5.4 Oefenperiode 1
Op deze pagina
- Lengte oefenperiode bepalen
- Instructievideo
- Introductie van de drie stappen van de Handelingsladder
3.1 Voorbereiding les 1
3.2 Introductie Bijsturen met Brief over toekomstig gedrag – Les 1
3.3 Voorbereiding les 2
3.4 Introductie Aansturen met Tips – Les 2
3.5 Voorbereiding les 3
3.6 Introductie Aansturen met gebaren – Les 3
3.7 Voorbereiding les 4 tot en met 8
3.8 Les 4 tot en met 8 - Raakvlakken Oefenperiode 1 met bestaande onderwijspraktijk
- Herhalen manier van werken oefenperiode 1
- Doorgaan met oefenperiode 2
Docenten die willen starten met het aanspreken van leerlingen op gedrag en inzet op de manier van VOH, starten met het werkzame element: de ‘Brief over toekomstig gedrag’. Na drie lessen kennen leerlingen de eerste drie stappen van de Handelingsladder en spreken docenten hun leerlingen aan in drie stappen: Gebaren, Tips, Brief.
Met klassen die nog nooit met deze aanpak hebben gewerkt introduceer ik de drie stappen van de Handelingsladder in drie lessen. Met klassen die de aanpak al kennen begin ik direct in met de gebruikelijke volgorde: Gebaren, Tips, Brief.
Introductievideo
Voor meer informatie bekijk hier onze overige introductievideo’s.
Lengte oefenperiode bepalen
Als je begint met ‘Aansturen en Bijsturen’, bepaal je de lengte van een ‘periode’ waarin je Tips gaat noteren op twee lijsten; een voor frontaal lesgeven en een voor zelfstandig werken. De lengte van de door jou te kiezen periode is afhankelijk van hoe vaak je de leerlingen per week lesgeeft. Beslis zelf welke duur van de periode voor jou in aanmerking komt:
- Een VO docent die één uur per week lesgeeft, kiest bijvoorbeeld voor een periode van acht weken (met daarin acht lessen).
- Een VO docent die twee uur per week lesgeeft, kan die periode verkorten tot vier weken (met daarin acht lessen).
- Een PO leerkracht kan afhankelijk van de leeftijd van de leerlingen werken in periodes van een dag, een halve week of een hele week.
- Het aantal uren dat een klassenassistent een klas lesgeeft varieert. Soms geef je samen met een docent les, een andere keer sta je alleen voor de klas. Als wilt deelnemen aan ‘Oefenperiode 1’, noteer dan op lijsten – net als docenten en leerkrachten – gedurende acht lessen hoeveel Tips je geeft. Elke keer dat je alleen voor de klas staat, schrijf je de datum boven de lijst. Je ziet dan aan het aantal keer dat je een datum hebt opgeschreven wanneer je bij les acht bent aangekomen. Afhankelijk van hoe vaak je de klas ziet, ben je bij de ene klas dan sneller bij les acht dan bij de ander. Na de achtste les start je bij een klas met een nieuwe lijsten voor frontaal lesgeven en zelfstandig werken.
Als je samen met een docent lesgeeft, ondersteun je de aanpak voor klassenmanagement van de docent. Overweeg de docent op de hoogte te stellen van jouw ervaringen met Vriendelijk Orde Houden. In overleg is het dan mogelijk dat jullie komen tot een gezamenlijke aanpak.
In deze instructievideo komt het kiezen van een periode aan de orde.
N.B. Bij groepen die de les maar weinig verstoren, kun je de periode op eigen initiatief verlengen. Het verlengen van een periode betekent voor de leerlingen dat je de mogelijkheid om de les te verstoren verder beperkt, je bent dan ‘strenger’, je laat minder toe.
In Oefenperiode 1’ hanteer je een maximum aantal ‘gratis’ Tips per periode. Je telt de Tips met behulp van lijsten (Deze Tips zijn in zekere zin ‘gratis’ omdat zij nog niet leiden tot een maatregel, het gedrag en inzet van een leerling is dan nog binnen de door jou aangegeven grenzen.
