6.3 Gebruik Lichaamstaal
Op deze pagina
Een groot deel van de communicatie tussen docent en leerling vindt plaats door middel van stemklank en lichaamstaal. Op deze site is hiervoor op verschillende plaatsen aandacht. Op deze pagina een overzicht van verschillende manieren om de communicatie tussen docent en leerling beter te laten verlopen.
Mijn tweede taal is lichaamstaal. Als ik tegelijkertijd twee talen spreekt (gesproken taal en lichaamstaal), letten mijn leerlingen beter op. Onder lichaamstaal versta ik ook non-verbale aanwijzingen die ik het klaslokaal aan leerlingen laat zien of horen. Mijn lessen verlopen beter als ook leerlingen deels non-verbaal communiceren.
Binnen deze hoogst gecultiveerde esthetische gemeenschap moest het mogelijk zijn om uiteindelijk zwijgend te communiceren, dus voorbij de filters, vertekeningen en hindernissen van de taal. Dit oorspronkelijke spreken was volgens Noringa niets meer dan ‘de taal van de kami’.” Dijkstra (2024)
Introductievideo
Voor meer informatie bekijk hier onze overige introductievideo’s.
Huidige aanpak:
Hoe gebruik ik nu lichaamstaal als ik lesgeef?
Toekomstige aanpak:
Deze lichaamstaal gebruik ik in de toekomst tijdens het lesgeven.
Inleiding
Verschillende onderzoekers schatten dat minstens 70% van de communicatie tussen mensen door middel van stemklank en lichaamstaal plaatsvindt. Het meest bekend is de theorie van de Amerikaanse psycholoog Mehrabian. VOH behalve op pagina op meerdere plaatsen op de site aandacht aan lichaamstaal (zie overzicht in de rechter kolom). Naast de daar beschreven mogelijkheden met het gebruik van lichaamstaal zijn er nog andere manieren om lichaamstaal in te zetten:
- Het effect dat jij met jouw manier van lesgeven bereikt hangt af van de plaats waar je staat in het lokaal.
– Ga je naar een leerling toe, dan benadruk je voor die leerling wat je zegt.
– Ga je te dichtbij een leerling staan of pal voor een leerling dan gaat daar een dreiging vanuit (probeer dit te vermijden). Wil je in vertrouwen iets zeggen, dan kun je het beste op dezelfde hoogte zijn als de leerling en liever ernaast staan of zitten dan ervoor, praat dan zacht zodat de anderen het niet horen.
-Als je de hele groep wilt leiden, beweeg dan langzaam en kies en plek waar je alles goed kunt zien. - Geluiden kun je inzetten om een verandering of een einde van een werkwijze aan te geven Een voorbeeld daarvan is een belletje dat in gebruik is bij het Montessori onderwijs. Met zo’n bel kun je bijvoorbeeld het einde aankondigen van een periode waarin leerlingen in stilte lezen. De schoolbel is ook een duidelijk voorbeeld van een geluid met impact. Zo kun je ook een bepaald muziekje aanzetten als je wilt dat leerlingen een opdracht afronden (dit gebeurt af en toe ook in praatprogramma’s). Zie voorbeelden hieronder
- De plaats waar jij je bevindt als leerlingen het lokaal binnenkomen is bepalen voor het verdere verloop van de les. Als je aan het begin van de les klaar te staan bij de deur om je leerlingen te begroeten heb je direct contact en dat vertaalt zich in een betere les. Als je ziet dat een leerling heel druk naar jouw lokaal toekomt, vraag je deze leerling (verbaal) even buiten het lokaal te wachten tot iedereen binnen is. Als iedereen zit en zich rustig voorbereidt op de les, geef je de leerling een teken om binnen te komen. Terwijl deze leerling de klas inloopt, kijkt deze verbaast om zich heen en denkt “Wat is het hier rustig” en gaat vervolgens rustig zitten.
Hoe meer verbale aanwijzingen je vervangt door non-verbale aanwijzingen, hoe minder je praat en hoe meer dat wat je zegt gewicht krijgt. Als je aan de slag gaat met lichaamstaal komen de volgende vragen aan de orde:
- Hoe kom ik over als docent en wil ik ook zo overkomen?
