5.4 Telraam introduceren
Op deze pagina
- Inleiding
- Starten met het ‘Telraam’
- Overeenkomsten en verschillen tussen ‘Oefenperiode 1’ en ‘Telraam introduceren’
- Voorbereiding ‘Telraam introduceren’
- Rode afbeelding ‘Telraam’ – grens
- Instructievideo ‘Telraam introduceren’
- Herhalen werkwijze ‘Telraam introduceren’
- Samenvatting introduceren zes componenten
Na de ‘Oefenperiode’ introduceren docenten in een volgende periode het ‘Telraam’. Daarmee spreken zij hun leerlingen als groep per les aan op gedrag. Net als in de ‘Oefenperiode’ blijven zij dan hun leerlingen individueel per periode aanspreken op gedrag en inzet.
Als ik ervaring heb opgedaan met ‘Gebaren‘, ‘Tips‘ en de ‘Brief over toekomstig gedrag‘, overweeg ik het introduceren van het ‘Telraam‘. Daarmee geef ik een maximum aantal ‘Tips‘ aan dat ik per les aan de groep geef. Met het ‘Telraam‘ beperk ik de mogelijkheid voor leerlingen om de les te verstoren en kan ik eerder een leerling een ‘Brief over toekomstig gedrag‘ laten schrijven, ook al heeft deze leerling nog niet eerder een ‘Tip‘ gekregen.
Introductievideo
Voor meer informatie bekijk hier onze overige introductievideo’s.
Inleiding
De drie stappen waarmee je aanstuurt en bijstuurt (orde houden): ‘Non-verbaal’, ‘Verbaal’ en ‘Maatregel’ presenteert VOH als voorstellen. Elke stap kun je op meerdere manieren uitvoeren. Het introduceren van het ‘Telraam‘ is een aanvulling op de manier van werken van de ‘Oefenperiode‘. VOH kiest voor twee ‘Tips‘ per les bij frontaal lesgeven en vier ‘Tips‘ per les tijdens zelfstandig werken. Bepaal zelf of dit voor jou de juiste aantallen ‘Tips‘ zijn.
1. Starten met het ‘Telraam’
Met het ‘Telraam‘ introduceer je het zesde en laatste component van ‘Aansturen en Bijsturen‘. Het advies van VOH is om pas te starten met het ‘Telraam‘, als je positieve ervaringen hebt opgedaan met ‘Gebaren‘, ‘Tips‘ en de ‘Brief over toekomstig gedrag‘ Je leerlingen reageren goed op jouw ‘Gebaren‘ en je hebt ervaring opgedaan met het geven en noteren van ‘Tips‘. Ook heb je een of meer van je leerlingen een ‘Brief over toekomstig gedrag’ laten schrijven met als gevolg een positieve verandering van hun gedrag.
2. Overeenkomsten en verschillen tussen de ‘Oefenperiode’ en ‘Telraam introduceren’
In twee periodes van acht lessen introduceer je de zes componenten van ‘Aansturen en Bijsturen‘. Dit zijn overeenkomsten en verschillen tussen ‘Oefenperiode 1‘ en ‘Telraam introduceren‘:
Ook bij deze twee serie van acht lessen:
- hangt al het kader aan de muur en gebruik je de ‘Driehoek‘.
- begin je met twee lege lijsten (frontaal lesgeven en zelfstandig werken).
- stuurt je eerst non-verbaal en daarna verbaal gedrag of inzet van een leerling aan.
- vraag je een leerling die je voor de derde keer binnen een periode aanspreekt op gedrag of inzet een ‘Brief over toekomstig gedrag‘ te schrijven. De eerste twee keer dat je een leerling aanspreekt op gedrag of inzet, geef je een ‘Tip’.
- hebt je tijdens frontaal lesgeven je ‘Tipboek‘ bij de hand met op de achterkant de blauwe afbeelding van de ‘Driehoek‘.
- heb je tijdens zelfstandig werken de lijst voor zelfstandig werken geklemd op een plankje bij je met op de achterkant de groene afbeelding van de ‘Driehoek‘.
- telt je ‘Tips‘ per periode. De ‘Tips‘ uit de vorige periode vervallen. Elke leerling begint bij elke nieuwe periode met een schone lei.
