3. Lesinhoud
‘Lesinhoud’ is een van de vijf invalshoeken van Vriendelijk Orde Houden (VOH). Docenten wisselen ‘Docentgestuurd Onderwijs‘ en ‘Leerlinggestuurd Onderwijs‘ af. Met deze invalshoek geven docenten hun leerlingen geleidelijk meer verantwoordelijkheid. Ze dragen kennis over én stellen hun leerlingen in staat om zelfstandig vaardigheden te verwerven, om in eigen tempo aan eigen projecten te werken. Hierdoor verbinden hun leerlingen zich met de overgedragen kennis, met elkaar en met de wereld. Docent en leerlingen beoordelen elkaar. Wederzijdse beoordeling en samenwerking versnellen ieders ontwikkeling.
Lesinhoud inleiding
Als ik frontaal lesgeef draag ik kennis over. Ik maak mijn leerlingen enthousiast over een onderwerp. Tijdens zelfstandig werken geef ik mijn leerlingen de kans om binnen een door mij aangegeven structuur een keuze te maken uit meerdere onderwerpen en daarmee aan de slag te gaan. Daarmee vergroot ik hun intrinsieke motivatie en autonomie. Ik vraag mijn leerlingen mijn lessen te beoordelen. Hun suggesties helpen mij bij het verbeteren van het lesmateriaal.
3.1 Docentgestuurd Onderwijs
Ik draag op een expressieve manier kennis over. Ik vraag om aandacht, geef uitleg aan de hele groep en leid een klassengesprek. Ik verbind oefeningen of opdrachten aan mijn uitleg zodat mijn leerlingen vertrouwd raken met wat ik zojuist heb behandeld. Tijdens die oefeningen die aansluiten op mijn uitleg verwacht ik dat alle leerlingen daaraan meedoen.
3.2 Leerlinggestuurd Onderwijs
Per rapportperiode reserveer ik een deel van de tijd voor zelfstandig werken. In die tijd werken leerlingen in eigen tempo aan basisstof en aan zelfgekozen onderwerpen. Als leerlingen zelfstandig werken ligt het accent op ‘Persoonsvorming‘ en ‘Autonomie‘.
3.3 Beoordeling
Een deel van mijn beoordeling baseer ik op het aantal succesvol afgeronde opdrachten. Bij die vorm van beoordelen krijgt een leerling een hoger cijfer door zich meer in te spannen. Dit zorgt ervoor dat een leerling na het afronden van een opdracht direct verder gaat met een volgende opdracht.
Ik vraag mijn leerlingen om mijn stijl van lesgeven en mijn lesmateriaal te beoordelen. Met deze waardevolle informatie van mijn leerlingen verbeter ik mijn lessen.