- Waar letten leerlingen op als zij naar mij kijken?
Later, in de horeca van Kyoto, heb ik dezelfde sensatie: het lijkt erop dat je alleen je hoofd moet oprichten en je pupil een millimeter richting een serveerster hoeft te bewegen en ze staat al voor je.” Dijkstra (2024).
Nishida verwoordt dit standpunt met het op het eerste gezicht paradoxale concept ‘actie-intuïtie’. Hiermee duidt hij, net als bij de ‘zuivere ervaring’ en ‘de plaats’, op datgene wat voorafgaat aan conceptualisatie, alleen noemt hij het nu ‘handelen’ of ‘actie’. Om te kunnen handelen heb je echter een lichaam nodig, waardoor onze daden altijd belichaamd zijn.
Het concept ‘lichaam’ houdt voor Nishida meer in dan alleen het menselijke lijf en is verbonden met de notie ‘expressie’. Alle dingen om ons heen drukken zichzelf uit, waardoor wij door hen geraakt kunnen worden en aangezet of geïnspireerd tot handelen. Of, zoals de Japanse filosoof het zelf uitdrukt: ‘We zien dingen door te handelen; de dingen bepalen ons en omgekeerd bepalen wij de dingen. Dit is actie-intuïtie’. Met het intuïtieve element duidt Nishida het gegeven aan dat ons handelen een prereflexief element in zich draagt, namelijke het geraakt zijn door de dingen en het geraakt zijn van de dingen door ons. In die zin is ‘intuïtie’ niet een soort hogere kennis, maar slaat het begrip op onze fundamentele verbondenheid met de wereld, van waaruit wij handelen. Vandaar dat Nishida’s notie kói-teki chokkan niet allen als ‘actie-intuïtie’ vertaald kan worden, maar ook als intuïtie- georiënteerde- actie’…..Op die manier vormen wij de creatieve spelers in de zogeheten historische wereld en ‘realiseert het historische leven zich via onze lichamen’. Dit is een proces waarvan de uitkomst geenszins van tevoren vaststaat, maar dat zich toont in ons op intuïtie georiënteerde handelen zelf. ” Dijkstra (2024)
Ook op deze plaatsen besteedt Vriendelijk Orde Houden aandacht aan lichaamstaal:
Bekijk bijbehorende gebaren van punt 1 en 2
- Ik geef mijn leerlingen aanwijzingen met lichaamstaal en met taal. Hiermee laat ik de les soepel verlopen.
- Ik spreek een leerling aan op gedrag of inzet. Hiermee geef ik ongestoord les (Aansturen en Bijsturen).
- Wij hebben de neiging elkaars lichaamstaal over te nemen. Als je lesgeeft, maak dan gebruik van deze neiging. Met een rustige uitstraling en rustige gebaren nemen leerlingen als vanzelf jouw rust over. Is een groep te passief, dan toon je juist meer energie waarmee je de groep actief maakt (zie Reguleer je emotie)
- Aanwijzingen geven met afbeeldingen (met of zonder tekst)
– ‘Driehoek‘ (Verwachtingsmanagement)
–‘Telraam‘ (Aansturen)
1. Lichaamstaal in plaats van verbaal
Verbale vakmatige uitleg, het uitleggen van een onderwerp, is niet te vervangen door lichaamstaal. De bovenstaande mogelijkheden om lichaamstaal in te zetten vullen jouw uitleg aan en zorgen ervoor dat leerlingen ongestoord zelfstandig kunnen werken.
Door bij samenwerking in groepjes de leidersrol regelmatig te laten wisselen (video), is het voor groepsleden makkelijker tijdelijk elkaars leiderschap te accepteren. Als een leerling de leiding heeft, gebruikt hij of zij de net als jij gebaren (die met de groep zijn afgesproken) om de groep aanwijzingen te geven. Als een leerling gebaren kan gebruiken, is de stap naar leiding geven kleiner. Gebaren komen ook van pas bij rolwisseling en samenwerking.
