5.6 Handelingsladder
Op deze pagina
- Belang van de Handelingsladder
1.1 De Handelingsladder gebruiken
1.2 De Handelingsladder niet gebruiken
1.3 Starten met de Handelingsladder - De vier stappen van de Handelingsladder
- Tips per periode
3.1 Instructievideo Handelingsladder
3.2 Preventief – curatief
3.3 Handleiding aan- en bijsturen bij twee werkvormen
3.4 Hoe vaak stuur je aan? Hoe vaak stuur je bij?
Docenten spreken leerlingen aan op gedrag en inzet met de vier stappen van de Handelingsladder.
Omdat ik bij het aanspreken van een leerling op gedrag en inzet planmatig te werk ga en de vier stappen van de Handelingsladder steeds in dezelfde volgorde neem, is het niet meer nodig om boos te worden als een leerling zich niet laat aansturen of bijsturen. Ik neem dan rustig de volgende stap.
Introductievideo
Voor meer informatie bekijk hier onze overige introductievideo’s.
1 Belang van de Handelingsladder
1.1 De handelingsladder gebruiken
Bij het aanspreken van een leerling op gedrag of inzet ga je planmatig te werk en neem je de vier stappen van de Handelingsladder steeds in dezelfde volgorde. Daardoor is het niet meer nodig om boos te worden als een leerling zich niet laat aansturen of bijsturen. Je neemt dan rustig de volgende stap.
1.2 De handelingsladder niet gebruiken
Als je de Handelingsladder niet gebruikt ben je minder consequent in je handelen. Leerlingen ervaren jouw manier van aansturen of bijsturen als willekeurig en reageren niet of ze protesteren.
1.3 Starten met de Handelingsladder
Zie Oefenperiode 1
2 De vier stappen van de Handelingsladder
De vier stappen van de Handelingsladder vallen uiteen in ‘Aansturen’ en ‘Bijsturen’
Aansturen:
- Aansturen met lichaamstaal
- Aansturen met Tips
Bijsturen
- Bijsturen met ‘Brief over toekomstig gedrag
- Hulp van leidinggevende bij het inleveren van de brief
3 Tips per periode
3.1 Instructievideo
Deze video is alleen voor de docent. In deze video zitten geen fragmenten die je aan leerlingen laat zien.
Deze video geeft algemene informatie over de Handelingsladder en de bijbehorende periode waarin je de Handelingsladder gebruikt. Je gebruikt de vier stappen van de Handelingsladder om een leerling aan te spreken op gedrag en inzet. Bekijk de bovenstaande video in zijn geheel voor je verder gaat.
3.2 Preventief Curatief
De Handelingsladder bevat zowel preventieve als curatieve stappen:
- Preventief: Met de eerste twee stappen van de Handelsladder (Aansturen met lichaamstaal en Tips) stel je het moment van het uitdelen van een ‘Brief over toekomstig gedrag’ uit (buffer). Daardoor is het niet nodig om deze opdracht vaak uit te delen. Als je de brief niet vaak uitdeelt, behoudt deze zijn waarde. De eerste twee stappen van de Handelingsladder noemt VOH daarom ‘preventief’.
- Curatief: Door bij te sturen met een ‘Brief over toekomstig gedrag’, los je een probleem op. Het probleem zal zich daarna in de meeste gevallen niet meer voordoen. Waarom heeft deze opdracht effect? Omdat deze opdracht een leerling tijd kost. Astrid Boon heeft ontdekt dat een opdracht die tijd kost effectief is. De keerzijde is dat een opdracht die een leerling (nooit of weinig) tijd kost niet effectief is. De brief heeft bovendien effect omdat een van de vragen die hoort bij deze maatregel de leerling zelf laat nadenken en meehelpen bij het vinden van een oplossing. Daarmee zijn leerling en docent gelijkwaardig bij het oplossen van een probleem. De genezende werking die uitgaat van de brief, noemt VOH ‘curatief’.
3.3 Handleiding aan- en bijsturen bij twee werkvormen
Let op: De onderstaande instructie is bestemd voor docenten die beide oefenperiodes achter de rug hebben en vertrouwd zijn met de zes componenten van ‘Aansturen en Bijsturen’.
Overeenkomsten en verschillen bij het aansturen en bijsturen bij frontaal lesgeven en tijdens zelfstandig werken:
Aansturen en bijsturen bij frontaal lesgeven.
Hoe geef je bij ‘Docentgestuurd onderwijs‘ ongestoord les? Wat doe je als een leerling jouw uitleg verstoort? Wat doe je als een leerling niet oplet? Wat doe je als een leerling niet meewerkt aan een klassikale oefening die volgt op uitleg?
Tijdens frontaal lesgeven heb je je Tipboek bij de hand.
Stap 1: Aansturen met lichaamstaal (onhoorbaar)
a. Onderbreek je uitleg. Sta (ontspannen) stil en kijk een leerling die stoort, of die niet meewerkt een oefening, op een vriendelijke manier aan. Als de leerling het gedrag verbetert, maak je het gebaar ‘compliment’. Zo niet:
b. Neem één stap in de richting van de leerling die stoort of niet meewerkt aan een oefening en kijk de leerling vragend aan (wenkbrauwen omhoog). Als de leerling het gedrag verbetert, maak je het gebaar ‘compliment’. Zo niet:
c. Maak afhankelijk van de verstoring of het niet aan de slag gaan één van deze drie series gebaren: Attentie – stil(stop met praten), Attentie – stop (stop hiermee) of attentie – start (met dit gebaar geef je aan ‘doe mee aan de oefening’ of ‘graag aan het werk’). Als de leerling doet wat je vraagt, maak je het gebaar ‘compliment’. Zo niet:
Stap 2: Aansturen met Tip
Loop naar de leerling toe (ga niet tegenover de leerling staan) en geef voor iedereen duidelijk verstaanbaar de Tip: ‘Graag opletten’ of ‘Graag aan het werk’. Noteer de Tip in je Tipboek. Zet het telraam één pagina verder (tot maximaal twee Tips). Wat doe je als een leerling blijft storen?
