Aflevering 6 – 100 dagen voor de klas

Hoe zorg je ervoor dat bij het samenspel tussen docent en leerling er zo min mogelijk docenten en leerlingen vroegtijdig het onderwijs verlaten? Hierop ga ik in naar aanleiding van Aflevering 6 – Waar doe je het voor? Een uitzending van de VPRO.

Johan ’t Hart – geactualiseerd augustus 2023

Tim en Nicolaas zijn geen docent. Voor de camera nemen zij de stap om een op school een vak te gaan geven, te beginnen met een stage. De collega’s die zij aan het werk zien op de vmbo school waar zij stage lopen, noemen zij helden. “Zij doen het maar, inspireren, bijsturen, en ook nog een beetje opvoeden, dag in dag uit. Allemaal om de kinderen van Lelystad een zetje in de goede richting te geven.”

Zowel Tim als Nicolaas vragen zich af of ze geschikt zijn voor het onderwijs. Tijdens deze laatste uitzending krijgen zij zowel feedback van docenten als van leerlingen. Nu volgen een aantal uitspraken uit aflevering 6 die relevant zijn voor iedere beginnende docent. Eerst volgen uitspraken die te maken hebben met wel of niet kunnen volhouden, dan uitspraken over motivatie en tenslotte zeg ik iets over het onderwijs in het algemeen bij ‘leerschool’.

Volhouden

Elke docent krijgt in het begin te maken met onverwachte situaties waarbij iets mis gaat. De vraag is dan hoe je daar mee omgaat. Hoe snel krabbel je weer op?
Sielke, de begeleider van Nicolaas zegt over hem: “Je kaart moeilijke momenten aan, dat doe je op een natuurlijke manier, niet van boven af.”
Ook op termijn is het een kwestie van volhouden.
Iren Nauta, de begeleider van Tim vertelt hierover: “Onderwijs heeft de meeste burnouts, je bent betrokken en daar wil je ook voor gaan, dan ga je over je grens. Je bent continu heel veel ballen aan het hooghouden. Dan komt er nog een bal bij en op een gegeven moment hou je het niet meer en ga je te ver. Gelukkig is bij mij het draadje nog nooit gebroken, maar ik heb ook wel momenten gehad dat ik echt helemaal tot hier zat.”

Motivatie

Carlos: “Het is een roeping, het is geen beroep van 9 tot 5.”
Iren: “Het is echt een heel mooi vak. Als je hart hebt voor jongeren maar ze ook op weg wil helpen om keuzes te maken voor hun toekomst of iets bij wilt brengen over het leven, dan is dit vak echt prachtig.”
Sielke: “Volgens mij is een leraar iemand die echt contact legt met de leerlingen en die ook inspiratie kan geven en ik bedoel daar echt niet mee dat alle dertig leerlingen geïnspireerd raken. Als je maar een paar eruit weet te pakken. Je geeft ze iets mee dat misschien pas over vele jaren land”
Nicolaas: “Wat ik leuk vond, is dat je echt iets te vertellen hebt en dat je de wereld een beetje kunt veranderen. Dat is niet iets groots, maar wel iets waar ik heel blij van wordt.”

Leerschool

Tijdens alle scenes van 100 dagen voor de klas voel je de symbiose tussen leerling en docent. Zonder leerling is er geen docent. Zonder docent geen leerling. Daarbij zijn de docenten openhartig en eerlijk over de leerlingen en de leerlingen over de docenten. Die openhartigheid geeft iedereen de kans te groeien, de koers bij te stellen en te leren hoe je met elkaar omgaat. Die bereidheid om de koers bij te stellen is niet iets dat je alleen nodig hebt als beginnend docent. Ook als ervaren docent zul je op gezette tijden van koers moeten veranderen omdat de omging waar je werkt ook verandert. Dat zie ik terug bij de cursus Vriendelijk Orde Houden. Bij cursisten varieert de leeftijd van 20 tot 60 jaar.

Ik eindig dit blog met een variatie op de titel van de VPRO uitzending: 100 jaar voor de klas…..(voor mij voelt dit zo na 37 jaar voor de klas en nu het begeleiden van cursisten) met een link naar een nummer van de rapper Tony Scott. Ik maakte de muziek en Arjan Anema heeft er een bijzondere mix van gemaakt. De nu volgende link staat op de website van de Stichting Rapucation. Het gaat over een leerling die de school vroegtijdig verlaat. Het nummer heet Dit is wat ik had.