Voordelen lichaamstaal
Het grote voordeel van aanwijzingen geven met lichaamstaal en het aansturen met lichaamstaal is dat je het niet hoort. Zowel verbaal aanwijzingen geven en als het verbaal aanspreken van een leerling op gedrag of inzet (Het geven van veel waarschuwingen) vraagt aandacht van de overige leerlingen. Dit blijkt uit het volgende voorbeeld een een instructieboek voor docenten. Een verstoring los je volgens (Slooter) 2019 verbaal op door:
De drieslagregel
- Het waarneembare, ongewenste gedrag benoemen (“Ik zie /hoor dat je..”)
- De regel benoemen (“De regel is..”)
- Het gewenste gedrag benoemen (“Ik wil dat je stopt”.)
tot zover het citaat.
Hoe correct dit allemaal ook is, de kans is groot dat een leerling die een docent dit hoort zeggen hem of haar ziet als een zeurpiet/dwingeland. De overige leerlingen, ook als ze zich goed gedragen of goed inzetten, moeten dit allemaal aanhoren. Met een onhoorbare serie gebaren bereik je snel het gewenste resultaat.
2. Vormgeving gebaren in overleg met leerlingen
Niet elke docent boekt direct succes met het gebruik van lichaamstaal. Als leerlingen merken dat sommige docenten gebaren niet efficiënt inzetten, zullen zij bij andere docenten aangeven dat een bepaald gebaar ‘niet werkt’. Als dat jou overkomt, dan kun je je leerlingen betrekken bij de vormgeving van een specifieke gebaar. Zo behoud je de waardevolle functie van het gebaar. Het enige dat je wijzigt is de vorm van het gebaar. Als je je leerlingen betrekt bij de vormgeving van een gebaar is de kans groot dat ze het mede door hen vormgegeven gebaar wel serieus nemen.
Hoe betrek je leerlingen het vormgeven van de gebaren?
Dit voorbeeld is in de praktijk gebracht door Freddie Hooijer – Docent Engels:
Docent: “Jongens en meisjes, ik heb in de docentenkamer gehoord dat het Vuurtorengebaar niet werkt. Klopt dat”?
Leerlingen: “Ja meneer”.
Docent: “Dan wil ik nu graag een voorstel van jullie voor een ander gebaar afspreken waarmee ik vraag om stilte. Wie van jullie wil een nieuw gebaar verzinnen”?
Een leerling laat aarzelend een nieuw gebaar zien.
Docent: Ok, dan gaan we dat nu even proberen: Graag even allemaal door elkaar praten.
Leerlingen praten door elkaar. De docent maakt het gebaar en meteen is het stil.
Docent: “OK, dan gebruiken we voortaan dit gebaar”.
Freddy negeerde het vooroordeel van andere docenten en liet zien dat elk gebaar dat is geselecteerd door Vriendelijk Orde Houden voor verandering vatbaar is en ook dat de functies die de gebaren hebben daarmee behouden blijven. Dat gebaren voor verandering vatbaar zijn blijkt overigens uit gebarentalen. In elke taal is de gebarentaal anders! Bij dit alles geeft VOH dit advies: houdt de gebaren klein en maak ze langzaam.
3. Gebaren in een negatief daglicht
Nu de nu volgende samenvatting van de film The Wave (Die Welle, 2008) is van chatgpt:
De film speelt zich af op een Duitse middelbare school, waar docent Rainer Wenger tijdens een projectweek lesgeeft over het thema autocratie. Veel leerlingen geloven dat een dictatuur in het moderne Duitsland onmogelijk is. Om te laten zien hoe snel autoritair denken kan ontstaan, besluit Wenger een praktisch experiment te doen.
Hij introduceert structuur, discipline en gehoorzaamheid in de klas en geeft de beweging de naam “The Wave”. Leerlingen moeten rechtop zitten, elkaar formeel aanspreken en zich strikt aan regels houden. Al snel ontstaat er een sterk groepsgevoel. Leerlingen voelen zich gezien en verbonden, vooral degenen die zich eerder buitengesloten voelden.