In ‘Oefenperiode 2’ hanteer je zowel een maximum aantal ‘gratis’ Tips per periodeals een maximum aantal Tips per groep per les (In ‘Oefenperiode 2‘ tel je de Tips per les met het telraam ). Met deze combinatie beperk je zowel het aantal Tips per leerling per periode als het aantal Tips per groep per les. Je geeft in ‘Oefenperiode 2’ op twee manieren je grens aan.
N.B. Na een periode vervallen alle gegeven Tips en begin je weer met lege lijsten
2 Instructievideo oefenperiode 1
3 Introductie van de drie stappen van de Handelingsladder
3.1 Voorbereiding les 1
- Print een aantal exemplaren van de ‘Brief over toekomstig gedrag‘ afgedrukt op geel papier. In les 1 gebruikt je er maximaal twee per groep.
- Koop een klein aantekenboekje en schrijf daarop ‘Tipboek. In dat boekje schrijf je in de eerste les wie je een ‘Brief over toekomstig gedrag’ laat schrijven. (Naam en opdracht). Ook noteer je in je dit boekje (indien nodig) vreemd gedrag van een leerling. Vanaf de tweede les schrijf je in dat boekje wie je een Tip geeft, vanaf les 4 bestaat de kans dat je weer een leerling een brief laat schrijven, ook dat noteer je in je Tipboek.
Plak achterop het boekje een kleine versie van de blauwe afbeelding, die kun je tijdens het lesgeven (net als de driehoek) aan een leerling laten zien. - Hang de afbeelding met het Kader aan de muur. Die afbeelding blijft daar voortaan hangen. Het verdient aanbeveling dat de schoolleiding opdracht geeft dit in alle lokalen tegelijkertijd op te hangen.
- Print van deze PowerPoint de twee pagina’s uit waarmee je aangeeft wat je van leerlingen verwacht (Verwachtingsmanagement) of print deze pdf uit op A3 formaat die je gebruikt als bouwplaat voor de driehoek.
- In de eerste drie lessen laat je steeds een deel van de bovenstaande instructievideo zien (vanaf 1 minuut en 53 seconden is de video bestemd voor leerlingen). Uiteraard kun je deze informatie ook zelf aan je leerlingen doorgeven. Dit type video kun je ook voorzien van je eigen stem. Neem hiervoor contact op met VOH.
3.2 Introductie Bijsturen met Brief over toekomstig gedrag – Les 1
Aan het begin van de eerste les maak je je leerlingen duidelijk dat jij beschikt over een maatregel om gedrag of inzet bij te sturen. Bijsturen met ‘Brief over toekomstig gedrag’ is de 3e stap van de Handelingsladder.
Je ontvang je een groep die je voor het eerst ziet, hoe ze zich ook gedragen, op een vriendelijk manier. Als een groep op een drukke manier de klas binnenkomt, forceer je geen orde. Je wacht rustig af tot ze aanspreekbaar zijn. Als dit te lang duurt, schrijf je als verslaggever in je Tipboek welk onacceptabel gedrag je je leerlingen ziet vertonen. Vraagt een leerling aan jou wat je opschrijft dan geef je aan dat je, wat je opschrijft als het nodig is later met de leiding bespreekt. Je kunt ook deze algemene mededeling op het bord zetten: “Graag aandacht – de les gaat beginnen”. Door zo te handelen blijf je vanaf het begin vriendelijk en duidelijk. Je laat zien dat je je niet laat verleiden tot boos worden als de les niet verloopt zoals jij wilt.
Aan het begin van de eerste les laat je zien hoe je met de driehoek aangeeft welke actie je van leerlingen verwacht per werkvorm (frontaal lesgeven en zelfstandig werken). Driehoek en kader licht je als volgt toe:
Driehoek (Verwachtingsmanagement)
In mijn lessen onderscheid ik twee situaties:
- ofwel ik geef les (frontaal lesgeven met aansluitend korte oefeningen, klassengesprek) en dan vraag ik jullie op te letten of mee te doen.