Verschillen tussen beide series van acht lessen:
- Door het ‘Telraam‘ te introduceren verminder je het aantal verstoringen van de les en verhoog je de inzet van de leerlingen. Met het ‘Telraam‘ geef je eerder je grens aan. Je gaat eerder over tot het laten schrijven van een ‘Brief over Toekomstig gedrag‘. Je geeft leerlingen minder ruimte om zich niet goed te gedragen of zich niet goed in te zetten.
- De ‘Brief over toekomstig gedrag’ print je uit in twee kleuren: geel en oranje. Als je de oranje brief moet uitdelen, vraag je de leerlingen in stilte te gaan werken.
- Overweeg in deze fase een vraag toevoegen aan de ‘Brief over toekomstig gedrag’: Heb je nog een Tip – positief advies – voor de docent? Met die extra vraag stel je je leerlingen in staat om zich uit te spreken over de manier waarop jij hen aanspreekt. Download de brief met extra vraag
3. Voorbereiding ‘Telraam introduceren’
- Je print twee nieuwe klassenlijsten uit om Tips op te noteren: een lijst voor frontaal lesgeven en een lijst voor zelfstandig werken.
- Je print de ‘Brief over toekomstig gedrag’ uit op geel en oranje papier (voor frontaal lesgeven) en wit papier (voor zelfstandig werken). Je bewaart de brieven en ziet dan aan de kleur van de brief of je deze hebt laten schrijven tijdens frontaal lesgeven of tijdens zelfstandig werken en bij frontaal lesgeven zie je aan de gele of oranje kleur in welke fase van de les je de brief hebt uitgedeeld.
- Je blijft gebruik maken van de ‘Driehoek‘ (Verwachtingsmanagement) en van het ‘Kader‘.
- Je maakt een ‘Telraam‘ met een type map dat dakstandaard heet. Met de afbeeldingen die je in die map stopt, laat je leerlingen zien hoeveel ‘Tips‘ je hebt gegeven. Je print deze afbeeldingen uit met deze PowerPoint.
Met het ‘Telraam‘ tel je ‘Tips‘ per les zowel bij frontaal lesgeven als tijdens zelfstandig werken. Met de afbeeldingen van het ‘Telraam‘, die je aan leerlingen laat zien, voeg je een extra mogelijkheid toe om ook de groep als geheel aan te spreken op gedrag en inzet. Met de afbeeldingen van het ‘Telraam‘ laat je aan je leerlingen zien hoeveel ‘Tips’ je per les hebt gegeven aan de groep als geheel. Jij vertelt je leerlingen voordat je hiermee gaat werken dat jij hiermee een tweede, extra grens aangeeft:
- De eerste grens bepaal je met twee lijsten (frontaal lesgeven en zelfstandig werken) waarop je Tips noteert: Deze grens betreft het aantal keren dat je een leerling per periode aanspreekt op gedrag of inzet.
- De tweede grens bepaal je met het ‘Telraam’: Je geeft dan per werkvorm een afgepaste hoeveelheid Tips per les: frontaal lesgeven 2 Tips per les, zelfstandig werken 4 Tips per les.
Je geeft aan welke acties je neemt als de afbeelding van het ‘Telraam‘ rood is en je nog een leerling moet aanspreken op gedrag of inzet.
- Bij frontaal lesgeven is de afbeelding rood bij de de tweede ‘Tip’. De eerste leerling die je dan nog moet aanspreken op gedrag vraag je een gele ‘Brief over toekomstig gedrag’ te schrijven, de tweede leerling die je moet aanspreken op gedrag of inzet vraag je een oranje brief te schrijven. (Aan de kleur weet je wanneer in de les je de brief hebt uitgedeeld).
- Bij zelfstandig werken is de afbeelding rood bij de vierde ‘Tip’. Je onderbreekt dan zelfstandig werken en gaat verder met frontaal lesgeven. In deze situatie geef je geen brief.
Telraam
Met het ‘Telraam’:
- beperk je het aantal ‘Tips’ dat je geeft aan de groep per les.
- spreek je de hele groep aan op gedrag en inzet.
- Met het ‘Telraam‘ geef je – zowel bij frontaal lesgeven als bij zelfstandig werken – jouw professionele grens aan.