Wat begint als een leerzaam experiment, groeit snel uit de hand. De groep ontwikkelt eigen symbolen, kleding (witte overhemden), een groet en een wij-zij-denken. Leerlingen die niet meedoen worden buitengesloten en geïntimideerd. Het gedrag wordt steeds agressiever en fanatieker, zowel binnen als buiten school.
Wenger verliest gaandeweg de controle over het experiment en onderschat hoe diep het autoritaire denken is doorgedrongen. Wanneer hij probeert het experiment te stoppen, blijkt dat sommige leerlingen hun identiteit volledig aan The Wave hebben verbonden. Dit leidt uiteindelijk tot een tragische climax, waarin duidelijk wordt hoe gevaarlijk groepsdruk, blinde gehoorzaamheid en machtsstructuren kunnen zijn.
De film laat zien hoe snel democratische waarden kunnen verdwijnen wanneer mensen zich overgeven aan autoriteit, groepsdenken en de behoefte om ergens bij te horen.
Tot zover de samenvatting van chatgpt.
VOH en gebaren.
Nu volgt een beschrijving van hoe VOH gebaren is gaan inzetten en hoe deze gebaren zich hebben ontwikkeld.
Het Vuurtorengebaar waarmee een docent om aandacht vraagt is geïnspireerd door een dirigent. Net als een dirigent leidt een docent de klas en daarvoor is aandacht noodzakelijk. Bij de ontwikkeling van dit gebaar neemt VOH bewust afstand van bovenstaande negativiteit.
Overnemen van gebaren
- In het VO vraag je leerlingen niet om het Vuurtorengebaar van jou over te nemen.
- Bij het PO kan kan je leerlingen wel vragen een gebaar over te nemen. De gebaren van VOH zijn bewust klein gehouden.
Bij frontaal lesgeven stel je je op een andere manier op dan bij zelfstandig werken:
- Bij frontaal lesgeven vraag je om aandacht en neemt de leiding. Die aandacht is nodig om informatie over te kunnen dragen aan leerlingen.
- Tijdens zelfstandig werken geeft je de leiding juist uit handen. Zelfstandig werken is nodig om elke leerling in eigen tempo te laten werken en om elke leerling naar voren te laten komen als uniek persoon.
Afbeelding: Afwisseling frontaal lesgeven en zelfstandig werken (zie overzicht)
Het evenwicht tussen groepsidentiteit en individualiteit is de sleutel tot succesvolle sociale systemen”. Christakis (2019)
In deze video zie je leerlingen die zich op hun eigen wijze (soms alleen, soms samen, voorbereiden op een muzikaal optreden voor hun medeleerlingen. In het tweede deel van de video is de aandacht centraal en kunnen ook leerlingen de leiding nemen.
4. Leerling met label – rugzakje
Stel je bent een leerling met gebrekkige impulscontrole. Dan is het niet prettig als je op de basisschool in elke les door een leerkracht bij naam wordt genoemd. Dan is het op het VO vervelend als verschillende docenten je dagelijks bij naam aanspreken en waarschuwen. De kans is groot deze leerling dan juist negatieve aandacht vraagt van de docent. Een groot deel van deze problemen voorkom je met het gebruik van ‘Gebaren’: stil, stop of start.
Zorgleerlingen hebben soms moeite met het interpreteren van jouw gelaatsuitdrukkingen, lichaamshouding en emoties. Met de gebaren van VOH zoals Vuurtoren, Start, Attentie, Zachter, Compliment, hebben zorgleerlingen geen moeite. Zij begrijpen deze gebaren direct en hebben er geen moeite mee als je hen met deze gebaren aanstuurt of aanwijzingen geeft. Waar zij wel een hekel aan hebben zij verbale reprimandes, vooral als je daarbij hun naam noemt. Die horen ze namelijk al te vaak in andere lessen. Spreek met deze leerlingen af dat je hun naam nooit noemt. Als je het per ongeluk toch doet, mogen zij jou daarop wijzen. Overweeg om samen met een zorgleerling een persoonlijk gebaar af te spreken dat alleen voor hem of haar van toepassing is:
- Maak met een leerling die veel aandacht vraagt een afspraak. Als deze leerling een vraag heeft, kan hij of zij dat aangeven met een gebaar, jij antwoord dan met een speciaal met hem/haar afgesproken gebaar waarmee je bedoelt dat je het gebaar hebt gezien en dat je zo gauw je tijd hebt langskomt.