- ofwel jullie werken zelfstandig aan opdrachten en dan verwacht ik dat jullie aan het werk gaan,
(toon na elkaar beide afbeeldingen). Als een leerling niet doet wat er gevraagd wordt, spreek ik deze leerling aan op gedrag en inzet. Omdat ik nu iets uitleg, toon ik deze afbeelding: (Frontaal lesgeven – Graag opletten tijdens de uitleg / Graag meedoen aan oefeningen die volgen op uitleg). Als ik voortaan iets uitleg toon ik de blauwe afbeelding.
Afbeelding 93: kader en verwachtingsmanagement
Kader
Ook zien jullie aan de muur een afbeelding. Op die afbeelding staat: Vriendelijk + Duidelijk.
Ik ga proberen in alle lessen vriendelijk en duidelijk te zijn. Mocht dat niet lukken dan kunnen jullie mij daar op elk moment – op een vriendelijke manier – op aanspreken. Omgekeerd, als jullie niet vriendelijk of duidelijk zijn, dan spreek ik jullie daarop aan. ‘Vriendelijk en Duidelijk’ geldt dus voor ons allemaal en daarom is het eerlijk.
Stel dat een leerling niet vriendelijk en of niet duidelijk is, of de aanwijzingen op de driehoek niet volgt, dan vraag ik deze les de leerling een ‘Brief over toekomstige gedrag’ aan mij te schrijven (toon een brief afgedrukt op geel papier).
Daarin stel ik je twee vragen:
1 Wat is de aanleiding voor deze brief, wat is er gebeurd, wat heb jij zelf gedaan?
2 Wat kun jij veranderen/verbeteren aan je gedrag?
De leerling aan wie ik deze opdracht geef, schrijft deze brief aan mij in zijn/haar eigen tijd en levert die op een afgesproken moment bij mij in.
Ook is het mogelijk dat ik je vraag de brief aan het eind van deze dag in mijn aanwezigheid te schrijven (Als docent beslis je wat jou het beste uitkomt). Ik hoop dat het deze les niet nodig is een brief uit te delen.
Als in de eerste les een leerling zich niet houdt aan het kader of de aanwijzingen van de driehoek, geef je deze leerling de opdracht een ‘Brief over toekomstig gedrag’ aan jou te schrijven. Geef de brief alleen voor een grote overtreding van de aanwijzingen of voor provocerend gedrag. Wees de eerste les spaarzaam met het uitdelen van de brief. Met de brief laat je zien dat jij in staat bent gedrag bij te sturen. Met de brief spreek je een leerling aan op gedrag en inzet. Als de leiding jou hierin steunt is het effect van de brief groot. Bij een zeer drukke klas kun je in de eerste les nog een tweede brief uitdelen. Het advies is om per les niet meer dat twee leerlingen een brief te laten schrijven. Blijft de klas daarna onrustig, onderbreek dan de les. Dat is geen zwaktebod, daarmee laat je zien dat de groep als geheel onacceptabel gedrag toont.
- Met het ophangen van het kader maak je duidelijk hoe je wilt dat iedereen in de les met elkaar omgaat: (Vriendelijk + Duidelijk). Als het kader is besproken, weten je leerlingen dat jij wie zich onvriendelijk (dus storend) gedraagt daarop aanspreekt.
- Met een van de twee afbeeldingen van de driehoek geef je aan welke actie je verwacht van je leerlingen. (Tips die je geeft zijn hiervan afgeleid: Graag opletten of graag aan het werk)
- Door toe te zien op de naleving van het kader en de driehoek ben je consequent.
N.B. In les 1 geef je nog geen Tips. Als het nodig is kun je in de eerste les ook verbaal te corrigeren of gebaren te gebruiken op de manier dat die je gewend was. Je hebt echter aangekondigd dat je vriendelijke en duidelijk probeert te zijn, dus het advies is om alvast te proberen op een vriendelijk manier gebaren te gebruiken en op een vriendelijke manier te corrigeren. Doe je dat niet dan bestaat de kans dat leerlingen jou daarop aanspreken omdat jij hun daarvoor zojuist toestemming hebt gegeven.