Overzicht van afbeeldingen die je met het ‘Telraam’ aan leerlingen laat zien:
Afbeelding 97: alle afbeeldingen van het telraam
4. Rode afbeelding ‘Telraam’ – grens
In deze tweede periode zien je leerlingen aan het ‘Telraam‘ hoeveel ruimte er nog is voor gedrag dat niet past bij het ‘Kader‘ of ‘Driehoek‘. Is die ruimte verspeelt dan kan iedere leerling een opdracht krijgen om een ‘Brief over toekomstig gedrag‘ te schrijven. Met het ‘Telraam‘ ga je sneller over tot het laten schrijven van een brief. Bij frontaal lesgeven is de eerste brief afgedrukt op geel papier. De tweede is afgedrukt op rood papier. Nadat je bij frontaal lesgeven de tweed (oranje) ‘Brief over toekomstig gedrag’ hebt laten schrijven, onderbreek je de les. Het uitdelen van de oranje brief en het onderbreken van de les gebeurt slechts sporadisch. Deze stap is vooral nuttig bij klassen die zich ernstig misdragen. Met de op oranje papier afgedrukte brief geef je jouw professionele grens aan (Zie frequentie van de verschillende stappen waarmee je aanstuurt en bijstuurt). Na het laten schrijven van deze tweede brief, vraag je aan alle leerlingen om in stilte huiswerk te gaan maken en voorkom je het laten schrijven van nog meer brieven met de bijbehorende escalatie.
N.B. Als een leerling tijdens frontaal lesgeven de oranje brief krijgt, blijft de leerling gewoon in de les. Je geeft duidelijk aan dat het de bedoeling is dat alle leerlingen zonder overleg huiswerk maken. Doen zij dat niet, dan zet je ze apart. Pas als er geen ruimte meer is om leerlingen apart te zetten, stuur je een leerling uit de les. Zie uitzonderingen wat betreft het uit de les verwijderen van leerlingen.
N.B. Bij zelfstandig werken is de maatregel die je neemt na vier ‘Tips’ minder ingrijpend: Je onderbreekt dan zelfstandig werken. Je doet dat in het belang van alle leerlingen, het is dan te druk en de leerlingen kunnen zich niet meer goed concentreren. Je wisselt dan naar frontaal lesgeven. De reden waarom je niet alle leerlingen met een maatregel confronteert, is omdat er ook leerlingen zijn die goed werken. Die leerlingen wil je niet duperen. Met het wisselen naar frontaal lesgeven dupeer je hen niet.
Nog een klein verschil: De ‘Brief over toekomstig gedrag’ is bij zelfstandig werken afgedrukt op wit papier (Door de kleur, geel, oranje of wit weet je of je de brief hebt uitgedeeld tijdens frontaal lesgeven of tijdens zelfstandig werken).
Hieronder zie je in twee kolommen hoe je het ‘Telraam‘ gebruik je bij frontaal lesgeven en bij zelfstandig werken:
Wat doe je bij frontaal lesgeven als twee verschillende leerlingen een ‘Tip‘ hebben gekregen en een derde leerling de les verstoort of zich niet goed inzet?
Afbeelding 98: telraam frontaal lesgeven
Bij frontaal lesgeven geef je maximaal twee ‘Tips‘ aan twee verschillende leerlingen. ‘Tips‘ die je geeft tijdens frontaal lesgeven spreek je duidelijk uit, ze gelden voor iedereen. De leerlingen weten dan wat jij van ze verwacht. Een derde leerling die je aan moet spreken op gedrag of inzet, geef je de opdracht aan jou een ‘Brief over toekomstig gedrag‘ te schrijven. Door het ‘Telraam‘ ga je sneller over tot het laten schrijven van de brief. Daarmee maak je duidelijk dat het echt belangrijk is dat leerlingen opletten tijdens jouw uitleg. Omdat bij frontaal lesgeven na de tweede’ Tip‘ elke leerling de opdracht kan krijgen een brief te schrijven, stoppen alle leerlingen doorgaans met storen. Het effect van het ‘Telraam‘ is dat iedereen die de rode afbeelding ziet, oplet. Als je de tweede brief hebt laten schrijven, onderbreek je daarna je les en vraag je iedereen in stilte huiswerk te gaan maken.
Wat doe je tijdens zelfstandig werken als de groep binnen een les vier Tips heeft gekregen?