- Spreek met een leerling met teveel energie af dat jij een time-out gebaar zult maken als hij/zij te druk is in de klas. Met dit gebaar vertel je hem/haar dat je toestemming geeft een rondje te lopen. Een andere betekenis van dit gebaar kan zijn: ga even langs bij een leidinggevende. Uiteraard heb je dat dan vooraf met de leidinggevende afgesproken.
5. Voorbeelden
Voorbeelden van het gebruik van geluiden in het PO
Nu volgen drie voorbeelden uit het PO:
- Inzet van geluiden: op het Prowise digibord zitten geluiden van verschillende muziekinstrumenten. Deze kan je inzetten om een signaal af te geven zonder dat je daar iets bij hoeft te zeggen. Bijvoorbeeld: als je een drummer hoort spelen, wil de juf met de les beginnen. In de 10 seconden dat dit geluidsfragment duurt, stop je met praten, kijk je naar het bord en wacht je rustig totdat het geluidsfragment is geëindigd.
- Afronden van de periode waarin leerlingen zelfstandig werken: Spreek met de klas af dat je het einde van het zelfstandig werken aangeeft met het klappen van een ritme. Je spreekt met de klas af dat zij dan dat ritme meeklappen. Na het stopteken (waarmee je alle leerlingen gelijk laat stoppen met het ritme) begin je met een nieuwe uitleg. Oefen dit met de klas.
- Bel uitzoeken: Een leerkracht nam drie belletjes mee. Ze vroeg haar leerlingen welk belletje zij het liefste wilde horen bij het vragen om aandacht. Met deze vraag betrekt zij haar leerlingen bij het maken van orde.
Sherwin Kirindongo is musicus en toont in video’s de gebaren die Vriendelijk Orde Houden adviseert aan docenten.
Sherwin kijkt in deze video vriendelijk en nodigt daarmee de leerlingen uit om ook vriendelijk te zijn.
Op een basisschool vraag het hoofd van de school een grote groep leerlingen om aandacht met het Vuurtorengebaar. De leerlingen herhalen haar gebaar en vrijwel direct kan zij (zonder microfoon) iets vertellen aan de hele groep.
Stephanie, docent Nederlands op het Pieter Nieuwland College, maakte voor Vriendelijk Orde Houden deze instructiefilm. Hierbij laat zien hoe zij gebaren gebruikt en ook gebruikt zij het ‘Telraam‘ (zie ‘Telraam introduceren‘). Deze les is door VOH in scene gezet. Een tweede klas (met leerlingen van ongeveer 14 jaar) van het Pieter Nieuwland College wilde meedoen met het maken van deze opnames.
0:50-1:20 “Ik vraag om aandacht met het ‘stewardess’ gebaar. Dit gebaar gebruik ik als ik wissel van werkvorm.”
1:20-1:46 “Met dit gebaar vraag ik de aandacht van iedereen (Vuurtoren).”
1:46-2:05 “Met het stiltegebaar vraag ik één leerling om aandacht (Stil). Als de leerling stil is, rond ik het af met een ‘goed zo’ gebaar, met duim omhoog.”
Video gemaakt in op het Pieter Nieuwland College tijdens muzieklessen van Johan ’t Hart. Aan het einde van zijn loopbaan als docent muziek wilde Johan op video vastleggen hoe leuk het is om met coöperatieve leerlingen te werken. Deze video is niet geregisseerd en de fragmenten komen uit verschillende lessen. Je ziet hier hoe Johan reageert op een verstoring met onder andere het ‘Telraam’ (Telraam introduceren).
2:23 De leerlingen reageren niet op het Vuurtorengebaar. Hoe gaat een docent daar mee om? Als de docent ziet dat het vuurtorengebaar niet het gewenste effect heeft, pakt hij het ‘Telraam‘. Het pakken van het ‘Telraam‘ is een voorbode van het geven van een ‘Tip‘. De leerlingen van Johan ’t Hart wilden geen ‘Tip’ krijgen! Alleen al door het tonen van een afbeeldingen van het ‘Telraam’ stoppen zij met praten. Deze geluidloze aanwijzing zet de Johan voor een soepel verloop van zijn les. Met het tonen van een afbeelding, door te handelen, creëert de Johan rust. Door het gebruik van lichaamstaal blijft hij vriendelijk.
