Aflevering 4 – Springerig en jolig
Bij de start van de afleveringen van 100 dagen voor de klas, stond deze quote op de voorpagina van de VPRO-gids:
Tim: “Als ik leraar was, zou ik juist niet mezelf moeten zijn. Je hebt niets aan een springerige en jolige leraar.”
Johan ’t Hart, geactualiseerd maart 2023
In de vierde uitzending van 100 dagen voor de klas vraagt zijn begeleider Bjorn aan leerlingen die les kregen van Tim welk advies zij hem kunnen geven. Ze adviseren Tim vooral om rustiger te zijn.
Aan het docentschap zitten blijkbaar twee kanten:
1. Je natuurlijke uitstraling
2. De houding die je laat zien aan je leerlingen.
Het spanningsveld tussen beide kanten heeft te maken met authenticiteit. Je kunt je dan afvragen:
1. Streef ik ernaar om mijn natuurlijke uitstraling altijd te behouden?
2. Pas ik mijn natuurlijke uitstraling aan zodat ik meer rendement haal uit mijn lessen?
Ik denk dat Tim met zijn eerste opmerking gelijk heeft. Leerlingen nemen een springerige, jolige docent, niet serieus. Zo’n docent lijkt teveel op een leerling. De kans is dan klein dat de leerlingen serieus aan het werk gaan.
Serieus aan het werk gaan is wel een voorwaarde voor het einddoel van het onderwijs, namelijk het diploma en daarbij horende vaardigheden om je in de maatschappij te kunnen redden. Om leerlingen dat diploma te laten halen, stelt de overheid onderwijs beschikbaar.
Op de achtergrond speelt in het onderwijs een andere factor mee die minstens zo belangrijk is: Als docent ben je een rolmodel voor je leerlingen. Een aandachtige serieuze houding past bij dat rolmodel.
Moet Tim dan zijn jolige en springerige houding verbergen en zichzelf daarmee geweld aandoen?
Vriendelijk Orde Houden adviseert het volgende:
Wees vriendelijk en duidelijk. Als je dit vol kunt houden, ook tijdens het bijsturen van gedrag ontstaat een positieve leeromgeving. In omgeving is ruimte om samen plezier te maken en zullen de leerlingen de joligheid en springerigheid van hun jonge energieke docent juist waarderen! Bij de module Reguleer je energie zie je een afbeelding van een huis. Op de begane grond is plaats voor alle emoties. Als je, door effectief aan- en bijsturen, de klas goed laat werken, kun je zelf al die emoties laten zien.