Jouw grens
Als je in ‘Oefenperiode 1’ voornamelijk frontaal lesgeeft, neem dan als maximum het uitdelen van twee brieven (afgedrukt op geel papier) Twee brieven uitdelen is dan jouw grens. Als je in de eerste les ook leerlingen zelfstandig laat werken, kun je overwegen tot een maximum van drie brieven te gaan. Is het maximum bereikt, dan onderbreek je de les en vraag je alle leerlingen om in stilte huiswerk te gaan maken. Hiermee voorkom dat je nog meer brieven uitdeelt met de bijbehorende escalatie.
3.3 Voorbereiding les 2
- Print voor elke klas twee klassenlijsten uit: één voor frontaal lesgeven en één voor zelfstandig werken. Tips die je geeft tijdens zelfstandig werken noteer je direct op een klassenlijst.
- Koop een plankje met knijper om een lijst voor zelfstandig werken op vast te kunnen zetten. Plak op de ander kant van de plank een kleine versie van de groene afbeelding van de driehoek. Je gebruikt deze plank+lijst+afbeelding tijdens zelfstandig werken. De afbeelding op de achterkant kun je als je door de klas loopt aan een leerling laten zien die zich niet goed inzet.
3.4 Introductie Aansturen met Tips – Les 2
In de tweede les begin je met het aanbrengen van een ‘buffer’. Met die buffer voorkom je dat je de ‘Brief over toekomstig gedrag’ te snel of te vaak laat schrijven. Vertel je leerlingen dat je, voordat je een brief laat schrijven, een Tip geeft. Je geeft aan dat iedere leerling per periode (in de tweede les zijn er nog zeven lessen te gaan tot het einde van de periode) twee ‘gratis’ Tips kan krijgen. Daarmee geef je jouw grens aan. Als je dezelfde leerling voor de derde keer aanspreekt op gedrag of inzet (bij dezelfde werkvorm: ofwel frontaal lesgeven ofwel zelfstandig werken) vraag je die leerling een ‘Brief over toekomstig gedrag’ te schrijven. Als je je vanaf de tweede les beperkt tot één Tip per leerling per les per werkvorm (frontaal lesgeven of zelfstandig werken), zul je pas in les vier een leerling een ‘Brief over toekomstig gedrag’ laten schrijven. Wat te doen als een leerling na een Tip blijft storen?
Noteren Tips
Tips geef je bij twee werkvormen, bij frontaal lesgeven en tijdens zelfstandig werken.
– Tips die je geeft bij frontaal lesgeven noteer je in je Tipboek. Na afloop van je lessen schrijf je die Tips over op de lijst voor frontaal lesgeven.
– Tips die je geeft tijdens zelfstandig werken noteer je direct op een lijst voor zelfstandig werken. Per les kun je aan één leerling twee Tips geven, één tijdens frontaal lesgeven en één tijdens zelfstandig werken. Probeer je echter te beperken tot één Tip per leerling per les.
Met deze aanpak van VOH vertraag je het inzetten van de brief, en zul je nooit impulsief of boos een leerling een ‘Brief over toekomstig gedrag’ aan jou laten schrijven. Dat bepaalt uiteindelijk de effectiviteit. Ook een leerling ‘ziet de bui hangen’ en verbetert gedrag en inzet.
Afbeelding 94: Tipboek en lijsten om Tips te noteren
Per lijst noteer je per periode (van acht lessen) maximaal twee Tips per leerling per werkvorm. De eerste twee Tips per werkvorm (per lijst) zijn ‘gratis’ (kosten de leerling geen tijd). Als je voor de derde keer per werkvorm een leerling aanspreekt op gedrag of inzet vraag je deze leerling een ‘Brief over toekomstig gedrag’ te schrijven. Die brief kost een leerling wel tijd.
Elke leerling kan twee Tips krijgen tijdens frontaal lesgeven en twee Tips tijdens zelfstandig werken. Als je de twee lijsten combineert, kan een leerling bij deze manier van werken per periode van acht lessen maximaal vier Tips krijgen zonder dat jij daar maatregel aan verbindt. De ervaring leert dat slechts een enkele leerlingen binnen een periode vier Tips verzamelen. Om het aantal Tips dat je geeft te beperken, probeer je je per les te beperken tot maximaal één Tip per leerling. Deze beperking zorgt ervoor dat je niet snel uit emotie een leerling zal ‘straffen’. Wat te doen als een leerling blijft storen na een Tip? Overschrijdt een leerling op een van beide lijsten het maximum van twee Tips dan vraag je deze leerling aan jou een ‘Brief over toekomstig gedrag’ te schrijven.