Stap 3: Bijsturen met ‘Brief over toekomstig gedrag’
Bij het overschrijven van de Tips uit je Tipboek op de lijst zie je dat een leerling twee Tips heeft gekregen. De volgende les zet je de naam van de leerling op het bord. Als die leerling zich die les niet goed gedraagt of inzet, vraag je die leerling een aan jou een ‘Brief over toekomstig gedrag’ te schrijven afgedrukt op geel papier.
Kies een van deze twee opties:
- Vraag een leerling die stoort aan jou een ‘Brief over toekomstig gedrag‘ te schrijven. Vraagt de leerling de opdracht in de tas te doen. De leerling maakt de opdracht buiten de les en levert deze in op een afgesproken moment in.
- Geef aan wanneer de leerling zich bij jou moet melden om de brief te schrijven.
Je deelt de brief ook uit als je tijdens frontaal lesgeven al twee verschillende leerlingen een Tip hebt gegeven. De derde leerling die je aanspreekt op gedrag heeft de rode afbeelding van het Telraam dan genegeerd. Deze leerling laat je een brief schrijven ook al heeft deze leerling nog niet eerder een Tip gekregen.
Kleur van het papier waarop de brief is afgedrukt:
- De eerste brief je uitdeelt tijdens frontaal lesgeven is afgedrukt op geel papier.
- De tweede brief de je uitdeelt tijdens frontaal lesgeven is afgedrukt op rood (oranje) papier.
Als je de tweede brief hebt uitgedeeld, onderbreek je de les en vraag je je leerlingen om zonder te praten huiswerk te maken. Zou je doorgaan met het uitdelen van brieven dan verliest de brief zijn kracht.
Stap 4: Bijsturen met hulp leidinggevende
Als een leerling ook de tweede kans voorbij laat gaan om de opdracht bij jou in te leveren, vraag je je leidinggevende het inleveren van jou over te nemen.
N.B. Deze aanpak werkt vooral als de leiding meewerkt. Sta je er voor je gevoel alleen voor dan zijn er alternatieven te bedenken.
Aansturen en bijsturen tijdens zelfstandig werken
Hoe zorg je ervoor dat tijdens ‘Leerlinggestuurd onderwijs‘ alle leerlingen ongestoord kunnen werken. Wat doe je als een leerling niet aan het werk gaat, wat doe je als een leerling een medeleerling stoort?
Terwijl je leerlingen zelfstandig werken, observeer je je leerlingen en loop je rond met in je hand de lijst zelfstandig werken.
1 Aansturen met lichaamstaal
Je loopt (langzaam en ontspannen) naar de leerling die stoort toe en kijkt de leerling aan. Op de achterkant van het plankje waarop de klassenlijst zit geklemd, staat de afbeelding die ook te zien is bij de driehoek die te maken heeft met zelfstandig werken.
- Als je oogcontact hebt en de leerling stopt met storen of de leerling gaat aan het werk (doordat jij er heen bent gelopen) dan geef je een knikje en ga je verder met het observeren van de overige leerlingen.
- Wat je ook kunt doen is: Beweeg de lijst waarop je Tips noteert speciaal voor zelfstandig werken. Dit heeft meestal al effect. Reageert de leerling goed dan geef je een knikje.
Wil je dat een leerling aan het werk gaat, gebruik dan deze serie gebaren:
attentie – start. Daarmee vraag je de leerling aan het werk te gaan. Door dit gebaar is het niet nodig de leerling te vragen te stoppen met storen. Dat geef je impliciet aan. Zie ook de twee andere series: attentie stop – atttentie stil
Verbetert een leerling het gedrag dan geef je een compliment, zo niet:
2 Aansturen met Tip
Dan ga je naast de leerling staan die stoort (ga niet recht voor de leerling staan). Je geeft met zachte stem (zodat de andere leerlingen het niet horen en door kunnen werken) een positief geformuleerde Tip: Graag aan het werk. Je noteert je Tip direct op een lijst met namen speciaal voor zelfstandig werken. Wat te doen als een leerling doorgaat met storen?
Als je bij het noteren van de Tip op de lijst ziet dat de leerling al eerder deze periode een Tip kreeg (de leerling heeft nu twee Tips), dan geef je aan dat als je de leerling weer moet aanspreken op gedrag of inzet, je een ‘Brief over toekomstig gedrag’ laat schrijven.
Je telt de Tips die je geeft tijdens zelfstandig werken met het telraam. Met de afbeeldingen 0,1,2 en 3 laat je aan de groep zien of zij door kunnen gaan met zelfstandig werken. Blijft de hele groep binnen de marge van drie Tips, dan mogen ze doorwerken. Overschrijdt de groep het maximum (bij de vierde Tip), dan heeft zelfstandig werken geen zin omdat het te onrustig is. Je gaat dan verder met frontaal lesgeven.
3 Bijsturen met ‘Brief over toekomstig gedrag
Als een leerling die in vorige lessen al twee Tips heeft gekregen deze les weer stoort, vraag je de leerling een ‘Brief voor toekomstig gedrag uit’ aan jou te schrijven afgedrukt op wit papier.
Wat te doen als een leerling doorgaat met storen?
4 Bijsturen met hulp leidinggevende
Idem linker kolom.
3.4 Hoe vaak stuur je aan en bij?
Zie overzicht
Ook komt de frequentie waarmee je aan- en bijstuurt terug aan het einde van bovenstaande video