf het begin van mijn loopbaan hoorde bij mijn aanstelling het organiseren van een Paasviering en een Kerstviering. Dat begon allemaal met eenvoudige middelen in de gymzaal en de aula.

Aan voorstellingen gaat overleg, schrijven, voorbereiding en de werving van artiesten en medewerkers vooraf. In elke groep die ik lesgaf, traden leerlingen op. Ik vroeg na een optreden aan een leerling of een groepje leerlingen of ze wilden deelnemen aan een voorstelling.

Als een leerling in de klas ging optreden, ervaarde ik dat ook als een contemplatief moment. Bij elk optreden kon er weer een nieuw talent naar voren komen. Bovendien zijn optredens van leerlingen die voor het eerst optreden heel authentiek. Ze spelen geen (nog) geen rol, het is heel puur.

Soms boden leerlingen hun medewerking zelf aan. Van bepaalde leerlingen wist ik dat ik bij elk optreden op ze kon rekenen.

Later kwamen daar andere voorstellingen bij: toneel voorstellingen, een jaarlijkse musical en een jaarlijks filmfestival georganiseerd door collega’s CKV. Al het talent dat zich in mijn lessen manifesteerde vond ook in die andere voorstellingen zijn weg.

Na een verbouwing kreeg onze school een mooi theater. Daar werd intensief gebruik van gemaakt. Steeds meer leerlingen wilden optreden of waren bereid organisatietaken van mij over te nemen.

Rond de voorstellingen vormde zich een groep leerlingen die veel plezier met elkaar had, goed met elkaar kon samenwerken en die ik volledig vertrouwde.