3.5 Voorbereiding les 3
- Schrijf na de les 2 de Tips die je opschreef in je Tipboek over op de betreffende klassenlijst voor frontaal lesgeven. Dit herhaal je na elke volgende les.
- Bekijk deze PowerPoint waarmee je de gebaren in les 3 introduceert bij je leerlingen.
3.6 Introductie Aansturen met gebaren – Les 3
In de derde les maak je de ‘buffer’ groter. Hoe groter de buffer hoe kleiner de kans dat je een ‘Brief over toekomstig gedrag’ laat schrijven. Voordat je een leerling de opdracht geeft aan jou een brief te schrijven, gebruik je eerst gebaren en dan Tips.
Bekijk voordat je de gebaren gaat introduceren deze PowerPoint met uitleg over hoe je de gebaren gebruikt in de derde les voor frontaal lesgeven en zelfstandig werken. In die PowerPoint vind je uitleg over het ‘Vuurtorengebaar‘ (Aanwijzingen met lichaamstaal) en over drie series gebaren waarmee je ‘aanstuurt’ met lichaamstaal’. Zie ook de pagina ‘Gebaren’ met een Toelichting bij deze drie series van drie gebaren:
afbeelding 95: Aansturen met lichaamstaal – drie series gebaren
De derde serie gebaren: ‘Attentie start bedankt’ gebruik je in twee situaties:
- Bij frontaal lesgeven om een leerling aan te sporen mee te doen met een klassikale oefening die volgt op jouw uitleg.
- Tijdens zelfstandig werken om een leerling aan te sporen te gaan werken aan opdrachten.
Vanaf de derde les van Oefenperiode 1, en in alle periodes daarna, neem je de eerst drie stappen van de Handelingsladder in de gebruikelijke volgorde: (Aansturen met Lichaamstaal – Tip – Brief over toekomstig gedrag). Deze drie stappen – in die volgorde – zorgen ervoor dat je meestal gedrag aanstuurt zonder dat het nodig is een brief te laten schrijven. Deze drie stappen zie je van onder naar boven terug in de Handelingsladder. Lees deze van onder naar boven, zoals je ook een echte ladder opklimt.
3.7 Voorbereiding les 4 tot 8
Als je op een lijst voor frontaal lesgeven ziet dat een leerling eerder al twee Tips kreeg, zet je de naam (namen) van die leerling (leerlingen) voor aanvang van de les op het bord.
3.8 Les 4 tot en met 8
Je wacht bij de deur. Als er een leerling binnenkomt wiens naam op het bord staat, zeg je tegen deze leerling: “Pas deze les op, ander moet ik je een brief laten schrijven”.
Vanaf les 4 – 8 is het mogelijk dat een leerling in les twee en drie al twee Tips heeft verzameld.
Frontaal lesgeven
Als je leerlingen zelfstandig gaan werken en je spreekt een leerling aan op gedrag en inzet, zie je direct of je deze leerling in lessen daarvoor al twee Tip hebt gegeven. Als de leerling al twee Tips heeft gekregen voor zelfstandig werken, vraag je deze leelring een ‘Brief over toekomstig gedrag’ aan jou te schrijven.
Zelfstandig werken
Als een leerling van jou de tweede Tip krijgt tijdens zelfstandig werken, zeg je tegen deze leerling: “Je hebt nu twee Tips gekregen, graag de rest van de periode oppassen, anders moet ik je een brief laten schrijven.
4 Raakvlakken Oefenperiode 1 met bestaande onderwijspraktijk
Raakvlak 1: Docenten adviseren elkaar om streng te beginnen en daarna de teugels te laten vieren.