Afbeelding 99: telraam zelfstandig werken
Tijdens zelfstandig werken vraag je, als je de vierde Tip hebt gegeven, je leerlingen om op te ruimen en ga je verder met frontaal lesgeven. Dit doe je om de volgende reden: Als vier leerlingen vier medeleerlingen storen, zijn er al acht leerlingen betrokken bij het verstoren van zelfstandig werken. Het is dan te onrustig om geconcentreerd te kunnen werken. Dit valt ook eenvoudig uit te leggen aan een groep. Door Tips te tellen tijdens zelfstandig werken maak je de groep duidelijk dat zelfstandig werken een voorrecht is waarvan zij alleen gebruik kunnen maken als ze het maximum aantal van 3 ‘Tips‘ per les niet overschrijden. Als je de vierde ‘Tip‘ binnen een les hebt gegeven, onderbreek je zelfstandig werken. In tegenstelling tot frontaal lesgeven laat je nu geen brief schrijven maar ga je verder met frontaal lesgeven. Door te wisselen van werkvorm voorkom je dat je leerlingen hun tijd verdoen in een onrustige omgeving waarin ze zich niet kunnen concentreren. Met het ‘Telraam‘ vraag je de hele groep om geconcentreerd te blijven werken.
5. Instructievideo ‘Telraam introduceren’
Delen van deze video kun je aan je leerlingen laten zien om hen te laten weten hoe je het ‘Telraam’ gebruikt.
De ‘rode brief’ die genoemd wordt in de video is in de praktijk oranje, omdat op rood papier de tekst niet goed is te lezen.
6. Herhalen werkwijze ‘Telraam introduceren’
Als je alle zes de componenten van VOH hebt geïntroduceerd van ‘Aansturen en Bijsturen’ en je gaat daarna werken met een nieuwe groep die de aanpak van ‘Aansturen en Bijsturen’ al kent, dan herinner je je leerlingen bij een nieuwe start aan het ‘Kader‘ (Vriendelijk + Duidelijk). Met de ‘Driehoek‘ maak je duidelijk wat je van leerlingen verwacht. Meteen vanaf de eerste les tel je ‘Tips‘ op twee manieren:
- Je spreekt elke leerling aan op gedrag en inzet. ‘Tips‘ noteer je zoals je gewend was op twee klassenlijsten en je telt ze per periode. Als een leerling het maximum van twee ‘Tips‘ per periode overschrijdt, vraag je deze leerling een ‘Brief over toekomstig gedrag‘ aan jou te schrijven. Dit doe je zowel bij frontaal lesgeven als tijdens zelfstandig werken.
- Je spreekt de groep aan op gedrag en inzet door ‘Tips‘ per les te tellen met het ‘Telraam‘, zowel bij frontaal lesgeven als tijdens zelfstandig werken.
Je print voor elke groep weer twee lijsten uit: een lijst voor frontaal lesgeven en een lijst voor zelfstandig werken. Elke les geef je per werkvorm met de ‘Driehoek‘ duidelijk aan welke actie je van je leerlingen verwacht.
7. Samenvatting introduceren zes componenten
In de ‘Oefenperiode‘ maken je leerlingen kennis met de ‘Driehoek‘ en het ‘Kader‘. In die periode introduceer je in drie stappen het aanspreken van leerlingen op gedrag en inzet: eerst non-verbaal, dan verbaal en uiteindelijk met een maatregel: de ‘Brief over toekomstig gedrag’.
Na de ‘Oefenperiode‘ introduceer je het ‘Telraam’. Daarmee voeg je aan jouw manier van ‘Aansturen en Bijsturen‘ een tweede manier van het tellen van ‘Tips‘ toe: Je telt met het ‘Telraam‘ ‘Tips‘ per les. Met het ‘Telraam‘ geef je minder Tips per les en verlopen je lessen nog beter.
- Als je werkt met het ‘Telraam‘ vraag je tijdens frontaal lesgeven de derde leerling die je aan moet spreken op gedrag of inzet een ‘Brief over toekomstig gedrag‘ te schrijven ook al heeft deze derde leerling nog nooit een eerder een ‘Tip‘ gekregen. Daarmee beperk je het aantal ‘Tips‘ per les. Met het ‘Telraam‘ vraag je je leerlingen nog duidelijker zich goed te gedragen en zich goed in te zetten. Doordat je de mogelijkheid om te storen per les verder beperkt, zoeken leerlingen de grens niet meer op omdat ze de opdracht – de ‘Brief over toekomstig gedrag’ – willen vermijden. Met het ‘Telraam‘ geef je bij frontaal lesgeven ongestoord uitleg, voer je moeiteloos een klassengesprek en doen alle leerlingen mee met oefeningen die horen bij jouw uitleg.
- Met het ‘Telraam‘ stel je je leerlingen in staat om tijdens zelfstandig geconcentreerd te werken.