2.47 De docent maakt het Vuurtorengebaar nogmaals. Nu is het direct stil.
2.55 Een leerling gebruikt het Vuurtorengebaar waaruit blijkt dat gebaren na verloop van tijd voor iedereen functioneel zijn.
2.59 Een leerling dirigeert met gebaren. In deze video zie je hoe leerlingen onderling de gebaren succesvol gebruiken.
Bekijk deze video waarbij leerlingen de opdracht krijgen om zich zonder te praten voor te bereiden op hun optreden voor de klas of voor de school. Ze kregen die les de opdracht niet praten. Als ze iets wilden zeggen, schreven ze dat op en toonden het aan de leerling waarmee ze samenwerkten.
In 2012 bezocht de heer Kanamori op verzoek van de Stichting Rapucation (Zie Naamswijziging naar VOH) het Pieter Nieuwland College. Tijdens zijn toespraak gaf hij aan dat kinderen over de hele wereld van nature lichaamstaal gebruiken en benoemde hij de noodzaak voor de docent om met je hele lichaam te communiceren. Dit advies sluit naadloos aan bij deze module ‘Gebruik lichaamstaal’.
Kanamori was leerkracht in Japan (basisonderwijs). Van zijn lessen is een serie video’s te bekijken op youtube die je vindt als je zoekt naar ‘Children full of live’.
Johan ’t Hart bedacht als muziekdocent oefeningen waarbij leerlingen lichaamstaal gebruiken. In deze video voeren leerlingen van het Pieter Nieuwland College geheel zwijgend een ritmeoefening uit. Ze geven elkaar om de beurt een opdracht. Degene die de leiding laat een ritme horen, dan vraagt degene die de leiding heeft of iemand dat ritme in losse kaarten wil neerleggen.
6. Samenvatting
Als je rustig en ontspannen lesgeeft, is de kans groot dat leerlingen jouw rust overnemen. Door met gebaren aanwijzingen te geven en door afbeeldingen te tonen of door geluiden te laten horen, is jouw instructie afwisselend en efficiënt. Na verloop van tijd raken jouw leerlingen gewend aan jouw manier van aanwijzingen geven en aan de manier waarop jij een leerling met gebaren aanspreekt op gedrag en inzet met lichaamstaal (Aansturen). Hoe meer lichaamstaal inzet tijdens het lesgeven, hoe beter je leerlingen zich kunnen concentreren.
- In de onderstaande afbeelding zie je dat niet alle leerlingen jouw voorbeeld direct overnemen. Lees meer over situaties waarbij je leerlingen beïnvloedt door tegenovergesteld gedrag aan te nemen bij de ‘Roos van Leary’.

Afbeelding 10: de meeste leerlingen nemen jouw gedrag over
- Als er veel leerlingen zijn die “moeilijk stil kunnen zitten”, laat dan iedereen aan het begin van de les (of wanneer je merkt dat de leerlingen drukker worden) even alle energie eruit schudden. Wanneer iedereen zijn/haar energie eruit heeft geschud, pak je de les weer op en vraag je om aandacht met het Vuurtoren gebaar.
- Maak alle gebaren vriendelijk, langzaam en aandachtig en houd ze klein en kijk vriendelijk dan wel neutraal. Vermijd snelle felle gebaren. Neem tijdens het maken van een gebaar een open houding aan.
- De vingerknip om leerlingen bij de les te houden, kan dominant overkomen. Wil je met je leerlingen een gelijkwaardige relatie opbouwen, dan kun je de vingerknip beter weglaten.
7. Credits
Freddy Hooijer – Docent Engels
Freddie bewees dat je een gebaar dat in gebruik is met medeweten van de hele groep kunt veranderen
Bekijk deze video waarin hij laat zien hoe belangrijk het is voor leerlingen dat jij hen ziet