- In Oefenperiode 1 start je met ‘Aansturen en Bijsturen’. Je begint je gelijk in de eerste les met het laten schrijven aan jou van een ‘Brief over toekomstig gedrag’ als een leerling de les verstoort. Daarmee laat je zien dat je een verstoring van de les kunt oplossen. Het direct uitdelen van een brief is te vergelijken met streng beginnen. Je begint met het werkzame bestanddeel van de Handelingsladder. Bij een aantal groepen (en hopelijk bij alle groepen) zal het in de eerste les niet nodig zijn om een brief uit te delen.
- In de tweede les en derde les introduceer je de stappen die je vooraf laat gaan aan ‘Brief over toekomstig gedrag’ in omgekeerde volgorde (2e les het geven van een Tip, 3e les ‘Aanwijzing met lichaamstaal – Tip’). Met deze stappen voorkom je dat je vaak een brief laat schrijven en beperk jij voor je zelf de mogelijkheid om direct een maatregel te nemen. Door vanaf les 3 twee stappen te nemen voordat je een leerling een brief laat schrijven, voorkom je dat je de brief te vaak uitdeelt en daardoor zijn kracht verliest. Ook voorkom je dat je de brief uit impulsief uit boosheid laat schrijven.
Raakvlak 2: In het onderwijs is het gebruikelijk om twee keer te waarschuwen. Daarna neem je een maatregel.
In Oefenperiode 1 waarin je begint met ‘Aansturen en Bijsturen’ geef je vanaf de tweede les Tips die je telt en noteert op lijsten. Vanaf de tweede les kun je (als een leerling zich niet goed gedraagt of zich niet goed inzet) per periode per werkvorm twee ‘gratis’ Tips geven. Bij de derde verstoring bij dezelfde werkvorm of bij de derde keer niet dat een leerling niet aan het werk gaan binnen die periode vraag je die leerling aan jou een ‘Brief over toekomstig gedrag’ te schrijven. In de praktijk blijkt dat de meeste leerlingen geen Tip van je krijgen, een aantal krijgt één Tip en maar een paar leerlingen krijgen twee Tips. Het laten schrijven van een brief is dan een uitzondering. Bekijk hoe frequent je de verschillende stappen van de handelingsladder zult gebruiken.
Voordat je overgaat de tot vervolgstappen van ‘Oefenperiode 2′ – het werken met het ’telraam’ – is het belangrijk dat je de eerste vijf componenten van ‘Aansturen en Bijsturen’ onder de knie hebt. Neem voordat je gaat werken met Oefenperiode 2 contact op met een coach van VOH.
5 Herhalen manier van werken oefenperiode 1
Wanneer is het aan te raden de manier van werken van ‘Oefenperiode 1’ te herhalen?
- De ‘Handelingsladder’ start met één van de drie series gebaren (stil, stop, start). Vooral tijdens zelfstandig werken heb je deze gebaren nodig om leerlingen onhoorbaar aan te spreken op gedrag of inzet. Als deze drie series gebaren voor jou nog onwennig aanvoelen, is het aan te raden nog niet met ‘Oefenperiode 2’ te starten.
- Het geven van Tips en het administreren van Tips voelt nog vreemd aan.
- Je bent tevreden over hoe je lessen verlopen.
Als je de manier van werken van ‘Oefenperiode 1’ gaat herhalen, print je de lijsten voor Tips weer uit. Aan het begin van de volgende periode is het niet meer nodig iets uit te leggen. Je begint direct met de eerste drie stappen in de gebruikelijke volgorde: 1, 2 en 3.
6 Doorgaan met oefenperiode 2
Wanneer is het aan te raden te starten met ‘Oefenperiode 2’?
- Je merkt dat je de brief eerder in wilt zetten, maar dat niet kunt omdat je eerste elke leerling eerst twee Tips moet geven. Als je start met ‘Oefenperiode 2’ kunt je de brief eerder inzetten. Je gaat dan sneller over tot het laten schrijven van een brief en jouw Tips hebben daardoor meer effect.
- Je merkt dat je de eerste vijf componenten onder de knie hebt en je merkt dat de leerlingen goed reageren én je merkt dat je bij sommige klassen teveel Tips moet geven voordat je een brief kunt laten schrijven.
Dan is het tijd om te starten met ‘Oefenperiode 2’.
N.B. Als je de cursus individueel hebt gevolgd, kun je hierover advies vragen aan een coach van VOH.